Geen tweedeling maar een ‘meerdeling’ in de samenleving
'De crisis fungeert als contrastvloeistof die de kloof zichtbaar maakt.’
Een tweedeling in de samenleving als gevolg van corona? We kunnen beter spreken van een ‘meerdeling’, vindt socioloog Godfried Engbersen. Bovendien moeten we de pandemie niet zien als de oorzaak van de breuklijnen in de samenleving, maar eerder als contrastvloeistof die de al bestaande verschillen zichtbaar maakt.
Verdeling
Het coronabeleid lijkt verdeling te zaaien: denk aan de avondklokrellen van januari, de recente vernielingen in Rotterdam, de verharde toon in het parlement. Kijkend naar dat soort incidenten zou je zou kunnen stellen dat de pandemie een tweedeling veroorzaakt tussen de voor- en tegenstanders van het coronabeleid. Die conclusie is echter te kort door de bocht, vinden drie wetenschappers die op uitnodiging van de Koninklijke Nederlands Akademie van Wetenschappen (KNAW) hun licht op de zaak werpen.
Kloven
Socioloog Godfried Engbersen, psycholoog Denise de Ridder en politicoloog Tom van der Meer deelden op dinsdagavond vanuit hun huiskamers hun visie op het vraagstuk. Ja, er zijn kloven in de samenleving, daar zijn ze het alle drie over eens. Maar of de pandemie daarvan de oorzaak is, en of het woord tweedeling de lading dekt? Daar hebben ze hun twijfels bij.
Twijfelaars
‘Bij het woord tweedeling denk ik aan een fifty-fifty verdeling’, zegt Denise de Ridder, hoogleraar psychologie aan de Universiteit Utrecht. ‘Of zestig-veertig, of misschien zelfs zeventig-dertig. Maar dat is niet de situatie die we nu zien.’ Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat slechts 5 tot 15 procent van de Nederlanders ‘heel weinig vertrouwen’ in het coronabeleid heeft en tegen álle maatregelen is. De meerderheid staat juist wel achter de maatregelen. Wel is er een flinke groep van 30 tot 40 procent van twijfelaars, die de maatregelen maar beperkt accepteren.
Draagvlak
Dat er zoveel aandacht is voor de kleine groep die fel tegen het beleid is, wijt De Ridder aan de negativity bias, de neiging om meer waarde te hechten aan slecht nieuws dan aan goed nieuws. Tegenover de rellen en vernielingen staan immers ook bijna tienduizend mensen die zich bij de GGD meldden om te helpen bij het zetten van boostervaccinaties – maar dat tweede gegeven krijgt een stuk minder aandacht. Willen we het draagvlak voor coronamaatregelen vergroten, dan is het volgens De Ridder slimmer om de aandacht te richten op de groep twijfelaars dan op de felle tegenstanders, ook als die laatste groep luider en zichtbaarder is.
Paternalistisch
Om de twijfelaars mee te krijgen moet de regering wel duidelijker communiceren wat ze van haar burgers verwacht, zegt De Ridder. De huidige overheidscommunicatie beschrijft ze als ‘paternalistisch liberalisme’: ‘Je geeft mensen een vrije keuze, maar tegelijkertijd verwijt je het ze als ze de verkeerde keuze maken.’ In plaats daarvan moet de overheid de burgers meenemen in het doel van de maatregelen, het zo makkelijk mogelijk maken om de regels te respecteren, en niet te snel het signaal afgeven dat alle beperking weer opgeheven kunnen worden.
Meerdeling
Godfried Engbersen, hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, vindt het woord tweedeling ‘onprecies’. Er is volgens hem sprake van een ‘complexe verdeeldheid’ langs verschillende soorten breuklijnen, zoals leeftijd, arbeidsvorm, gezondheid, sociaal netwerk en leefomgeving. Met andere woorden: geen tweedeling maar een meerdeling. Aan de vooravond van corona waren die verschillen al zichtbaar, zegt Engbersen. ‘Er waren al hardnekkige sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Er waren al toegenomen verschillen naar arbeidscontractvorm. Er waren al indicaties van toenemende sociaal-ruimtelijke segregatie.’
Contrastvloeistof
De coronapandemie werkt als contrastvloeistof die de bestaande verschillen zichtbaar heeft gemaakt. Toch zijn sommige kloven ook verder verdiept, zegt Engbersen, met name die tussen verschillende soorten arbeidscontracten. Ook zijn er nieuwe kwetsbare groepen ontstaan. Jongeren, hoger opgeleide zzp’ers, en inwoners van zwakkere wijken, zoals in Rotterdam Zuid, zijn harder getroffen door de coronacrisis.
Sociale media
Engbersen constateert daarnaast een ‘spectaculaire daling’ van het vertrouwen in de landelijke overheid tussen het begin van de pandemie en nu: van zo’n 70 naar 30 procent. Dat wantrouwen lijkt samen te hangen met de informatiebronnen waarvan mensen gebruikmaken. ‘Mensen die sociale media als voornaamste informatiebron gebruiken, hebben het minste vertrouwen, en zijn ook minder vaak gevaccineerd.’ Ook het gebruik van sociale media lijkt dus een breuklijn te vormen.
Lees verder onder afbeelding
Een dia uit de presentatie van Godfried Engbersen.
Wantrouwende stemmer
Ook Tom van der Meer, hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, ziet het wantrouwen jegens de politiek toenemen. Opvallend is daarbij dat het wantrouwen steeds meer ‘gepolitiseerd’ wordt. Met andere woorden: het wantrouwen concentreert zich rond bepaalde politieke partijen. ‘Kiezers gaan zich steeds meer uitsorteren op basis van vertrouwen’, zegt Van der Meer. ‘Politiek wantrouwen is een factor geworden in ons stemgedrag.’ De wantrouwende stemmers zitten voornamelijk bij de PVV en FVD. Die partijen horen bij wat politicologen het rechts-radicale blok noemen, een groep die zich de afgelopen jaren heeft afgesplitst van het centrumrechtse blok.
Leemte
Van der Meer noemt een aantal mogelijke oorzaken van de politisering van wantrouwen. Zo worden lager opgeleiden in onze democratie minder goed vertegenwoordigd. Ook is een ‘leemte’ in het politieke landschap: een groot deel van de kiezers is economisch links en cultureel conservatief georiënteerd, maar die smaak is in het aanbod van politieke partijen minder goed te vinden. De coronacrisis zelf is echter geen oorzaak van de vertrouwenskloof, zegt Van der Meer. ‘De coronapandemie was geen oorzaak en zelfs geen accelerator van de politisering van wantrouwen. De crisis fungeert als contrastvloeistof die de kloof zichtbaar maakt.’
Waartoe moet het allemaal leiden?
De reden waarom deze strategie wordt gehanteerd is, voor mij, een vraag waar ik graag antwoord op zou willen.
Is deze strategie de strategie die moet leiden tot volledige vaccinatie? Is dit de enige strategie of wordt dit gezien als de snelste manier?
Wat te doen als wij erachter komen dat deze strategie ergens anders toe leidt?
Ondertussen is duidelijk dat vaccineren heel anders uitpakt dan aan iedereen is verteld. Is het grijpen naar, uitzichtloze, noodmaatregelen dan wat we moeten doen? Noodmaatregelen die een tweedeling voeden?
Waar blijft acceptatie, inclusie, gelijkheid voor iedereen i.p.v. vooral voor jouw clubje (zoals dat nu gepromoot lijkt te worden).
Veel vragen! Ik ben van mening dat een vraag je ergens over na doet denken en uitnodigt om in gesprek te gaan i.p.v. een mening uiten en gelijkgezinden verzamelen. In deze CC-era moet het gaan om hoe blijven we met elkaar (geestelijk en fysiek) in contact en hoe komen we met z'n allen, gezamenlijk, gezond en wel (op alle vlakken), deze bijzondere tijd door.
Wie durft?