Cedris: werkgevers hoeven geen loondispensatie
Maar liefst zeventig procent van de werkgevers die nu een beroep doen op loonkostensubsidie zit niet te wachten op de invoering van loondispensatie, blijkt uit enquêteonderzoek onder honderd werkgevers in opdracht van Cedris.
Maar liefst zeventig procent van de werkgevers dat nu een beroep doet op loonkostensubsidie zit niet te wachten op de invoering van loondispensatie, blijkt uit enquêteonderzoek onder honderd werkgevers in opdracht van Cedris.
Vervangen
De loondispensatie moet in 2019 de loonkostensubsidie voor arbeidsgehandicapten gaan vervangen. Nu ontvangen werkzame arbeidsgehandicapten nog ten minste minimumloon, waarbij de werkgever door de gemeente wordt gecompenseerd voor de lagere arbeidsproductiviteit van de arbeidsgehandicapte werknemer. Onder de loondispensatie hoeft de werkgever alleen nog loon te betalen naar de productiviteit van de werknemer. Een werknemer met 50 procent arbeidsvermogen krijgt dan 50 procent van het minimumloon uitbetaald. Het loon wordt vervolgens op aanvraag van de werknemer door de gemeente op basis van de bijstandsregels aangevuld mits de werknemer daar recht op heeft. Dit geldt bijvoorbeeld niet voor mensen met een werkende partner. De wetswijziging moet een half miljard euro opleveren, die het kabinet wil steken in het creëren van extra beschutte werkplekken.
Niet volwaardig beloond
Van de geënquêteerde werkgevers (met in totaal rond de 4.000 werknemers met loonkostensubsidie) ziet ongeveer zeventig procent die vervanging niet zitten. Iets meer dan dertig procent noemt de aankomende wetswijziging ‘onwenselijk’ en veertig procent noemt deze zelfs ‘zeer onwenselijk’. Zij vinden dat hun werknemers met een beperking niet meer volwaardig worden beloond en vrezen administratieve problemen. Volgens Cedris is er onder werkgevers dan ook onbegrip over de vervanging van de in 2015 ingevoerde loonkostensubsidie. Deze bracht aanvankelijk ook de nodige administratieve rompslomp met zich mee, en zou nu volgens werkgevers na een paar jaar goed werken. Uit het onderzoek blijkt dan ook dat het landelijk aantal arbeidsgehandicapten dat met behulp van loonkostensubsidie aan het werk is in 2017 is verdubbeld naar ongeveer 11.000.
Op gelijke basis
Uit de enquête blijkt verder dat bijna zestig procent van de werkgevers ‘positief’ is over de loonkostensubsidie. Iets meer dan 20 procent is zelfs ‘zeer positief’. Daarbij is volgens Cedris de belangrijkste overweging dat loonkostensubsidie medewerkers met een beperking volwaardig en op gelijke basis laat meewerken in het bedrijf of de organisatie. Wel zijn werkgevers niet altijd te spreken over het rigide systeem voor loonwaardemeting en hebben zij soms negatieve ervaringen met grote hoeveelheden papierwerk en ingewikkelde processen. Over de loondispensatie als instrument is iets meer dan 60 procent ‘negatief’ of ‘zeer negatief’. Bijna tien procent is wel te spreken over loondispensatie. Als voordeel wordt dan ook genoemd dat administratieve lasten voor werkgevers kunnen worden beperkt en dat zij minder subsidieaanvragen en controles hoeven te doen. Daarover zijn echter niet alle werkgevers het eens. Sommigen zien bij Wajong’ers, op wie de loondispensatie al wordt toegepast, serieuze problemen vanwege complexe salarisverwerking, wisselende uren, fiscale behandeling en pensioenbetalingen.
Verrast door uitkomst
Cedris-directeur Jan-Jaap de Haan laat weten verrast te zijn door de uitkomst van de enquête. ‘Het beeld was tot nu toe dat werkgevers ontevreden zijn over de loonkostensubsidie en in plaats daarvan de loondispensatie willen. Dat blijkt nu niet te kloppen. Werkgevers zijn blijkbaar zeer tevreden over de loonkostensubsidie op een paar punten na. Dit moet vertrouwen geven om het huidige systeem beter te maken en niet helemaal om te gooien.’ Omdat werkgevers onder de loondispensatie mogelijk goedkoper af zijn, valt het De Haan op dat er geen financiële argumenten voor de loondispensatie zijn genoemd door de werkgevers. ‘Ook over de veronderstelling dat loondispensatie minder administratieve lasten met zich mee zou brengen, is blijkbaar verdeeldheid. Een deel van de werkgevers verwacht bijvoorbeeld een bijkomende last omdat berekeningssystemen voor salarissen niet zijn ingericht op gedeeltelijke lonen.’
‘Werken moet lonen’
De Haan hoopt met de enquête in de hand opnieuw met werkgevers en het kabinet te kunnen gaan overleggen over behoud van de loonkostensubsidie. ‘Gemeenten, sociale diensten, vakbonden professionals, wij, en nu ook werkgevers zeggen allemaal over de loondispensatie ‘doe dit niet’. Het is onderhand de vraag wie dit nog wel wil.’ De Haan verwijst naar een uitspraak van staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die meermaals heeft benadrukt dat zij vindt dat werken moet lonen. ‘Het klopt dat dit nu nog niet altijd het geval is. Onder de loonkostensubsidie moet iemand 27 uur in de week werken om boven bijstandsniveau uit te komen, en niet elke arbeidsgehandicapte kan dat. Dat probleem is echter ook aan te pakken door de bijverdienregels in de bijstand aan te passen. Van Ark gaat voor een belangrijke sociale doelstelling maar kiest het verkeerde instrument. Onder de loondispensatie blijft een groep zelfs flink onder bijstandsniveau steken; mensen met een partner, of die een erfenis krijgen kunnen ineens de helft van hun inkomen kwijtraken en van pensioensopbouw is ook geen sprake meer.’
‘Pleister tegen hoofdpijn’
Volgens De Haan willen werkgevers vooral dat de loonkostensubsidieregeling wordt verbeterd. ‘Dat houdt onder meer in dat de loonwaardemeting moet worden vereenvoudigd en dat sommige gemeenten de subsidies sneller moeten uitbetalen. Ook vinden bedrijven het soms lastig om met meerdere gemeenten tegelijk te werken als die verschillende regelingen hebben omtrent jobcoaching.’ Dat zijn allemaal problemen die met de loondispensatie niet worden weggenomen. De voorgenomen wetswijziging is wat dat betreft een pleister tegen de hoofdpijn. Ik zou tegen werkgevers en het kabinet willen zeggen; laten we naar die hoofdpijn gaan kijken.’
- loonkostensubsidie is duurder dan dispensatie; 500 miljoen is ingeboekt en opnieuw besteed, dus dispensatie gaat door, subsidie wordt afgeschaft
- loonkostensubsidie is bewerkelijker voor de werkgever dan dispensatie; vno-ncw wil van die last af, dus dispensatie gaat door, subsidie wordt afgeschaft