Cambridge in de lage landen
Gemeenten en provincies willen tegen veel geld nieuwe vormen van hoger onderwijs binnenhalen. Zeker als het om de prestigieuze University Colleges gaat. Maar er is scepsis. ‘De markt is verzadigd. De kans op lege collegebankjes is groot.’
De Universiteit van Leiden had eigenlijk in Dordrecht moeten staan, vindt Martin Bloemendal. ‘Dordrecht is Hollands eerste stad en het oudste gymnasium van Nederland, gesticht in 1253, staat er. Maar nog belangrijker: stadhouder Willem van Oranje leidde de opstand tegen de Spaanse overheersing vanuit Dordrecht. De stad is dus de bakermat van de natie’, stelt de Dordtenaar, energieconsultant van beroep. ‘Willem van Oranje wilde Dordt ook de eerste Nederlandse universiteit geven. Maar die ging in 1575 naar Leiden. Het was de beloning voor het succesvolle verzet van de stad tegen de legers van Philips II.’
Die historische vergissing moet worden rechtgezet, vindt Bloemendal. Samen met de voormalig rector van het Dordtse gymnasium en een Delftse hoogleraar die in Dordrecht woont, ontwikkelde hij een plan om een University College naar Angelsaksisch model naar de stad te halen. Met zijn middeleeuwse stadshart is Dordrecht volgens het drietal een ideale plaats om uit te groeien tot het Cambridge van de lage landen. Een prestigieuze academie voor excellente studenten zet Dordrecht weer op de kaart als historische stad.
De zeshonderd studenten uit binnen en buitenland die er moeten gaan wonen en leren, brengen de oude binnenstad weer tot leven. En als er een inhoudelijke verbinding wordt gelegd met de bedrijvigheid in de stad, versterkt de aanwezigheid van zo’n universitair instituut de economie, betoogt Bloemendal.
Reuring
Dordrecht omarmde het burgerinitiatief. De stad, die 1250 hbo-studenten telt, is al meer dan 10 jaar bezig om het hoger onderwijs uit te breiden. ‘Dat willen we om jongeren een doorlopende leerlijn te bieden, maar ook omdat kennisinstellingen een impuls kunnen geven aan de economie. En we willen ook wel wat meer reuring in de stad’, stelt Henk Kranendonk, programmadirecteur bij de gemeente.
Toen de Erasmus Universiteit Rotterdam vorig jaar bekend maakte dat het een University College gaat opzetten, deed Dordrecht de universiteit meteen een aantrekkelijk voorstel. ‘Je moet als gemeente een universiteit financieel tegemoet komen als je een University College wilt binnenhalen’, weet Kranendonk. ‘Dat deed Den Haag ook om het University College van de Universiteit Leiden naar de stad te halen. En in Middelburg en Amsterdam is het ook gebeurd.’
Dordrecht was bereid een aantal middeleeuws panden dat binnenkort vrijkomt, te verbouwen en tegen een acceptabele prijs aan de universiteit te verhuren. Ook meldde Dordrecht voor zeshonderd studentenkamers in de binnenstad te kunnen zorgen.
Voorts wilde de gemeente een deel van de aanloopkosten betalen. Maar Dordrecht viste achter het net. De Erasmus Universiteit koos eind april voor de Rotterdamse binnenstad als vestigingsplaats. Want ook de havenstad is bereid stevig in de buidel te tasten. Logisch, vindt Ronald van den Bos, directeur strategisch beleid van de universiteit. ‘Elke student levert economisch profijt op voor de stad, daarom zijn University Colleges overal heel gewild.’
Het Rotterdamse stadsbestuur trekt 20,3 miljoen euro uit om de voormalige gemeentebibliotheek om te toveren tot een modern onderwijsgebouw. Het pand dat nu nog onderdak biedt aan het Onderwijsmuseum, overleefde als één van de weinige gebouwen het bombardement van 1940. De investeringen in de verbouw verdient de gemeente in 40 jaar terug via de huur. Op een bijdrage van 2 miljoen euro na, waarmee de huur in de eerste jaren laag wordt gehouden.
Daarnaast draagt de gemeente 2 miljoen euro bij aan de aanloopkosten. De universiteit heeft die financiële bijdrage hard nodig, stelt Ronald van den Bos. ‘Het onderwijs is kleinschalig en intensief en dat maakt het extra duur. Met alleen rijkssubsidie en collegegeldopbrengsten is een University College niet kostendekkend te krijgen.’
Studentenkwartier
Ondanks de honderden miljoenen die de stad moet bezuinigen, heeft het Rotterdamse gemeentebestuur er veel voor over om het elitaire college in huis te halen. ‘Als je niet aan de bovenkant van de arbeidsmarkt investeert, gaat het aan de onderkant ook niet goed, stelt Korrie Louwes, D66-wethouder arbeidsmarkt, hoger onderwijs en participatie. ‘Rotterdam heeft het hoger onderwijs een beetje verwaarloosd. Dit college wil een andere koers inzetten.’ Door de vestiging van het University College ontstaat er in de binnenstad een levendig studentenkwartier, dat ook innovatieve bedrijven trekt, denkt Louwes. Een soort Rotterdams Quartier Latin met het verbouwde Onderwijsmuseum als middelpunt.
Kortom, door het Erasmus University College krijgt Rotterdam meer profiel als universiteitsstad. En daar heeft de gemeente 4 miljoen euro voor over. ‘De gemeente Den Haag heeft 12 miljoen besteed aan het Leidse University College, dus onze bijdrage is bescheiden. We hebben ook niet opgeboden tegen Dordrecht. Wij kunnen 4 miljoen bijdragen, meer niet. Daar zijn we heel open over geweest. De Erasmus Universiteit heeft voor Rotterdam gekozen omdat ze in het programma inhoudelijk wil aansluiten bij de opgaven van de grote stad.’
Als alles volgens plan verloopt, opent het Erasmus University College in september 2013 de poorten voor de eerste 240 studenten. Net als de vijf al bestaande colleges (zie kader ‘On-Nederlands) mikt het Erasmus University College op ‘de betere student’. Jongeren die niet alleen bovengemiddelde cijfers halen, maar ook bereid zijn 40 of 50 uur per week te studeren. De helft van de studenten moet uit het buitenland komen. ‘Internationale studenten zorgen voor een goed studieklimaat. Ze werken keihard, want zo’n studie kost ze veel geld’, stelt Ronald van den Bos. ‘Ze zorgen ervoor dat Nederlandse studenten ook een stukje harder werken. Dat zien we ook bij andere internationale opleidingen, zoals international business. Daar ligt het studierendement een stuk hoger dan bij de Nederlandse opleiding bedrijfskunde.’
Verzadigd
Naast de Erasmus Universiteit heeft ook de TU Eindhoven plannen voor een University College. Het zevende internationale college plaatst technologie ‘in een maatschappelijke en menselijke context’.
Is er op de internationale studentenmarkt wel zoveel vraag naar brede bachelors in Nederland? Hans de Wit, lector internationalisering van het hoger onderwijs bij de Hogeschool van Amsterdam betwijfelt het. ‘Er zijn wel accentverschillen, maar al die University Colleges vissen in dezelfde vijver. Ze richten zich allemaal op excellente Nederlandse en internationale studenten die zich in de breedte willen ontwikkelen en een intensief programma willen volgen. Die markt lijkt me aardig verzadigd.’
Gemeenten moeten dus niet te snel denken dat ze met een University College snel een stel slimme jongens en meisjes binnenhalen die de stad en de economie dynamiseren, waarschuwt de lector. ‘Het opzetten van zo’n internationaal college kost waanzinnig veel geld. Je bent al gauw tussen de 10 en 20 miljoen euro kwijt.’ Terwijl het risico op nietbezette collegebankjes steeds groter wordt.
De Aziatische toppers die de afgelopen jaren in groten getale naar het Westen trokken, kunnen tegenwoordig ook in de eigen regio terecht. Ondertussen zetten universiteiten elders in Europa ook University Colleges op. De Nederlandse University Colleges lukt het daardoor niet om de helft van de studentenpopulatie uit het buitenland te halen, terwijl dat overal wel het streven is. Nederlandse studenten zijn er voldoende, maar of dat allemaal excellente studenten zijn, is de vraag. ‘Je kunt niet van iedereen een topper maken’, stelt De Wit.
Niet creatief
Jeroen Torenbeek, drijvende kracht achter de internationale summer school van de Universiteit Utrecht, is ook sceptisch. Hij adviseert overheden in binnen- en buitenland die de lokale economie willen stimuleren door het hoger onderwijs te versterken. Hij verbaast zich over het gebrek aan creativiteit in Nederland.
‘Het stimuleren van de lokale economie vraagt maatwerk en niet het copy- paste werk dat de Nederlandse universiteiten nu steeds laten zien door het University College-model steeds uit de la te trekken. Het doet me een beetje denken aan operazangeres Bianca Castafiore uit de strip Kuifje die als ze een lied wil aanheffen altijd vraagt: zal ik de Juwelenaria uit Faust voor u zingen?’ Torenbeek vraagt zich af of het University College-model wel bij Rotterdam past. ‘Rotterdam is een stad van doeners, het is één van de grootste havensteden ter wereld en is op dat vlak heel innovatief. Als je de lokale economie echt wilt stimuleren, zou je zo’n thema moeten uitwerken in plaats van het zoveelste liberal arts-college op te zetten.’
Missing link
In Friesland is die boodschap al geland. De provincie wil net als Rotterdam en Dordrecht meer hoogopgeleiden vasthouden om de economie te stimuleren en trekt daarvoor de komende 4 jaar 16,4 miljoen euro uit. Leeuwarden legt daar 2 miljoen bij. Dat geld vormt het startkapitaal voor de University Campus Fryslân, een netwerkorganisatie van hogescholen, universiteiten en onderzoeksinstellingen. De organisatie richt zich niet op het naar Leeuwarden halen van prestigieuze internationale bachelor-opleidingen, maar op het aanbieden van 2-jarige onderzoeksmasters, gericht op Friese thema’s als watertechnologie en meertaligheid.
‘Sinds de sluiting van de Universiteit van Franeker in 1811 zijn er talloze pogingen gedaan om academische opleidingen naar Friesland te halen. Die zijn allemaal gestrand’, zegt projectleider Siem Akkerman. ‘Het heeft ook weinig zin. Je kunt jongeren daarmee 3 of 4 jaar langer in Friesland houden, maar daarna verdwijnen ze. De kans dat je afgestudeerde masters behoudt is veel groter, blijkt uit onderzoek.’
Leeuwarden telt bovendien al drie hogescholen waar 18 duizend hbobachelors studeren en er zijn drie vooraanstaande onderzoeksinstituten: de Fryske Akademy, de Waddenacademie en Wetsus, een watertechnologisch onderzoeksinstituut. ‘Wij zijn op zoek gegaan naar de missing link en dat zijn masterprogramma’s’, aldus Akkerman. De Rijksuniversiteit Groningen en Wageningen Universiteit gaan die masterprogramma’s aanbieden, mogelijk in samenwerking met de Universiteit Twente en de TU Delft. Op middellange termijn hoopt de organisatie ook promovendi naar Leeuwarden te halen.
De University Campus Fryslân hoeft niet op zoek naar huisvesting, want de drie hogescholen in Leeuwarden beschikken al over onderwijsgebouwen. Alleen de 2 miljoen euro die Leeuwarden beschikbaar stelt, wordt gedeeltelijk aangewend voor huisvesting voor docenten en studenten. ‘Wij steken ons geld dus voornamelijk in de inhoud, in het ontwikkelen van masterprogramma’s en in onderzoek’, aldus Akkerman.
In september 2012 beginnen de eerste 35 studenten aan de master Multi-lingualism, vier jaar later lopen er als het goed is 350 masterstudenten in Leeuwarden rond. Ze zijn misschien wat minder zichtbaar in de stad dan de blikvangers die een University College bezoeken. ‘Maar zo’n college helemaal los van een universiteit is toch een kwetsbaar eilandje’, vindt Akkerman. ‘Wij zoeken liever de aansluiting bij wat er al in Fryslân is.’
On-Nederlands
Het eerste Nederlandse University College dat in 1998 in Utrecht van start ging, werd met enige scepsis begroet.
Selectie aan de poort, Engelstalig onderwijs, een kostschoolachtige sfeer, de nadruk op excelleren; het was allemaal on-Nederlands. Maar inmiddels wordt de introductie van het Angelsaksische model beschouwt als de succesvolste onderwijsvernieuwing van de vorige eeuw, een belangrijk wapen in de strijd tegen de Nederlandse zesjescultuur.
Bij de University Colleges studeert 80 tot 90 procent van de studenten in 3 jaar af. Bij andere universitaire opleidingen lukt dat hooguit 50 procent van de studenten. Dat bereiken de colleges dankzij de selectie van slimme en gemotiveerde studenten, kleinschalig en intensief onderwijs en een uitgekiend mentorsysteem. De zes- tot zevenhonderd studenten leven samen op een campus en ontwikkelen daardoor een hechte band die bijdraagt aan een studieklimaat waarin excelleren mag. Het programma waarin studenten zich breed oriënteren en zelf hun specialisatie kiezen, overgenomen van de Amerikaanse liberal arts and sciences colleges, krijgt als het aan VVD-staatssecretaris Zijlstra van Onderwijs navolging aan alle universiteiten en hogescholen.
Nederland telt vijf University Colleges: in Utrecht, Middelburg, Maastricht, Amsterdam en Den Haag. Zij konden alleen dankzij financiële bijdragen van gemeenten, provincies en startsubsidies van het ministerie van Onderwijs van start gaan.
Ondanks het exclusieve imago is een opleiding aan een University College niet duurder dan gewone universitaire opleidingen. De universiteiten ontvangen de gebruikelijke bekostiging en studenten uit Nederland en de Europese Unie betalen het wettelijke collegegeld (1713 euro). Voor niet- EU-studenten krijgen de universiteiten geen subsidie.
Zij betalen een hoger collegegeld dat bij de bestaande colleges varieert van 7.650 tot 9.400 euro per jaar. Inclusief huisvestingskosten en het levensonderhoud is zo’n student 15 - tot 20 duizend euro kwijt voor een jaartje University College in Nederland. Als de plannen van het kabinet-Rutte doorgaan, mogen universiteiten binnenkort ook Nederlandse en EU-studenten toptarieven in rekening brengen voor topopleidingen.
Ecomische motor
Het hoger onderwijs levert een belangrijke bijdrage aan de economie van universiteitssteden. Van de 14,5 miljard euro die er in 2005 in het hoger onderwijs en onderzoek omgingen, kwam 10,9 miljard (75 procent) terecht in één van de dertien universiteitssteden, becijferde TNO 2 jaar geleden. Dat is 25 duizend euro per student. In Rotterdam en Amsterdam zorgt het hoger onderwijs voor 6 tot 6,5 procent van de economische productie, in Wageningen is dat zelfs 37,5 procent. Daarmee is het hoger onderwijs een middelgrote tot grote economische sector in de universiteitssteden.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.