Zorgen over grotere tweedeling na corona
Nederlanders maken zich zorgen over de toenemende tweedeling in ons land die ook nog eens is uitvergroot door de coronacrisis. Dat is een van de uitkomsten van de Dialoogtafels, waaraan onder andere 600 burgers meededen om op zoek te gaan naar ideeën voor herstel en vernieuwing na de coronacrisis. ‘Dat moet meer zijn dan het top-down implementeren van actieplannen.’
Nederlanders maken zich zorgen over de toenemende tweedeling in ons land die ook nog eens is uitvergroot door de coronacrisis. Dat is een van de uitkomsten van de Dialoogtafels, waaraan onder andere 600 burgers meededen om op zoek te gaan naar ideeën voor herstel en vernieuwing na de coronacrisis. ‘Dat moet meer zijn dan het top-down implementeren van actieplannen.’
Dialoog
Hoe komt de tijd na de coronacrisis eruit te zien? Dat is een vraag die ‘Den Haag’ niet alleen kan beantwoorden. Dat kan alleen ‘samen’, schrijft minister Kajsa Ollongren van BZK in het voorwoord van de uitgave ‘Perspectief op Nederland na de crisis’. Het was reden om het programma DG Samenleving en COVID-19 de afgelopen maanden aan te gaan: een ‘dialoog met de samenleving’. In het voorjaar van 2021 werd, samen met 41 lokale bestuurders, gesproken met 600 burgers, 128 bedrijven en maatschappelijke organisaties en 50 wetenschappers over hoe Nederland kan herstellen en vernieuwen naar aanleiding van de coronacrisis.
Nieuwe ongelijkheden
Die gesprekken gaven Ollongren inspiratie en nieuwe inzichten. Ze concludeert dat de coronacrisis heeft geleid tot nieuwe ongelijkheden, die kwetsbaren kwetsbaarder maakt en ‘nieuwe kwetsbaren’ creëert. Ook is er een roep om duurzaam economisch herstel, gericht op vernieuwing, in plaats van alleen herstel. Daarbij zorgde de crisis voor een nieuwe waardering voor een gezonde leefstijl en de directe leefomgeving en is er waardering voor en zorg over de sociale en mentale veerkracht van de samenleving. Ook leverde ‘verregaande digitalisering’ nieuwe inzichten op over het nieuwe werken en leven in een blended samenleving en benadrukte de crisis het belang van goede bestuurlijke verhoudingen en inclusieve besluitvorming in tijden van crisis. Via www.watisjouwidee.nl kunnen de deelnemers en andere belangstellenden de uitkomsten van de verschillende gesprekken teruglezen.
Geen blauwdruk
De uitkomsten van de dialoog vormen volgens Ollongren geen blauwdruk voor de toekomst. ‘Het laat wél zien hoe verschillende opgaven in samenhang met elkaar opgepakt kunnen worden. Daarmee zullen we hard aan de slag moeten – zowel ‘Den Haag’, als de samenleving in brede zin.’ De dialoog met verschillende groepen, van jongeren tot ouderen, leraren tot ondernemers vormt volgens de minister het fundament van maatschappelijke vernieuwing. ‘Dat is waar ik me voor ga inzetten.’
Spiegel
De ervaringen, ideeën en wensen uit de dialoog zijn samengevoegd met de uitkomsten van andere gesprekken met ‘stakeholders’ binnen en buiten de overheid. Het doel daarvan is om de overheid en de samenleving een spiegel voor te houden: hoe zijn we deze crisis doorgekomen? Wat heeft herstel nodig? Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen die we willen behouden? En vooral: wat zegt dit ons over hoe we Nederland ná de crisis willen vormgeven? De uitkomsten van het dialoogtraject zijn kleurrijk en uiteenlopend, staat beschreven in de uitgave. En vrijwel alle elementen speelden de afgelopen jaren al een steeds grotere rol in de politiek en het maatschappelijk debat. De pandemie heeft het denken hierover versneld of in een ander perspectief geplaatst. ‘De dialoog laat zien hoe de samenleving zélf in beweging kwam om deze crisis gezamenlijk te doorstaan.’
Toenemende tweedeling
Uit de dialoog blijkt dat de coronacrisis de samenleving hard heeft geraakt. Deelnemers hebben het vooral over de mentale en sociale dimensie van deze klap en spreken van ‘winnaars’, ‘verliezers’ en ‘persoonlijk leed’. Er heersen zorgen over toenemende tweedeling, niet alleen over de bestaande verschillen die zijn uitvergroot door corona, zoals generationele of regionale verschillen, maar ook over nieuwe of toegenomen verschillen, bijvoorbeeld tussen zzp’ers en werknemers in loondienst en tussen wel en niet gevaccineerden. Ook zijn er zorgen over wat anderhalf jaar leven in ‘de eigen bubbel’ heeft gedaan met de mentale en sociale afstand tussen groepen. Veel deelnemers riepen op tot een domeinoverstijgende aanpak van deze maatschappelijke ongelijkheden met de nadruk op het bieden van meer kansen voor kinderen, jongeren en mensen met lage sociaaleconomische status.
Meer inspraak
Inzoomend op het thema ‘bestuurlijke verhoudingen en inclusieve besluitvorming in tijden van crisis’ blijkt dat de coronacrisis een extra beroep heeft gedaan op de vertrouwensrelatie tussen burgers en overheid. ‘In het begin van de coronacrisis zagen we een toenemend vertrouwen in de rijksoverheid. Tegelijkertijd zijn er ook veel kritische kanttekeningen geplaatst en ontstond er publiekelijk verzet en protesten tegen de aanpak en maatregelen ter bestrijding van het coronavirus.’ Met het oog op de crises ‘die onvermijdelijk nog komen’ opteren deelnemers aan de dialoog voor meer nabijheid van de overheid, inspraak van burgers, gelijke behandeling en inclusiviteit.
Niet vinken, maar vonken
Vooral op het lokale niveau komt de wens om burgers, organisaties en medeoverheden meer te betrekken ter sprake. ‘Herstel en vernieuwing naar aanleiding van de crisis moet dus meer zijn dan het top-down implementeren van actieplannen, bijvoorbeeld door de samenleving te ondersteunen met het nemen van eigen initiatief.’ In de uitgave wordt een zorgondernemer, deelnemer aan de dialoog, geciteerd: Ik denk dat er sprake is van gestold wantrouwen bij de overheid, er zijn zoveel vinklijstjes. Wat dan in het gedrang komt voor mij: mensen durven geen risico’s meer te nemen, zelf na te denken wat goed is. Je moet niet vinken, maar vonken!’
Positief verrast
De dialogen hebben nu al een duidelijk effect gehad, want de deelnemers voelden zich gehoord, aldus de uitgave. ‘Mensen konden hun hart luchten, hun visie kwijt, kwamen buiten hun bubbel in gesprek met andere groepen en andersdenkenden.’ Na een tijd van afzondering en sociale isolatie, ‘vergrootten de gesprekken de onderlinge verbondenheid en solidariteit’. Ook intergenerationeel bezien was dit het geval. ‘Jongeren waren positief verrast over de betrokkenheid van de oudere generatie bij maatschappelijke vraagstukken, en andersom.’
Dialoog 'niet eenmalig'
Men kreeg er hoop en moed van, maar een duidelijke vrees was er ook, namelijk dat de overheid de input alleen zou gebruiken voor het verkopen van herstel- en vernieuwingsperspectieven, niet voor de vormgeving daarvan. Een oplossing daarvoor was er ook: het dialoogtraject moet geen eenmalig, uitzonderlijk instrument zijn voor uitzonderlijke tijden, maar een structureel onderdeel van het verder vormgeven en uitrollen van herstel- en vernieuwingsbeleid. De uitkomsten van de dialoog worden besproken met onder andere de Denktank Coronacrisis, VNO-NCW en MKB Nederland, alle departementen, planbureaus, VNG, IPO en individuele gemeenten en provincies. ‘De vraag staat daarbij wederzijds centraal: wat pakken we morgen als eerste op?’
We praten hier rap over 20% van de bevolking die maar aan de buren, hun vrienden en kennissen of zelfs vreemden hun hele privézaken op tafel moeten leggen en daarbij met gemak hun Burgerservicenummer, DIGID, hun rekeningnummers, paspoort of identiteitsbewijs, financiën, belastinggegevens, medische gegevens af moeten geven en dan maar moeten hopen dat de ander niet mee gaat oplichten of chanteren of discrimineren etc.