Nieuwe jeugdwet en bureaucratie
De duivel van bureaucratisme schuilt in het detail van de uitvoeringspraktijk en niet in de hoofdlijn van landelijke wetgeving, betoogt Erik Gerritsen
Het rapport van het Adviescollege toetsing regeldruk (Actal) waarin wordt gesteld dat de nieuwe jeugdwet leidt tot meer bureaucratie in de jeugdzorg, werd de afgelopen week enthousiast geciteerd en geretweet. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dit vooral gebeurde door principiële tegenstanders van de transitie jeugdzorg die elke gelegenheid aangrijpen om spaken in het transitiewiel te steken. Maar laten we vooral naar de inhoud van de kritiek van Actal kijken. Die valt nogal tegen.
Want de voorbeelden van bureaucratie die de Actal noemt zijn niet sterk. Wat is er mis met verplichte beroepsregistratie, certificering, klachtenregelingen en cliëntenraden? We willen toch een professionele jeugdzorg? Wat is er mis met een landelijke Inspectie ook al worden de gemeenten integraal verantwoordelijk? Dat is wel zo efficiënt. Wat is er mis met landelijke verantwoordingsinformatie? Dat is een stuk minder bureaucratisch dan wanneer elke gemeente daar eigen afspraken over maakt en het maakt onderlinge vergelijking van prestaties mogelijk. Vergelijking van prestaties stelt gemeentebesturen en gemeenteraden in staat om te beoordelen hoe de jeugdzorg het in de eigen regio/gemeente doet, zonder dat men zich zelf met de details hoeft te bemoeien. De mijns inziens minimale eisen die in de jeugdwet zijn opgenomen zijn nodig om de rijksoverheid in staat te stellen haar systeemverantwoordelijkheid waar te maken.
Kortom, ik zie weinig overbodige bureaucratie in deze jeugdwet zitten. De kritiek van Actal is te abstract en gaat volledig voorbij aan het algemene gegeven dat “bureaucratisme” zich vooral manifesteert in de uitvoeringspraktijk van eigen gemeentelijke of sectorale regels, protocollen en gestolde omgangsvormen en niet in landelijke wetgeving. Enige alertheid is nog wel geboden bij de uitvoeringsregels die met betrekking tot certificering nog worden opgesteld door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Certificering draagt een risico van bureaucratische in zich, maar kan – mits voor een verstandige methodiek wordt gekozen – zeer ondersteunend zijn voor permanente kwaliteitsverbetering en kwaliteitsborging. De opmerking in de nieuwe jeugdwet dat niet gekozen is voor de HKZ systematiek is in dit verband hoopvol.
Waar we vooral alert op moeten zijn is hoe de uitvoeringspraktijk zich gaat ontwikkelen. Kan het parlement tijdens de behandeling van de nieuwe jeugdwet de verleiding weerstaan om alsnog zaken verder dicht te regelen zoals destijds gebeurde bij de behandeling van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning? Kunnen regering en parlement de verleiding weerstaan om na 1 januari 2015 weer in de beleidsregelreflex te schieten in geval van familiedrama’s? Gaat de landelijke Inspectie op een moderne, op leren van fouten, gebaseerde wijze werken rekening houdende met de complexe en onzekere context waarin jeugdzorgwerkers hun werk moeten doen of vervalt men in bureaucratisme veroorzakend contextloos en met kennis-achteraf-wijsheid veroordelen? Gaat de landelijke verantwoordingsinformatie bestaan uit pervers gedrag stimulerende indicatoren of uit betekenisvolle prestaties?
De nieuwe jeugdwet biedt de gemeenten als nieuwe opdrachtgevers de kans en de ruimte om niet dezelfde bureaucratische fouten te maken als hun voorgangers. Daarmee is niet gegarandeerd dat dat niet gebeurt en dat er geen nieuwe bureaucratie bijkomt. Bureaucratisme is een hardnekkig fenomeen, ook in gemeenteland. Er zijn voorbeelden genoeg waarin gemeenten gedecentraliseerde taken zelf bureaucratisch dichttimmerden. Er is dus nog geen reden om zelfgenoegzaam achterover te leunen. Maar de strijd tegen bureaucratisme in de jeugdzorg wordt gevoerd in de nog te ontwikkelen nieuwe uitvoeringspraktijk en vindt niet zijn oorzaak in de nieuwe jeugdwet.
Om de strijd tegen overmatige bureaucratie te winnen is ook de inzet van de jeugdzorgsector zelf nodig, want veel van de huidige bureaucratie is door de sector zelf bedacht. Weliswaar onder indekgedrag bevorderende druk van een politiek/publicitair klimaat van zwarte pieten, maar toch. Zo bestaat er bijvoorbeeld geen wet en zelfs geen protocol waarin de beruchte tijdvretende contactjournaals verplicht worden gesteld. Bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam hebben we dat contactjournaal daarom gewoon vervangen door een korte gezinsrapportage die de basis vormt voor (de verantwoording over) al ons werk (gezinsplan, onderbouwing verwijzing naar jeugdzorg, verzoek ondertoezichtstelling Raad voor de Kinderbescherming, voortgangsrapportage rechtbank, calamiteitenrapportage Inspectie).
We hebben de afgelopen jaren nog veel meer bureaucratisme opgeruimd die we onszelf hadden opgelegd en die ons door netwerkpartners werd opgelegd, zonder dat daarvoor een wettelijke verplichting gold. Ontketende gezinsmanagers kregen weer meer tijd voor gezinnen met een grote daling van het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen als gevolg.
De met bureaucratisme bestrijding opgedane ervaring stellen we graag ten dienste van de gemeenten, zodat zij niet in oude fouten vervallen. Want de duivel van bureaucratisme schuilt in het detail van de uitvoeringspraktijk en niet in de hoofdlijn van landelijke wetgeving.
Erik Gerritsen
Wanneer we echter professionals laten controleren en aansturen door mensen die inhoudelijk van niets weten ligt bureaucratie op de loer. Dan wordt het scoren van aangevinkte ingevulde plannetjes, handelingen op de computer e.d. Dat is geen kwaliteit. Dat is een gedrocht.
Inhoud moet weer leidend worden en niet het schuiven van papier... een grote uitdaging voor gemeenten waarvoor ze hopelijk ook inhoudelijke mensen aannemen (bv. mensen met een master pedagogiek zoals de HAN aflevert) en niet taken herschikken onder mensen die van (jeugd)zorg niet veel weten. Een kindgericht systeem opzetten biedt kansen mits er ook ruimte is en inhoudelijke kennis en ervaring om dit echt rond het kind te centreren .. veel werk aan de winkel voor gemeenten. Begin maar eens met honoreren van professionaliteit van mensen! Laat ze verantwoording dragen en volgens eigen beroepscodes afleggen. Dan is veel minder controle nodig.