Groningen ‘onbegrijpelijk koppig’ over bewindvoering
Groningen gaat in beroep tegen de tweede uitspraak van de rechter over de manier waarop het lokale bestuur bewindvoering vormgeeft.
De gemeente Groningen tekent hoger beroep aan tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland over het gemeentelijk beleid op het gebied van bewindvoering. De rechter tikte Groningen voor de tweede keer op de vingers omdat de gemeente geen bijzondere bijstand wil verstrekken voor inwoners die gebruik maken van een bewindvoerder die niet voor de gemeentelijke kredietbank werkt. De brancheorganisaties voor bewindvoerders zeggen dat het beroep getuigt van een ‘onbegrijpelijke koppigheid’.
Teruggefloten
Groningen voert de bewindvoering voor inwoners die met schulden kampen sinds 2018 zoveel mogelijk zelf uit. In 2022 vloot de rechter die aanpak voor het eerst terug, toen bleek dat inwoners die gebruik maakten van een externe bewindvoerder onder druk waren gezet om over te stappen naar de gemeentelijke dienstverlening via de Groningse Kredietbank. (GKB). Zo dreigde de gemeente onder andere met het niet vergoeden van de dienstverlening via de bijzondere bijstand. Iets waar mensen die rond bijstandsniveau leven wel recht op hebben.
Nog een rechtszaak
De gemeente paste hierop de werkwijze aan door niet langer van inwoners te vragen dat zij zouden overstappen. Wel besloot Groningen voor nieuwe cliënten met een externe bewindvoerder niet langer te vergoeden via de bijzondere bijstand. Ook dit was onwettelijk, concludeerde de rechter recent. De werkwijze van de GKB ‘vertroebelt’ volgens de rechter zelfs de door de kantonrechter te maken afwegingen. Het is namelijk de rechtbank die de bewindvoerder moet aanwijzen, en niet de gemeente.
Hoger beroep
Maar Groningen laat het hier niet bij zitten. In een brief aan de gemeenteraad heeft het college laten weten dat zij in hoger beroep gaat tegen de uitspraak. Het gaat in eerste instantie om een pro-forma beroep, want het college is nog niet klaar met het inhoudelijk bestuderen van de uitspraak.
'Onbegrijpelijke koppigheid'
De brancheorganisaties voor wettelijke vertegenwoordiging, Horus en NBBI, reageren uiterst kritisch op het besluit van het Groninger college om beroep in te dienen. ‘Het besluit van de gemeente om toch tegen deze uitspraak in beroep te gaan, getuigt van een onbegrijpelijke koppigheid’, aldus voorzitters Gert Boeve (Horus) en Anton van den Ham (NBBI) in een gezamenlijk statement. ‘Ondanks een glasheldere uitspraak van de rechtbank blijft de gemeente Groningen volharden dat mensen in een kwetsbare financiële situatie alleen bij de gemeente voor ondersteuning terecht kunnen.’
'Rechter bepaalt'
Volgens de brancheorganisaties gaat de wijze waarop het systeem met bewindvoering in Groningen werkt in tegen de manier waarop dat landelijk georganiseerd is en zou moeten zijn. ‘Onder bewind komen is een hele ingrijpende maatregel en vraagt van mensen veel vertrouwen in de bewindvoerder. Mede om die reden bepaalt de rechtbank wie het meest geschikt is om als bewindvoerder op te treden.’
'Overheid wekt geen vertrouwen'
Gemeenten zouden daar juist afstand van moeten nemen, vinden Boeve en Van den Ham. ‘Een bewindvoerder is een onafhankelijke dienstverlener die optreedt als belangenbehartiger van de onder bewind gestelde. Dat een ambtenaar van de gemeente die rol vervult, is daarom niet meteen logisch. De overheid is vaak mede debet aan de financiële problemen waarin mensen terecht zijn gekomen, zo heeft ook de Nationale Ombudsman regelmatig vastgesteld. Wanneer diezelfde overheid vervolgens de helpende hand uitsteekt, zal niet bij iedereen meteen veel vertrouwen wekken.’
Reactie gemeente Groningen
De gemeente Groningen laat in een reactie op het bovenstaande weten dat ze op deze manier werken 'om zo meer grip te krijgen op de kwaliteit en kosten van het beschermingsbewind. Als gemeente zijn wij heel goed in staat om bewindvoering uit te voeren waarbij het belang van de inwoner altijd voorop staat. Omdat de gemeente dan de regie heeft op de inzet van maatregelen die de inwoners helpen bij de oplossing van hun financiële hulpvraag. En daarbij voert de gemeente schuldenbewinden goedkoper uit zonder enig winstoogmerk. Bij aanmeldingen bij de GKB wordt een zorgvuldige afweging gemaakt welke maatregel de beste is gezien de situatie van de inwoner. Daarbij is er geen enkele financiële prikkel bij de GKB om een bepaalde maatregel in te zetten, anders dan die maatregel die het beste is voor de inwoner.'
De gemeente gaat niet in op de inhoudelijke kritiek van de rechter of de belangenorganisaties. 'Mensen zullen bij ons nooit langer dan noodzakelijk onder bewind gesteld worden. We zullen voor de inwoner altijd de minst ingrijpende en best passende maatregel kiezen, waarbij ook het vergroten van de financiële zelfredzaamheid een belangrijke rol speelt. Dat is in het belang van de inwoner en in het publieke belang. Dit beleid is de afgelopen jaren aantoonbaar succesvol gebleken. We hebben de instroom in beschermingsbewind weten te beperken en de uitstroom weten te bevorderen, met name voor inwoners met problematische schulden. Tevens hebben we de kosten van bijzondere bijstand, in vergelijking met andere gemeenten, weten te beperken. Dit alles maakt ook dat het college de uitspraak van de rechter betreurt en zich nader beraadt op vervolgstappen.'
https://www.rtvoost.nl/nieuws/318544/wethouder-kampman-signalen-over-fraude-bij-bewindvoerders-beter-oppakken
https://www.bnnvara.nl/kassa/discussie-onjuiste-bewindvoering-leidt-tot-schulden
https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/1340791/bewindvoerder-ontslagen-na-wanorde-in-dossiers-gehandicapte-brabanders