Advertentie
sociaal / Achtergrond

Blijven zorgen

Provincies moeten alleen de regie voeren over ruimte, economie en cultuur, oordeelde de commissie- Lodders. Zorg en welzijn zijn voor de gemeenten. In Friesland, Groningen en Drenthe is de praktijk anders. ‘De provincie heeft hier een sociale opdracht.’

18 februari 2011

Een Fries project van 140 duizend euro om zwangere vrouwen te informeren over gezond gedrag, 75 duizend euro voor kerkvrijwilligers die armoedesignalen leren oppakken, een stimuleringsbudget armoedebestrijding van 150 duizend euro per jaar in Groningen. Edelmoedig en prijzenswaardig, zegt de één. Uitingen van een opgeblazen provincie en fossiele politiek, zegt de ander. Maar in elk geval geen projecten die behoren tot wat de commissie- Lodders in 2008 bestempelde als kerntaken van de provincie. En dat zijn de in de Friese, Groningse en Drentse verkiezingsprogramma’s bepleite oprichting van een provinciaal opvanghuis; de subsidies aan een anti- discriminatiebureau of een wereldburgerschapbureau en aan ‘maatschappelijk activeringswerk’ ook niet. Provincies dienen zich volgens de commissie-Lodders immers te concentreren op economie, ruimtelijke ordening en cultuur. Zorg, armoedebeleid en welzijn zijn het pakkiean van de gemeenten.

 

Voorzitter Franssen van het Interprovinciaal Overleg (IPO) zei direct na publicatie van het rapport Ruimte, Regie en Rekenschap van de Gemengde commissie decentralisatievoorstellen provincies (de commissie- Lodders) te verwachten dat de provincies het eens zouden zijn met de voorgestelde kerntaken op ruimtelijk-economisch en cultureel terrein. De terugtrekking uit het sociale veld zou wel ‘tot veel discussie leiden’.

 

Die discussie is voor ChristenUnielijsttrekker en gedeputeerde in Friesland Piet Adema 3 jaar na dato ook nog niet afgelopen. Adema beheert als gedeputeerde onder meer de portefeuilles vrijwilligerswerk en armoedebeleid. Zijn provincie had de afgelopen 4 jaar 4 miljoen euro in huis voor de bestrijding van stille armoede in het Friese.

 

Goed besteed geld, vindt Adema. De gedeputeerde: ‘Wij hebben provinciaal werkende organisaties met dat geld geholpen. Denk aan de Stichting Leergeld en het Sportfonds. We hebben ook het provinciale fonds voor Urgente Noden opgericht, waar mensen snel geld kunnen lenen om hun schulden af te betalen. Je moet er namelijk voor zorgen dat schulden zich niet kunnen opstapelen.

We hebben ook geprobeerd om hulporganisaties sneller armoede te laten onderkennen. Eind dit jaar zijn 2 duizend medewerkers van de thuiszorg getraind in het signaleren en bespreekbaar maken van armoede. We hebben ook welzijnsorganisaties met elkaar in contact gebracht. Die regiefunctie van de provincie doet er dus toe.’

 

Nuon-aandelen

 

Als lijsttrekker van de ChristenUnie in Friesland pleit Adema voor het voortzetten van subsidie aan organisaties als Zorgbelang Fryslân en discriminatiebureau Tumba. Hij vindt ook dat andere welzijnsorganisaties voordeel moeten hebben van de opbrengst van de Nuon-aandelen (Friesland verkocht in 2009 haar Nuon-aandelen voor 1,25 miljard euro aan het Zweedse staatsbedrijf Vattenfall).

 

Adema: ‘Sommige organisaties zijn afhankelijk geworden van provinciaal geld. Je kunt het als provincie niet maken om de zorgtaken af te stoten en vervolgens de gemeenten te laten opdraaien voor de kosten. Daarom vind ik dat het rendement op een klein deel van het vermogen van Nuon structureel moeten worden gebruikt om die organisaties de komende jaren op de been te houden.’ Armoedebestrijding en welzijnszorg zijn volgens gedeputeerde Adema onmisbare elementen in de bestrijding van bevolkingskrimp op het Friese platteland.

 

De gedeputeerde: ‘Sociaal beleid hoort thuis bij de gemeenten, maar je kunt in Friesland de gemeenten, die het financieel toch al moeilijk hebben, onmogelijk alle zorgtaken laten overnemen en ook nog eens verwachten dat ze de krimp bestrijden. De provincie zou in een volgende periode minder intensief moeten inzetten op armoedebestrijding, maar kan wel regisseur blijven. Ik zou het een eer vinden om in een volgend college weer regisseur van dat armoedebeleid te mogen zijn. Want armoedebeleid past bij de provincie.’

 

Toegevoegde waarden

 

De Groningse gedeputeerde William Moorlag (PvdA, financiën, ruimtelijke ordening en grondbeleid) vindt dat zijn provincie geen eigenstandig armoedebeleid behoort te voeren. Voor het overige meent de PvdAlijsttrekker bij de aanstaande Statenverkiezingen dat de provincie een sociale opdracht heeft.

 

Moorlag: ‘Het is goed dat gemeenten en provincies uit elkaar worden gehaald, maar dat wil niet zeggen dat de provincie haar gezicht niet mag of moet laten zien in het sociale domein. Je kunt als provincie toegevoegde waarde hebben door gemeenten die krap zitten hulp te bieden bij het instandhouden van voorzieningen.

 

‘We hebben hier in Groningen Zorgbelang. Als wij Zorgbelang als belangenbehartiger van de zorgvragers niet ondersteunen, dan verdwijnt die organisatie. Wettelijk heeft de provincie niets te maken met onderwijs, maar in de krimpgebieden hebben wij geld gestoken in de samenwerking tussen onderwijskoepels en in spreiding van het onderwijs. Dat doen we niet omdat wij gemeentetje willen spelen, maar omdat het anders gewoon niet gebeurt.’

 

Geldgebrek

 

Groningen heeft 2 jaar geleden 558 miljoen euro gebeurd bij de aandelenverkoop van Essent aan het Duitse RWE. Dat is voor Moorlag echter geen rechtvaardiging voor de provinciale bemoeienis met het lokale domein. In veel gevallen kan het niet anders. Moorlag: ‘Gemeenten kunnen de bovenlokale problemen niet adequaat oppakken. Dat heeft alles te maken met het schaalniveau. Groningen heeft 23 gemeenten, waarvan er 22 minder dan 40 duizend inwoners hebben. Ze lijden aan geldgebrek. Een gemeente als Pekela in Oost-Groningen wordt onder water geduwd door de bezuinigingen op de sociale werkvoorziening en Wajong-uitkeringen.

 

‘Daar komt bij dat de sociale problemen nauw verbonden zijn met de ruimtelijke ordening. Neem de krimp. Dat is niet alleen een kwestie van woningbouw, maar ook van spreiding van voorzieningen en leefbaarheid in de dorpen. Stads- en dorpsvernieuwing in de krimpgebieden is onmogelijk zonder steun van de provincie. Om voldoende financiele slagkracht te kunnen ontwikkelen, combineren we daarom een gemeente- euro met een provincie-euro, en soms nog met 1 of 2 Europese euro’s. Ik schaam mij er dus niet voor om bovenlokaal bezig te zijn om de kwaliteit van de voorzieningen in Groningen op peil te houden.’

 

 Maar of de activiteiten voor kansarme kinderen op peil blijven in Groningen, is de vraag. ‘We hebben het signaal gekregen dat de provincie gaat stoppen met de subsidiëring van de Stichting Leergeld. Dat zou een enorme klap zijn, want dan wordt het ook moeilijker om lokaal fondsen te werven’, zegt Leergeld- directeur Ineke de Rooij. De vrijwilligersorganisatie Leergeld organiseert binnen-en buitenschoolse activiteiten voor kinderen van ouders met een inkomen rond de bijstandsnorm. De landelijke organisatie Leergeld heeft vier vestigingen in Groningen, vier in Friesland en één in Drenthe.

 

Directeur De Rooij: ‘We doen vaak een beroep op provincies voor het opstarten van nieuwe stichtingen en voor medefinanciering van de apparaatkosten. Lokale sponsoren zijn eerder geneigd om gelden toe te kennen als de overheid ook een bijdrage levert. Juist in deze tijd is het erg moeilijk om particuliere fondsen te werven. Dan kan de overheid ons een zetje geven.’

 

In Drenthe wordt Leergeld alleen gesubsidieerd door de gemeente Emmen. Ineke de Rooij: ‘De provincie doet niet mee, maar we zijn wel van plan om in Drenthe nieuwe stichtingen te starten en de provincie te benaderen. Ook na het rapport van de commissie-Lodders hebben we ons werk in overleg met andere provincies kunnen uitbreiden en opstartgelden ontvangen. Als Drenthe niet meedoet, dan is dat een slecht signaal en blijven kinderen buitengesloten.’

 

Terug naar basis

 

Als het aan de VVD in Drenthe ligt, geeft de provincie geen subsidie voor de uitbreiding van de Leergeld-activiteiten. ‘Armoedebeleid hoort niet bij de provincie thuis, maar bij de gemeenten’, zegt Statenlid en VVDlijsttrekker Annemarie Pannekoek. In het voorwoord van haar verkiezingsprogramma meldt de partij ook direct: ‘De provincie moet terug naar haar basistaken waartoe zij wettelijk verplicht is.’ Veel over economie en infrastructuur, niets over zorg en armoedebeleid.

 

Pannekoek: ‘Nog voordat de commissie- Lodders met haar rapport kwam, was de provincie Drenthe op verzoek van de Staten bezig met een herbezinning op haar taken. Daar is toen het rapport Amen is geen Amsterdam uitgekomen. Het criterium voor de provincie is geworden: biedt actie van de provincie toegevoegde waarde? Gedeputeerde Staten hebben daar toen de conclusie uit getrokken dat sociaal beleid niet bij de provincie hoort.’

 

Zover gaat de VVD volgens lijsttrekker Annemarie Pannekoek niet maar het moet wel afgelopen zijn met de ‘subsidieverslaving’. Armoedebeleid mag voor de VVD in Drenthe off-limits zijn, anti-krimpbeleid is dat niet. Pannekoek: ‘Wij willen het platteland vitaal houden. Gemeenten als Aa en Hunze, Borger- Odoorn en Westerveld zitten nu al in de gevarenzone. Provinciale Staten hebben vorig jaar uit de verkoop van de Essent-aandelen 25 miljoen euro opzij gezet voor bestrijding van krimp in de provincie. Wij zien weliswaar meer in herstructurering van de harde infrastructuur, maar er is ook ruimte voor sociaal beleid.’

 

Pannekoek heeft als Statenlid nu nog zorg en welzijn in haar portefeuille. Wat gaat daarmee gebeuren? ‘Die posten verdwijnen. Ik heb in het Presidium aangekaart dat de commissiestructuur na 2 maart ook moet veranderen. Een deel van het takenpakket verdwijnt immers. Straks is de jeugdzorg weg, we moeten wettelijk nog de Wmo ondersteunen en we doen nog wat aan onderwijsachterstanden. Maar verder draait zorg in deze provincie nieuwe stijl enkel om het vitaal houden van het platteland.

 


 

Elementen van de ‘oude provincie’ in de verkiezingsprogramma’s van enkele partijen in de drie noordelijke provincies.

 

Drenthe

 

PvdA

• Initiëren en stimuleren van pilots op het terrein van kleinschalige woon-zorgvoorzieningen, -bijvoorbeeld zorgboerderijen en hospices. Boerderijen en grotere gebouwen die vrijkomen hierbij betrekken.

 

CDA

• Ondersteuning geven aan organisaties die in het kader van provincie nieuwe stijl ‘tussen wal en schip’ dreigen te vallen.

 

GroenLinks

• Stimuleren projecten die provinciebreed bijdragen aan de preventie en het terugdringen van armoede. Ondersteuning provinciale organisaties die vrijwilligers helpen.

• Er komt een provinciaal opvanghuis in samenwerking met instanties die zorgen voor een woon- en leer-werkomgeving, zodat probleemjongeren alsnog hun startkwalificatie -kunnen halen.

• Schuldhulpverlening wordt toegankelijk gemaakt voor jongeren met studiefinanciering.

 

Groningen

 

PvdA

• Goede en bereikbare zorg thuis stimuleren.

• Ondersteuning van mensen die zich belangeloos inzetten voor de samenleving, zoals in het -vrijwilligerswerk, mantelzorg en het patiënten- en consumentenbelang.

 

CDA

• Het kan van belang zijn dat het provinciebestuur ook zaken als sociaal beleid, zorg- en gezondheidsvoorzieningen, onderwijs, sport en recreatie oppakt. Om die reden ondersteunt het CDA een leefbaarheidsfonds.

 

ChristenUnie

• Voldoende mogelijkheden van opleiding, ontspanning en wonen voor gehandicapten.

• Extra aandacht voor de huisvesting van en zorgverlening aan ouderen.

• Met gemeenten ontwikkeling van integraal ouderenbeleid.

• Projecten voor vrijwilligers kunnen aanspraak maken op een financiële bijdrage van de provincie.

• Bestrijden van armoede en sociale uitsluiting, bijvoorbeeld door steun aan zelfhulp-organisaties.

• In het kader van armoedebestrijding krijgen initiatieven van de Stichting Leergeld en Voedsel-banken - zo lang als nodig - provinciale ondersteuning.

 

GroenLinks

• Woon-zorgzones in dorpen en wijken al dan niet in combinatie met ‘steunstees’ (lokale steun-punten) worden gestimuleerd.

• Vrijwilligersorganisaties die lacunes opvullen door maatschappelijk activeringswerk, zoals Humanitas en kerkelijke organisaties, verdienen naast projectsubsidies structurele provinciale steun.

• Organisaties kunnen worden gestimuleerd om hun vrijwilligers een passende onkostenvergoeding te verstrekken.

• Het beleid voor mondiale bewustwording wordt gemoderniseerd. Concreet betekent dit dat de -vernieuwde opzet van het COS (Centrum voor Ontwikkelings Samenwerking) wordt ondersteund.

 

Friesland

 

PvdA

• Het Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden (FSU) en anti-discriminatiebureau -Tumba kunnen op steun blijven rekenen van de provincie.

 

CDA

• Leefbaarheid in stand houden door een provinciaal netwerk van sport, welzijn, onderwijs, en zorg-voorzieningen te realiseren. Hier heeft de provincie een coördinerende en regisserende rol.

• De Friese traditionele sporten verdienen een prominente plaats. Iedereen dicht bij huis kunnen sporten.

• De gespecialiseerde jeugdzorg is een taak voor de provincie en moet dat ook blijven.

 

ChristenUnie

• Door de provincie gesubsidieerde maatschappelijke organisaties krijgen een bruidsschat mee voor een geleidelijke overgang naar de gemeenten.

• De provincie blijft Zorgbelang en discriminatiebureau Tumba financieren middels budgetsubsidie.

 

(De PVV doet niet aan verkiezingsprogramma’s.)

 

Dit is de derde aflevering van een serie van vier over het functioneren van de provincies, in de aanloop naar de verkiezingen van de Provinciale Staten op 2 maart aanstaande.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Anita Serra
In BB07 werd uitvoerig stil gestaan bij provincies met een ‘sociale opdracht’. De provincie Groningen is zo’n provincie die sterk haar sociale gezicht laat zien in het sociale domein. Waar de discussie zich onder andere op richtte waren de regio’s die nu en in de toekomst te maken krijgen met een gestage bevolkingsafname. De afname van de bevolking in deze ‘krimpregio’s’ heeft grote gevolgen voor de woon- en leefbaarheid en daarmee voor de kwaliteit van veel (sociale) voorzieningen.  Voor veel gemeenten groeien deze ontwikkelingen steeds verder boven hun hoofd uit. Dit heeft te maken met het schaalniveau en vaak ook geldgebrek. Toch ligt bij het onderwerp bevolkingskrimp teveel de aandacht bij het probleem.  Er zijn ook veel kansen. Bij het zoeken naar oplossingen voor een vitaal en leefbaar platteland liggen er juist uitdagingen voor nieuwe vormen van samenwerking tussen provincie, gemeenten, ondernemers, onderwijskoepels, wooncorporaties en andere maatschappelijke organisaties.  Voor de provincie van nu ligt, als regionaal bestuursorgaan, in een steeds complexer wordende samenleving met een lappendeken aan (bovenlokale) organisaties en belangen juist in die regievoering een absolute meerwaarde. Er is steeds meer behoefte aan een provincie die in plaats van goverment het accent verlegd naar governance.  En die meer de focus wil leggen op gebiedsregie en ontwikkeling, zonder zich als ‘overbodig’ bestuursorgaan te hoeven opblazen. Kenmerken van deze ‘nieuwe’ overheidsrol zijn: het blijvende besef van onderlinge afhankelijkheid en de absolute noodzaak tot samenwerking met andere partijen. Het inzicht dat de provinciale overheid een belangrijke speler is, maar dat ze niet per definitie altijd dé centrale speler is.  Daarbij moeten provincies zowel in staat zijn de regie te voeren, als deze weloverwogen over te laten aan andere partijen. Dat geeft de provincie voor nu en in de toekomst niet alleen bestaansrecht maar ook een sterke maatschappelijke meerwaarde. Regie doet er toe.
Advertentie