Minder gedwongen maatregelen doel of middel?
Minder gedwongen maatregelen doel of middel? Die vraag stelt Erik Gerritsen in een driedelige columnserie over betekenisvolle prestaties in de jeugdzorg.
Deel 1 in een 3-delige serie over betekenisvolle prestaties in de jeugdzorg.
Op twitter (egerrit) ontstond enige tijd geleden een discussie over de vraag wanneer (Bureau) Jeugdzorg succesvol is. Gaat het over terugdringen van ondertoezichtstellingen en zo nee waarom niet? Gaat het over veilige ontwikkeling van kinderen en zo ja hoe meet je dat dan? Of is het simpelweg een kwestie van tevredenheid van ouders en kinderen? Kortom, hoe stel je vast of (Bureau) Jeugdzorg succesvol is.
In een serie van drie columns kom ik mijn belofte gedaan op twitter na om op deze vragen een antwoord te geven. Op zoek naar wat ik noem betekenisvolle prestaties in de jeugdzorg. Ten eerste de vraag naar de relevantie van de ontwikkeling van het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen.
Is (Bureau) Jeugdzorg succesvol als zij er in slaagt om het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen terug te dringen? Mijn antwoord is nee en ja in die volgorde.
Nee, omdat de missie van Bureau Jeugdzorg is om er voor te zorgen dat ieder kind blijvend veilig kan opgroeien. Met “ieder kind” wordt uiteraard niet gedoeld op alle kinderen, maar op die 3 tot 5 procent van de kinderen die in hun veilige ontwikkeling worden bedreigd. Met “blijvend” wordt bedoeld dat pas sprake is van succes wanneer het kind zich zonder verdere bemoeienis van Bureau Jeugdzorg veilig kan blijven ontwikkelen. Het gaat dus in essentie om het realiseren van een blijvend veilige ontwikkeling van kinderen in de knel, dat is het doel. Ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing zijn middelen om dat doel te bereiken en dus zegt de ontwikkeling van het aantal maatregelen in gedwongen kader op zich niets over de veilige ontwikkeling van kwetsbare kinderen.
Uitgaande van de veronderstelling dat het gedwongen kader alleen wordt ingezet wanneer dat echt onvermijdelijk is, zou je zelfs kunnen stellen dat een stijgend aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen duidt op toename van de veiligheid. Blijkbaar wordt er eerder en beter gesignaleerd en sneller adequaat ingegrepen. Problematisch aan deze stelling is natuurlijk dat de veronderstelling die er aan ten grondslag ligt niet klopt. We weten dat Nederland internationaal uit de pas loopt met het percentage gedwongen maatregelen en dat sprake is van een al jarenlange ongezonde stijging van het beroep op zware jeugdzorg. We weten dat een aanzienlijk deel van de ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen voorkomen kan worden door vroegtijdiger inzet van professioneel gezinsmanagement gebaseerd op het aanboren van eigen kracht en kracht van sociale netwerken. Persoonlijk schat ik op basis van ervaringsgegevens dat het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen in Nederland binnen een aantal jaren gehalveerd zou kunnen worden.
Dus ja, een daling van het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen zegt wel degelijk iets over het succes van (Bureau) Jeugdzorg. Maar als je erop gaat sturen en afrekenen leidt het tot perverse effecten. Er komen namelijk in Nederland ook nog heel veel situaties voor waarin veel te laat en halfslachtig wordt ingegrepen, omdat wordt weggekeken van de ongemakkelijke waarheden in de jeugdzorg (zie mijn columns daarover van enige tijd geleden). Sturen en afrekenen op vermindering van het aantal gedwongen maatregelen kan dus leiden tot te lang pappen en nathouden of te snel afsluiten van de ondertoezichtstelling. Op de korte termijn wordt dan mooi gescoord, maar op de wat langere termijn lopen de zaken verder uit de hand en neemt de veiligheid voor kinderen af.
Beter sturen op “Ieder kind blijvend veilig” zal dus voor een groot deel direct leiden tot vermindering van het aantal gedwongen maatregelen en voor een kleiner deel juist tot een vermeerdering. In die gevallen waarin eerder en steviger wordt ingegrepen neemt de kans toe dat het normale leven nog hersteld kan worden, in plaats van dat sprake is van definitief ontwrichtte ouder/kind relaties, vanwege te lang pappen en nathouden. Sneller ingrijpen leidt dan in eerste instantie tot verhoging van het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen, maar uiteindelijk tot aanzienlijk minder langdurige gedwongen maatregelen.
Kortom, sturen en afrekenen op vermindering van het aantal gedwongen maatregelen in de jeugdzorg moet geen doel op zich worden, omdat dit tot perverse effecten leidt. Sturen op een blijvend veilige ontwikkeling van kinderen in de knel zal per saldo wel degelijk tot een aanzienlijke daling van het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen leiden en ook tot een fors verminderd beroep op dure jeugdzorg. De ontwikkeling van het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen is daarmee wel een goede temperatuurmeter van de mate van gezondheid van het jeugdzorgstelsel.
Dit roept vervolgens natuurlijk de vraag op waarop je dan wel moet sturen als het gaat om het prikkelen van de jeugdzorg om tot optimale prestaties te komen voor kinderen in de knel. Daarover meer in mijn volgende column.
Erik Gerritsen
Reacties: 7
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Uw antwoord is te makkelijk. De twitterdiscussie ging over meetbare objectiveerbare prestatie-indicatoren voor het succes van BJAA. U claimt immers dat de EKC's zo'n succes zijn en u voert in columns en op congressen aan dat u in eigen vlees snijdt en uzelf wilt opheffen.
Dan is het logisch dat er vragen komen over hoe dat te controleren is of u in eigen vlees snijdt? En zichzelf overbodig maakt? Te meer daar EKC's door gemeenten nardukkelijk wél als besparing worden gezien. Een proef bij uw BJZ toonde immers aan dat er veel minder OTS-en en UHP-s zouden komen daardoor, daar heeft Pieter Hilhorst vele malen uitvoerig over geschreven. Daar heeft de gemeente Amsterdam ook beleid op gemaakt. En nu zouden er na ruim 800 EKC's helemaal niet minder OTS-en zijn? En vindt u het 'te vroeg' om de cijfers te geven?
U vond het ook niet te vroeg bij die proef van Hilhorst op basis waarvan beleid is gemaakt? Waarom kunt u de cijfers tot en met 2011 niet gewoon geven? Dan kunnen die vergeleken worden met de cijfers van het CBS die ook over deze periode gingen.
U geeft aan dat het aantal OTS-en nu zou dalen maar kunt daar niet specifiek over zijn. Waarom twittert u dan dat de cijfers 'scherp' dalen, als daar geen bewijs voor is? Daarnaast zeggen alle BJZ's dat hun OTS-en en UHP's het laatste jaar dalen, dus dat is niet uniek. Al hebben zij ook daar geen cijfers bij.
Dan kapittelt u mij dat ik uw column niet goed heb begrepen en mijn reactie niet over de inhoud gaat. Uw column gaat echter niet over de vragen die u op Twitter zijn gesteld, namelijk over objectiveerbare resulaten waaruit blijkt dat BJAA het goed doet. Die vraag wilde u toen ook niet beantwoorden en nu weer niet. U buigt het om naar wat BJAA nodig zou hebben als prikkel om goed te functioneren. Maar daar gaat het nu niet over, U heeft jarenlang minder OTS-en en UHP-s beloofd en bezuiningen. De vraag op Twitter was wat daar van terecht is gekomen? In hoeverre BJAA het echt beter doet?
En ja, dat er na de transitie meer wordt ingezet op preventie en dat ten koste zou moeten gaan van OTS-en UHP-s is precies de bedoeling. U klaagt nu dat dit u zoveel geld kost, zonder dat dit te controleren is aan de hand van cijfers. En dat u meer geld wilt voordat u meedoet aan het beleid om na de transitie nog meer in te zetten op preventie. Dat bedoelt u toch?
Het lijkt erop dat het er altijd om gaat wat u wilt zeggen, dat er geen dialoog mogelijk is. U gaat immers niet in op klachten, u gaat niet in op vragen en u heeft steeds weer pleidooien en beweringen die niet te controleren zijn.
Want zo moeilijk is de vaag toch niet? Als u de cijfers van de OTS-en van de laatste maanden nog niet heeft, ok. Maar dan kunt u toch wel een overzicht geven van het aantal OTS-en dat BJAA uitvoerde in de jaren 2001 tot en met 2011, zoals het CBS dat landelijk deed? En aangeven waar die cijfers te vinden zijn?
Dat is toch een volstrekt normale vraag?
ze knellen het bewuste kind af , horen het bijna nooit en veiligheid??
laat me niet lachen!!!
geef mij maar de vrij gevestigde hulpinstanties met én zonder papieren.
mijn belastinggeld zorgt ervoor dat kinderen en hun ouders verziekt worden, GOD KNOWS!!!, door alle goedbedoelde hulp die meestal niet gegrond is op FEITEN!!!
ik bid daarom steeds; VADER GOD VERGEEF HET HUN WANT ZE WETEN NIET WAT ZE DOEN(aanrichten), om JEZUS WIL ALLEEN ,amen..
FACTCHECKING
De heer Gerritsen weigert de cijfers over de OTS-en te geven, daarom onderzoek gedaan in de jaarverslagen. In paragraaf 2.1 van het jaarverslag van 2011 staat dat er in 2011 ongeveer 230 EKC’s meer zijn gehouden dan in 2010, in totaal waren het 551 EKC’s. En dat heeft geleid tot slechts 82 OTS-en/voogdij minder, oftewel 3%.Dat wil zeggen dat slechts een op de 7 EKC’s heeft geleid tot de besparing van een OTS (a ongeveer € 8.000). Willen de EKC’s dus werkelijk een besparing opleveren voor de gemeente Amsterdam, dan moet zo’n EKC minder dan €1.142 kosten en dan moet BJAA geen extra hulp (in het drangkader bijvoorbeeld) aanbieden.
Dat de kosten van een EKC minder dan € 1.142,- bedragen lijkt niet aannemelijk. En dat BJAA in plaats van een OTS (dwang) geen andere hulp semi-verplicht oplegt (drang) lijkt ook niet aannemelijk. Te meer omdat er volgens Gerritsen enorme wachtlijsten nu zijn voor die drang, dat zijn de 1500 gezinnen waar Gerritsen in het Parool mee dreigde. Gerritsen wil dus extra geld om ‘drang’ te kunnen verkopen. Die wens zet hij kracht bij door te doen alsof het aantal OTS-en ‘scherp’ daalt zonder daar enig bewijs bij te leveren. De cijfers van 2011 ondersteunen dit echter allerminst, er zijn helemaal niet veel minder OTS-en. Zelfs bedroevend weinig minder (82 minder OTS/voogdij ten opzichte van 551 EKC’s!
De onderbouwing om dus extra geld te vragen voor ‘drang’ (namelijk dat er veel minder OTS-en zijn door het zogenaamde succes van EKC’s) klopt dus niet. Die conclusie mag je wel trekken na 551 EKC’s in 2011 en 318 EKC’s in 2010 en slechts 3% minder OTS-en. Geen wonder dat Gerritsen talmt met de cijfers geven, hij wil namelijk eerst extra geld binnenslepen met het verhaal dat er zoveel minder OTS-en zijn dat hij er bij inschiet en meer geld voor andere hulp moet hebben. Overigens is die andere hulp (drang) toch niet nodig bij een EKC? Hoezo ‘drang’? Burgers mogen dan toch juist zelf hun eigen zorg regisseren? Dan hoeft BJAA daar toch niet meer het mes op de keel te zetten met ‘drangmaatregelen’?
Het idee van EKC’s en burgerparticipatie is nu juist ‘ontzorgen’ en een belangrijk bij-effect daarvan is ‘bezuinigen’. Zo zijn die EKC’s in Amsterdam ook verkocht, niet in de laatste plaats door Erik Gerristen zelf. En nu blijkt dat de regie niet bi burgers komt te liggen (want er is door EKC’s juist meer behoefte aan drang) en dat alleen dus het soort hulp mogelijk ietsjes verschuift van dwang (OTS) naar drang (verplichte hulpverlening onder dreiging van OTS) Bovendien blijkt deze verschuiving met nieuwe chantage over het oplopen van wachtlijsten en/of caseloads samen te gaan. Niks niet ontzorgen, niks niet besparen. Maar wel weer de oude bekende chantages met wachtlijsten om extra geld in de wacht te slepen.
Dit zijn schokkende resultaten. Ook schokkend is dat Gerritsen tot nu toe weigerde op concrete vragen hierover in te gaan en deed alsof de vragen niet deugden. Zoals hij ook vaak doet alsof klachten niet deugen. Een overheidsorganisatie hoort immers transparant te zijn, vragen open en eerlijk te beantwoorden., verantwoording aan de maatschappij af te leggen. Dat gebeurt sterk onvoldoende bij BJAA en in dat kader zij ook opgemerkt dat de jaarrekening van 2011 nog steeds ontbreekt! Het is nu februari 2013 dus BJAA weigert al ruim een jaar financiële verantwoording te publiceren, zoals wel wettelijk is verplicht.
Hoe kan het dat B&W dit laten passeren en dat de Raad van Toezicht dit laat passeren? Wat gaat de gemeente Amsterdam nu doen? Geen transparantie, bijna opnieuw (in twee jaar tijd) onder verscherpt toezicht gesteld van de Inspectie, een groot klachtenprobleem en de EKC’s (die de gemeente Amsterdam ook veel geld kosten) leveren geen besparingen op en kosten Amsterdam dus alleen maar geld? Kan de wethouder hier reageren? De heer Hilhorst?
Bron: Sybe Bijleveld Advies, mei 2012
In Amsterdam zijn nu ruim 800 EKC's geweest, dat betekent dat er dus nu echt wel minder OTS-en UHP's zouden zijn. Daar ging de discusiie op Twitter ook over maar Gerritsen gaf geen antwoord. Eerst antwoordde hij dat het over tevredenheid ouders en kinderen gingen, waarop een grote ouderorganisatie aangaf dat het met die tevredenheid niet goed zat. Toen ging het volgens Gerritsen alleen over het belang van de kinderen en dat was volgens hem - toen er verder werd gevraagd -blijvend op 'de veiligheidsnorm'.. Maar wat dan veilig opgroeien is, daar wilde Gerritsen bedenktijd voor om een column over te schrijven.
Maar nu gaat het atnwoord nog niet over wat 'veilig opgroeien' volgens de heer Gerritsen dan is. Bovendien blijkt dat er dus nog steeds niet minder OTS-en zijn in Amsterdam, dus dat EKC's niet tot minder OTS-en leiden.
Het antwoord van de heer Gerritsen daarop is - zoals hierboven staat - dat er nu binnen twee jaar een halvering van de OTS-en is. Net zoals hij dat eerder beloofde en net zoals hij steeds besparingen in de toekomst (goedkopere jeugdzorg) belooft. Maar tot nu toe komt daar telkens desgevraagd niets van terecht.
Vorige week nog luidde Gerritsen in het Parool de noodklok over dat hij weer extra geld nodig heeft of er zouden 1500 gezinnen op hulp moeten wachten. Dat getal had geen onderbouwing en leek extreem hoog. Maar vooral ook, er is dus nog geen sprake van goedkoper werken of 'ontzorging'
Daarom de vraag aan de heer Gerritsen die ook actueel is vandaag nu het CBS heeft bekend gemaakt dat het aantal OTS-en van 2001 tot 2011 sterk is gestegen. Daarop antwoordde de heer Gerritsen dat bij BJAA het aantal OTS-en 'scherp' was gedaald. De vraag is daarom: Hoeveel OTS-en heeft BJAA vanaf 2001 tot nu per jaar? Dus kan de heer Gerritsen een overzicht geven van het aantal OTS-en dat BJAA uitvoert per jaar, vanaf 2001? En waar zijn die cijfers terug te vinden?
Ik constateer dat u geen reactie op de inhoud van de column geeft die gaat over wat betekenisvolle prestaties in de jeugdzorg in het algemeen zijn. Vervolgens stelt u vragen over cijfers bij BJAA waaruit ook nog eens blijkt dat u de kern van het algemene betoog niet begrepen heeft of niet onderschrijft, namelijk dat je voorzichtig moet zijn om succes n de jeugdzorg af te meten aan vermindering van OTS en UHP.
Desalniettemin kan ik u mededelen dat het aantal OTSsen en residentiele UHP's in 2012 in de stadsregio fors is gedaald waarschijnlijk ook meer dan het landelijke gemiddelde. Binnenkort zullen de definitieve cijfers gepubliceerd worden. We laten de cijfers eerst nog onafhankelijk toetsen om elke twijfel weg te nemen. Dus nog even geduld aub. Het zal u overigens genoegen doen te weten dat deze neerwaartse trend zich in 2013 waarschijnlijk zal voortzetten, waardoor BJAA aan haar eigen "succes" financieel ten onder zal gaan. Minder OTSsen betekent immers minder geld vanuit VenJ/dwang en niet meer geld vanuit VWS/drang terwijl we meer gezinnen in drang doen omdat we OTS voorkomen. We weigeren onnodige OTSsen aan te vragen puur om financieel rond te kunnen komen.