'Zet provincies in als hulptroepen bij transitie jeugdzorg'
Van de kennis en kunde van provincies moet meer gebruik worden gemaakt. Zij kunnen onder meer gemeenten concreet ondersteunen bij de voorbereidingen voor de transitie jeugdzorg. D66-Kamerlid Vera Bergkamp vraagt staatssecretaris Van Rijn (VWS) woensdag in een Kamerdebat haar voorstel te steunen om de provincies meer in stelling te brengen.
Er moet meer gebruik worden gemaakt van de kennis en kunde van de provincies. Zij kunnen onder meer gemeenten concreet ondersteunen bij de voorbereidingen voor de transitie jeugdzorg.
Veilige buffer
Ook zouden de provincies als ‘veilige buffer’ kunnen optreden tussen zorginstellingen en de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ). De TAJ is door het ministerie van Volksgezondheid (VWS) ingesteld om risico’s te signaleren en aan de staatssecretaris door te geven. Zorginstellingen durven er bij problemen niet aan te kloppen, omdat ze bang zijn hun relatie met de gemeente op het spel te zetten. De TAJ heeft dus geen goed beeld van de risico’s.
Provincies in stelling
Dat stelt D66-Kamerlid Vera Bergkamp, die staatssecretaris Van Rijn (VWS) woensdag in een Kamerdebat zal vragen haar voorstel te steunen om de provincies meer in stelling te brengen. Woensdag wordt de vierde, vorige week openbaar gemaakte rapportage besproken van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ). Die kan geen geruststellend oordeel vellen over de voorbereiding van de transitie jeugd. Zij constateerde tevens dat vooral kleine gemeenten met de transitie worstelen.
Alles uit de kast
‘Het lijkt mij nu tijd om alle mogelijkheden in te zetten om te voorkomen dat de continuïteit van zorg in gevaar komt’, stelt Bergkamp. Uit recente gesprekken met de provinciekoepel IPO werd haar duidelijk dat de provincies het jammer vinden dat ze als het ware nu al buitenspel worden gezet, terwijl ze graag de helpende hand willen bieden. ‘Ik zou zeggen: zet de provincies dit jaar in als hulptroepen en als het nodig is ook volgend jaar.’
Laagdrempelig
Omdat provincies een goed beeld hebben van de gezinnen en kinderen waar ze tot januari verantwoordelijk voor zijn, zijn ze laagdrempeliger dan de TAJ, schat het D66-Kamerlid in. ‘Jeugdzorginstellingen en gezinnen zouden met de provincie in gesprek kunnen gaan als ze zich zorgen maken of zij nog wel volgend jaar de zorg kunnen geven dan wel ontvangen.’ De provincies kunnen dan de TAJ informeren, zodat de staatssecretaris en de Kamer een beter beeld krijgen van de mogelijke risico’s.
Niet alleen in pleidooi
Bergkamp staat niet alleen in haar pleidooi om provincies een duidelijke rol te geven. Een van de aanbevelingen van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ) aan het adres van rijk en gemeentekoepel VNG is om de provincies aangehaakt te houden. Mede omdat de afbouw van het oude regime nog jaren in beslag zal nemen.
Helpende hand
‘Vanuit de provincies is er zeker de bereidheid om de helpende hand te bieden’, stelt de Flevolandse gedeputeerde Marc Witteman namens provinciekoepel IPO desgevraagd. ‘Het initiatief moet wel vanuit de gemeenten komen. We gaan ons niet opdringen.’ Vanuit hun verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg nu, hebben de provincies er ook belang bij dat de overdracht van taken goed verloopt, benadrukt Witteman. ‘Als provincies willen wij ook dat er geen kind tussen de wal en het schip belandt. En op grond van onze ervaringen kunnen we zeker wat voor gemeenten betekenen.’
Geen weg terug
Die helpende hand geldt wat betreft de provincies niet pas vanaf 2015, maar vooral nu al, en zeker voor kleine gemeenten die - zoals uit de rapportage van de TSJ (de 'commissie Geluk') blijkt - grote moeite hebben om alles tijdig te regelen. Voor de provincies staat overigens wel vast dat er geen weg terug is. Per 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk.
Faciliteren transitieproces
De Utrechtse gedeputeerde Mariëtte Pennarts vindt het geen goede ontwikkeling dat er landelijk te weinig beweging in de zaak zit. Ze herkent de bevindingen van de commissie Geluk. ‘In Utrecht spannen wij ons maximaal in om het transitieproces te faciliteren. We brengen partijen structureel bij elkaar en agenderen belangrijke onderwerpen.’ De provincie geeft gemeenten al sinds dit jaar volop beleidsvrijheid om de jeugdzorgtaken op te pakken, maar biedt daar waar nodig hulp en ondersteuning.
Pro-actief
Pennarts: ‘We doen al het maximale op het proces en bovendien moeten de regio’s, rijk en zorgaanbieders het nu echt samen gaan doen. Het rijk is verantwoordelijk voor de randvoorwaarden; daar kunnen wij niets aan veranderen, alleen signaleren. Ik zou de Transitieautoriteit nog wel een advies willen meegeven: wacht niet op klachten of meldingen maar ga zelf pro-actief met de regio’s in gesprek. Dus ga actief naar buiten.’
Voor zover dat nog niet mogelijk is zou provinciaal personeel in een pool kunnen worden ondergebracht, waarop zo nodig gemeenten een beroep kunnen doen. Den Haag doe er wat aan!