Zorgen over nieuw woonplaatsbeginsel jeugd
Het nieuwe woonplaatsbeginsel jeugd is op 1 januari van kracht geworden. Niet iedereen is er gerust op dat geen enkel kind tussen wal en schip zal vallen. ‘Regel eerst de zorg en kijk daarna wie de rekening moet betalen.’
De Wet wijziging woonplaatsbeginsel jeugd is op 1 januari van kracht geworden. Nog niet alle jongeren met jeugdzorg die ‘administratief’ naar een andere gemeente moesten verhuizen, zijn verhuisd. Dat was wel de bedoeling. De inderhaast opgetuigde ‘1-november-maatregel’ biedt voorlopig soelaas, maar niet iedereen is er gerust op dat geen enkel kind tussen wal en schip zal vallen. ‘Regel eerst de zorg en kijk daarna wie de rekening moet betalen.’
Twijfels
Bij de invoering van de Jeugdwet in 2015 werd ook het zogeheten woonplaatsbeginsel jeugd van kracht. ‘Eigenlijk waren er van meet af aan twijfels over de toepasbaarheid van het woonplaatsbeginsel’, vertelt Truus Vernhout, die zich als projectleider bezighoudt met de invoering van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel jeugd. Dat doet ze vanuit het Ketenbureau i-Sociaal domein. Vanaf 1 januari geldt dat de gemeente waar het kind bij de start van de jeugdhulp in de basisregistratie personen (BRP) staat ingeschreven, financieel verantwoordelijk is voor de jeugdzorg voor deze jongere.
Geen sinecure
Het klinkt eenvoudig, maar het was en is nog steeds een hele operatie. Voor jongeren die vanaf 1 januari voor het eerst jeugdzorg krijgen, is er geen probleem. Die vallen meteen onder de nieuwe regels. Voor jongeren die voor 1 januari jeugdzorg met verblijf kregen − soms al jaren en soms zelfs al ver voor de decentralisatie jeugdzorg in 2015 −, is het een ander verhaal. Het gaat om zo’n 10.000 jongeren. ‘Vaak moet je ver terug in de geschiedenis. Sommige jongeren zitten al vanaf 2003 in jeugdzorg. Gemeenten moeten uitzoeken in welke gemeente de verblijfszorg voor de jeugdige is gestart’, aldus Vernhout. Dat is geen sinecure gebleken.
Financiële risico’s
Als eenmaal is achterhaald welke gemeente vanaf 2022 financieel verantwoordelijk is, moet de zogeheten ‘latende’ gemeente de jongere afmelden en de ‘ontvangende’ gemeente moet deze jongere overnemen en een nieuwe zorgtoewijzing afgeven. Deze ‘ontvangende’ gemeente moest per 1 januari 2022 nieuwe contracten sluiten met de aanbieder. Ook dat klinkt simpel, maar is het niet. Jeugdzorg Nederland trok in oktober aan de bel. ‘We hebben toen onze zorgen geuit over de financiële risico’s die op 1 januari zouden ontstaan voor jeugdzorgorganisaties. Nog niet alle gemeenten hadden destijds de verhuizende jeugdigen in beeld. Slechts enkele aanbieders waren op de hoogte gebracht en contractafspraken werden nog vrijwel nergens gemaakt. Daarnaast waren er voorbeelden van toewijzingen die werden ingetrokken, zonder dat er duidelijkheid was over het vervolg van het traject’, aldus een woordvoerder van Jeugdzorg Nederland.
Zorgen afgedekt
‘Die zorgen van aanbieders zijn weggenomen en afgedekt door de 1-november-maatregel’, stelt Peter Paul Doodkorte, die vanuit het zogeheten Regioteam gemeenten en aanbieders ondersteunt bij het ‘inregelen’ van de nieuwe wet. Dat Regioteam werkt onder de vlag van het Ketenbureau i-Sociaal domein. Via deze maatregel neemt de ‘latende’ gemeente de financiële verantwoordelijkheid op zich voor een jongere die nog niet is overgedragen aan de toekomstige gemeente. De jongere behoudt de zorg, de aanbieder blijft die geven en krijgt zijn facturen betaald. Later verrekenen beide gemeenten de kosten van de verleende zorg.
Inhaalslag
Het is op dit moment niet duidelijk hoeveel jongeren administratief van de ene naar de andere gemeente zijn verhuisd. Jeugdzorg Nederland is er niet helemaal gerust op. De branchevereniging is op zich blij met de 1-november-maatregel, maar blijft erop toezien dat deze ook daadwerkelijk wordt nageleefd. ‘Er is de laatste weken van 2021 veel werk verzet, maar onduidelijk is nog hoe het er nu precies voorstaat en of er de laatste weken een inhaalslag is gemaakt die voldoende comfort biedt aan alle partijen. Dit zal de komende weken moeten blijken’, aldus de woordvoerder.
Belang kind leidend
Vernhout en Doodkorte zijn optimistisch over een goede afloop. Hun optimisme wordt niet door iedereen gedeeld. ‘We zijn bang dat jongeren tussen wal en het schip vallen, als gemeenten de financiële verantwoordelijkheid niet op zich willen nemen’, stelt de woordvoerder van Jeugdzorg Nederland. Die zorg wordt gedeeld door Charlotte Vanderhilt, adviseur Jeugd bij Stimulansz, die gemeenten juridisch advies geeft over onder meer de toepassing van het woonplaatsbeginsel. ‘De wetswijziging is voor jongeren die ambulante jeugdhulp krijgen een verbetering. Bij jeugdhulp met verblijf, zeker bij een lange zorggeschiedenis, kan het lastiger zijn om te bepalen welke gemeente financieel verantwoordelijk is. Voorkomen moet worden dat de zorg voor kinderen in de knel komt. Regel eerst de zorg en kijk daarna wie de rekening moet betalen. Het belang van het kind moet leidend zijn. Daar kan geen meningsverschil tussen gemeenten tegen op.’
Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 1 van deze week (inlog)
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.