Toenemend beroep jeugdhulp ‘niet normaal’
Normaliseren in de jeugdhulp betekent in de praktijk ook vaker ‘nee’ verkopen.
Normaliseren is een belangrijk uitgangspunt van de Hervormingsagenda Jeugd. Utrecht, Rijswijk en Putten geven hier al invulling aan. Maar hoever kunnen gemeenten gaan in het terugdringen van het jeugdhulpgebruik?
De term normaliseren is ‘een containerbegrip’. Het wordt vaak in de mond genomen in de context van het toenemende jeugdhulpgebruik, en heeft betrekking op de vraag hoe ‘we’ het gedrag van jongeren minder problematiseren en minder medicaliseren. ‘Niet alle hulpvragen van jeugdigen of ouders hoeven met jeugdhulp beantwoord te worden’, is te lezen in de Hervormingsagenda Jeugd.
Beladen
Dat maakt het woord ook beladen. Het wekt de indruk problemen van jeugdigen niet serieus te nemen, wat het gesprek erover bemoeilijkt. Daarbij is het een ingewikkeld begrip waar niet iedereen hetzelfde beeld bij heeft. Welke vragen horen bij ‘een normale opvoeding’? Hoe bepaal je dat? En wie bepaalt dat?
Stijging
Die complexiteit maakt het onderwerp niet minder belangrijk. Al is het maar om de toestroom te verminderen. Het aantal jongeren met jeugdzorg is sinds 2015 sterk toegenomen. Het jeugdhulpgebruik steeg het hardst; tussen 2015 en de eerste helft van 2022 met maar liefst 10 procent. In 2022 kreeg één op de tien jongeren tot 23 jaar jeugdhulp.
Visie
Die cijfers zijn ‘niet normaal’, vindt de Rijswijkse Jeugdwethouder Larissa Bentvelzen (Beter voor Rijswijk). Met haar achtergrond in de hulpverlening kan ze het weten. Ze wil voorkomen ‘dat al die kids in de jeugdhulp belanden.’ In het najaar van 2023 kwam Rijswijk daarom met een nieuwe visie op normaliseren. De gemeente verschuift ‘de primaire verantwoordelijkheid van opvoeden’ naar ouders, wil het toekennen van labels terugdringen, en is van plan de inzet van de tweedelijns zorg te beperken.
In kaart brengen
Rijswijk is niet de enige gemeente die nadenkt over normaliseren. Onlangs vroeg Utrecht de Kenniswerkplaats, een samenwerking tussen inwoners, praktijk, beleid, onderwijs, opleidingen en onderzoek, de belangrijkste aspecten van normaliseren in kaart te brengen. De resultaten moeten bijdragen aan ‘meer gerichte acties om normaliseren te bevorderen.’
Kritisch afwegen
Ook in het Gelderse Putten is normaliseren ‘veel meer dan eerder’ aan de orde, stelt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Voorheen werd zorg snel geïndiceerd vanuit de Jeugdwet. Nu wordt kritisch afgewogen of jeugdhulp nodig is, of dat hulp vanuit het voorliggend veld of binnen het netwerk hetzelfde doel kan bereiken.
Toverwoorden
Hulp vanuit het voorliggend veld of binnen het netwerk. Dat is waar de Puttense zorgwethouder Jim van den Hoorn heel erg in gelooft. ‘Die opdracht geven we de uitvoerders bij de toegang mee’, zegt hij. Het gaat de CDA-er om het waar mogelijk benutten van ‘de eigen kracht’ van ouders en jeugdigen: zelfregie, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid zijn de (afgestofte) toverwoorden.
Opvoedtips
Bentvelzen geeft ‘haar’ professionals een soortgelijke instructie mee. Kortom, meer sturen op de zorgplicht van ouders en opvoeders. ‘Het uitgangspunt’, zo licht de Rijswijkse toe, ‘is dat we samen met hen kijken naar wat zij eerst zelf kunnen doen.’ Toegankelijke opvoedtips of een luisterend oor kunnen al voldoende zijn.
Poortwachter
Het gaat hierbij vooral om het niet te snel plakken van labels. Want voor de juiste zorg is niet altijd een indicatie vereist, zegt de Utrechtse wethouder Dennis de Vries (Jeugd en Jeugdzorg, PvdA). Ouders en jonge inwoners kunnen in de Domstad verschillende jeugdhulproutes bewandelen. ‘Dat begint bijvoorbeeld met een gesprek met een jongerenwerker of iemand in het onderwijs. Mocht er behoefte zijn aan meer, dan komen de jeugdigen bij het buurtteam terecht. Dat team fungeert als een soort poortwachter en kijkt of jeugdhulp nodig is’, legt De Vries uit.
Dwingend
Normaliseren betekent in de praktijk ook vaker ‘nee’ verkopen. Dat kan op z’n zachtst gezegd leiden tot moeilijke situaties, merken De Vries en Van den Hoorn. De Vries: ‘Met ouders worden soms spannende gesprekken gevoerd. Die verwachten dat hun kind bepaalde zorg krijgt, terwijl dat misschien niet per se nodig is. Je moet bij sommige inwoners stevig in je schoenen staan om hen tegen te spreken. Met de jeugdhulpplicht is dat extra lastig, want je hebt als gemeenten gewoon te leveren.’ Van den Hoorn ziet meer mondige ouders: ‘Die willen het beste voor hun kind en kunnen daarin best wel dwingend zijn. Professionals moeten weerbaar zijn en uitleggen waarom er niet gelijk wordt gekozen voor geïndiceerde jeugdhulp.’
Dyslexie
Die kritische gesprekken voeren gemeenten niet alleen met ouders. Veel jeugdigen komen via het onderwijs bij jeugdhulp terecht. Denk aan dyslexiezorg, dat voor kinderen tot 13 jaar onder de Jeugdwet valt. De Vries, die zelf een achtergrond heeft in het primair onderwijs, heeft met eigen ogen gezien hoe groot dit probleem is. Althans, op sommige scholen. De Vries: ‘Ik werkte op een basisschool in Overvecht met om en nabij 230 leerlingen. Ik denk dat er twee kinderen een dyslexieverklaring hadden. Mijn vrouw gaf les op een school in Woerden in een totaal andere wijk; bewoners zijn vaak WO-opgeleid en hebben hoge inkomens. In haar klas had ze elk jaar vijf leerlingen met een dyslexieverklaring. Procentueel gezien kan dat niet.’
Logopedie
Bentvelzen ziet eenzelfde ontwikkeling voor logopedie. ‘Er zijn giga wachtlijsten bij logopedisten, terwijl het heus niet altijd gaat om spraakstoornissen. In veel gevallen gaat het om taalontwikkelingsstoornissen, iets wat veel beter opgelost kan worden in het onderwijs’, betoogt ze. ‘Onze wachtlijsten voor de jeugdhulp zijn dus wel wat ‘vervuild’.’
Jeugdconsulenten
Rijswijk heeft het aantal doorverwijzingen geprobeerd ‘te tackelen’ door jeugdconsulenten op scholen te laten rondlopen. ‘Als een leerkracht zich zorgen maakt’, legt Bentvelzen uit, ‘wordt dat eerst met hen besproken.’ De wethouder ziet dat het z’n vruchten afwerpt: in één jaar tijd hebben de jeugdconsulenten in Rijswijk 266 adviezen gegeven om het aantal doorverwijzingen terug te dringen.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.