Advertentie
sociaal / Nieuws

Hervormingsagenda Jeugd definitief, met zorgen

De wethouders Jeugd(zorg) van de gemeenten Helmond, Tilburg, Utrecht en Weert delen hun kanttekeningen.

20 juni 2023
GGZ in de jeugdzorg
ANP / Roos Koole

Maandagavond is de Hervormingsagenda Jeugd definitief vastgesteld, ondertekend en aangeboden aan het parlement. De Tweede Kamer bespreekt de plannen waarschijnlijk donderdag 29 juni in een plenair debat. Maar voordat de vlag uit kan zijn er nog wel enkele randvoorwaarden voor het welslagen van de grootste hervorming van de jeugdzorg sinds 2015.

Projectmanager

Yacht
Projectmanager

Electrical Engineer | System Owner | Yacht Life Sciences|

Yacht
Electrical Engineer | System Owner | Yacht Life Sciences|

Het heeft even geduurd, maar de langverwachte Hervormingsagenda is nu écht rond. Cliëntenorganisaties, professionals, zorgaanbieders, gemeenten en het rijk – de zogenoemde ‘vijfhoek’ – hebben de afspraken over fundamentele verbetering van de jeugdzorg in de afgelopen weken voorgelegd aan hun achterban. Inmiddels hebben die allemaal ingestemd. De leden van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) waren afgelopen woensdag aan de beurt. Alle partijen kunnen nu aan de slag, zeggen zij volmondig. 

Maar daarvoor moet er nog wel het een en ander worden geregeld, vinden de wethouders Jeugd(zorg) van de gemeenten Helmond, Tilburg, Utrecht en Weert. Zij spraken gisteren met de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over de Hervormingsagenda.

Reikwijdte en normalisering

Want wat de wethouders betreft hangt het welslagen van de Hervormingsagenda af van de uiteindelijke ‘rollen, taken en verantwoordelijkheden’. Net als de opdracht aan de deskundigencommissie moeten die voor alle partijen helder zijn. Zo ligt er op het gebied van de reikwijdte een belangrijke taak voor het rijk om de kaders aan te geven, stellen de vier gemeenten – mede namens de VNG – in hun position paper.

Waarbij de Utrechtse wethouder Dennis de Vries (Jeugd en Jeugdzorg) al direct wat vraagtekens plaatst. Het kan in zijn ogen ‘gevaarlijk’ zijn als het rijk die reikwijdte afbakent. Hij noemt als voorbeeld de lokale buurtteams. ‘Die zullen er zijn en die zullen er blijven. Het is misschien een illusie om te kijken of we dit gaan afbakenen. Het is al eerder gegaan over ‘Boomerang beleid’ [naar de titel van het proefschrift van Sharon Stellaard, red]. Ik zal alvast een kleine voorspelling doen: als we dat gaan afbakenen met elkaar, dan verwacht ik ook dat we daar naartoe gaan schrijven’, waarschuwt De Vries gedurende het rondetafelgesprek.

We zien nu dat er best veel vanuit de departementale scheidslijnen op gemeenten afkomt

Cathalijne Dortmans, wethouder Jeugd gemeente Helmond

Ook de Tweede Kamerleden hebben volgens de wethouders een cruciale rol. ‘Wij vragen u samen met het kabinet mede vorm te geven aan de discussie over de reikwijdte’, verzoeken de vier gemeenten, ‘waarmee we ook doelen op duidelijkheid over de samenwerking tussen zorg en onderwijs en het maatschappelijk debat over normaliseren.’ Dat normaliseren is een relevant onderdeel, vindt ook Michèle Ferrière, wethouder Zorg van de gemeente Weert. Normaliseren is voor haar dat we het normaal gaan vinden dat niet elke hulpvraag een zorgantwoord behoeft.

Maar het is ook nodig in de maatschappij, betoogt ze: ‘Hiermee bedoel ik dat we zullen moeten accepteren dat we het normaal gaan vinden dat wanneer we de problemen die jeugdigen ervaren niet kunnen aanpakken, de vraag naar en de kosten van de jeugdhulp blijven stijgen’. Dat vraagt om een ‘soort bewustwordingscampagne’ en een ‘grootschalige attitudeverandering’. Het is wat haar betreft goed dat het rijk het maatschappelijk debat op gang wil helpen.

Onderwijs

En ook buiten de ‘vijfhoek’ is samenwerking hard nodig. In het bijzonder met het onderwijs en de kinderopvang. Dat eerste was ook een vereiste voor de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de VNG. Afgelopen woensdag vroegen meerdere Utrechtse colleges en het college van Almere middels een motie hiervoor aandacht. Zij constateerden dat veel gemeenten op dit gebied tegen beperkingen aanlopen. Bijvoorbeeld bij het maken van afspraken over ontschotting van budgetten voor jeugdhulp en (passend) onderwijs. Daarom moet het VNG-bestuur, naast staatssecretaris Maarten van Ooijen (Jeugd en Preventie), eveneens in gesprek gaan met onderwijsminister Robbert Dijkgraaf, vindt een meerderheid van de ALV. Met als doel: dat óók het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zich committeert aan de hervormingsplannen.

Want het mag dan wel de Hervormingsagenda Jeugd heten, het zou eigenlijk een maatschappelijke agenda moeten zijn, stelt Cathalijne Dortmans. Zij is sinds 2018 wethouder Jeugd van de gemeente Helmond en sprak tijdens de bijeenkomst ook als voorzitter van de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs. Het zou wat haar betreft dan wel ‘prettig’ zijn als er vanuit Den Haag ook integraal wordt gewerkt. ‘We zien nu dat er best veel vanuit de departementale scheidslijnen op gemeenten afkomt’, zegt Dortmans. ‘Ik noem een Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Fantastisch als het gaat om preventie en mentale gezondheid, ook van onze jongeren. Maar ook dat is weer een afzonderlijk programma, los van de Hervormingsagenda.’

We leggen met deze Hervormingsagenda een hoog ambitieniveau aan de dag

Wethouders Jeugd(zorg) van de gemeenten Helmond, Tilburg, Utrecht en Weert

Implementatieplan en uitvoerbaarheid

De Hervormingsagenda kent een veelheid aan maatregelen, waarvan een deel om verdere uitwerking vraagt. Er wordt daarom gewerkt aan een implementatieplan. Dit plan vormt een essentiële rol in de uitvoering van de agenda, maar volgens de vier gemeenten schuilt hier wel een gevaar in: ‘We leggen met deze Hervormingsagenda een hoog ambitieniveau aan de dag. En dat is terecht. Tegelijkertijd hebben we met elkaar te waken voor ambities die niet reëel zijn’. Wat de gemeenten betreft dient het implementatieplan getoetst te worden op uitvoerbaarheid, waarbij er aandacht is voor onder meer looptijden, volgordelijkheid en haalbaarheid van de maatregelen, en initiatieven in relatie tot het financieel kader.

Financiële situatie

Dat laatste is in de ogen van de vier wethouders ‘de minst populaire, maar misschien wel meest belangrijke randvoorwaarde’. De gemeenten zijn blij met de afspraken over het tijdelijk bevriezen van de bezuinigingsreeks en het vormen van een deskundigencommissie. Hierdoor begeven we ons, in de woorden van Dortmans, in ‘rustiger vaarwater’. Maar er is nog veel onzekerheid over de financiële situatie vanaf 2026. Het principeakkoord zorgt met name voor de periode vanaf 2026 ‘voor de nodige uitdagingen voor gemeenten’, vinden de wethouders. ‘Zij moeten namelijk rekening houden met de resterende bezuinigingsreeks vanaf 2026.’

Dat vraagt nu al een ‘financieel conservatieve houding’, waarbij eventuele meevallers pas achteraf duidelijk worden als de deskundigencommissie anders zou oordelen over te behalen kortingen. ‘Dit mechanisme kan tot mogelijk onnodige bezuinigingen leiden binnen gemeenten, zeker omdat de algehele financiële situatie er vanaf 2026 niet rooskleurig uitziet.’

Wat aansluit op de algemene financiële situatie van gemeenten vanaf 2026. De VNG becijferde dat zij te maken krijgen met een structurele korting op het gemeentefonds van 3 miljard euro. ‘Deze forse afname van structurele middelen vanaf 2026 – het ravijn – waaruit mede de jeugdhulp wordt gefinancierd, zal ook effect hebben op de manier waarop gemeenten hun taken op het terrein van Jeugdhulp kunnen uitvoeren’, signaleren de wethouders. ‘We noemen hier de mogelijkheden tot het doen van meerjarige investeringen en de onmogelijkheid om structurele personele capaciteit in stand te houden.’

Snelle behandeling

Ondanks deze mitsen en maren benadrukken de gemeenten dat ze zich ‘met energie’ willen inzetten om van de Hervormingsagenda een succes te maken. Met een laatste verzoek van Dortmans aan de Kamer: ‘Neem wetsvoorstellen snel in behandeling, dat helpt ons allemaal om snel resultaten te boeken’. Het heeft volgens de wethouders te lang geduurd om hier te komen. ‘Er is werk aan de winkel’.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
1. Speciale jeugdzorg behoort eerste prioriteit te krijgen en dus voorrang te hebben boven alle andere vormen van jeugdzorg.
2. Preventieve voorlichting over de toegang tot jeugdzorg is eveneens urgent.
3. De verantwoordelijkheid voor jongeren ligt primair bij de ouders en secondair bij het onderwijs. In ieder geval niet zonder meer bij de Overheid.
4. Om werkelijk noodzakelijke jeugdzorg in stand te houden dienen drempels te worden ingebouwd. Het is natuurlijk absurd dat tegenwoordig bijna iedere jongere jeugdzorg nodig heeft of behoefte heeft aan een bezoek van een psychiater. Dat betekent namelijk dat er iets goed mis is in onze samenleving (en waarschijnlijk is dat ook het geval).
Advertentie