Gedragsstoornis
Overal waren wel plastic tasjes die je dan weer kon vullen met andere zooi. Was ik eenmaal begonnen, dan kon ik me niet makkelijk beperken. Als je eenmaal iets raapt, ligt er verderop weer vanalles. En er is altijd wel een afvalbak in de buurt.
Toen ik een hele poos terug zonder werk kwam te zitten, ontwikkelde ik een soortement van gedragsstoornis. Bijna elke dag op weg naar het tehuis van mijn moeder, zag ik in alle ooghoeken en gaten zoveel rotzooi glanzen (plastic!), dat ik het niet kon laten -tijd zát immers- om af en toe af te stappen en te gaan rapen. Ik beperkte me toen nog tot plastic.
Het was enerzijds verslavend, maar anderzijds ontmoedigend. Je bleef rapen, rapen, rapen. Overal waren wel plastic tasjes die je dan weer kon vullen met andere zooi. Was ik eenmaal begonnen, dan kon ik me niet makkelijk beperken. Als je eenmaal iets raapt, ligt er verderop weer vanalles. En er is altijd wel een afvalbak in de buurt.
Mijn moeder is overleden en nu loop ik steeds meer. Dan is het nog erger. De kleinste plasticjes glanzen me tegemoet. Als ik dan toch bezig ben met bukken …. hopeloos. Ik heb nu de regel dat ik me beperk tot mijn directe omgeving. Maar als ik in een park of bos loop, kan ik me toch niet bedwingen. Inmiddels is de stoornis uitgebreid naar ALLE rotzooi: aluminiumproppen, ballonnen, lachgaskapsules, lege sigarettenpakjes, doppen, flesjes, stukken plastic, snoepzakken. Je hebt in een paar minuten een grote boodschappentas vol.
Al lopend en fietsend zie ik dus niets anders meer dan rotzooi. Kan bijna niet meer genieten van een bloemetje dat er tussen staat. Rotzooi is zo lelijk! En ik ben ook bang dat vogels het voor eten aanzien. En natuurlijk ‘het milieu’, ook een ding. Ik bedenk dat ik letterlijk oogkleppen om zou moeten doen wil ik gewoon kunnen fietsen en lopen.
Bij mij op het plein had de gemeente laatst de doornige rozenstruiken gekortwiekt. Wat daar aan vrijwel complete bodembedekking in de vorm van oud plastic, glas en ander spul tevoorschijn kwam! Het was geen gezicht. Ik heb het tot het laatste snippertje ontdaan van rotzooi. De wormen eronder gingen uit hun dak. De man van gemeentereiniging stak zijn duim op en bood me een afvalprikker aan.
Enfin.
Maar nu, in coronatijd?
Er ligt steeds minder rotzooi op straat. Ik heb het nog nooit zo schoon gezien. En als er wat ligt, is het geen punt om dat op te rapen, want het is niet het begin van een hopeloze raaptocht. Hoewel, nu zijn de vochtige doekjes en de tissues een plaag, want genies en gehoest in zo’n doekje? Dan meteen weg ermee, want virus!
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.