Het wordt viezer achter de voordeur
Personeelsgebrek is een van de oorzaken van wachtlijsten voor huishoudelijke hulp. Maar sommige mensen wonen ook gewoonweg té lang thuis.
Een kwart van de G40-gemeenten komt ambtenaren tekort om aanvragen voor huishoudelijke hulp snel af te handelen. Liefst 95 procent van de gemeenten die een enquête van Binnenlands Bestuur invulden, noemen het personeelstekort bij aanbieders als belangrijke oorzaak van de wachtlijsten.
Zorgaanbieders Tzorg en Asterzorg beamen dat, al is het volgens de directies onvergelijkbaar met Amsterdam, waar de wachttijd tot drie jaar kan oplopen. ‘In Rotterdam hebben wij geen wachtlijst’, zegt René Akkermans, directeur Zorg van Tzorg, landelijk de grootste aanbieder van huishoudelijke hulp. Zijn bedrijf is actief is in 300 gemeenten, met 60.000 cliënten en 12.000 medewerkers.
Wachttijden
‘Maar wij zien slechts de capaciteit die onze organisatie mag leveren, niet het totaalbeeld’, aldus Akkermans. Wachttijden variëren volgens hem per dag, per uur zelfs. ‘De gemiddelde duur ligt, pin me er niet op vast, in rurale gebieden rond de vier tot zes weken. En in G40-gemeenten van drie maanden tot soms een half jaar. Dat verschilt sterk per gemeente. Als wij geen wachtlijst hebben, zegt dat overigens niet dat gemeenten die evenmin hebben.’
Sturen op prijs
De krapte op de arbeidsmarkt is slechts een deel van het verhaal, beweert Hans Buijing, oud-wethouder en nu directeur van belangenbehartiger Zorgthuisnl (voorheen BNT). Bestuurlijke keuzes zijn daar in zijn visie vooral debet aan. Gemeenten sturen nog sterk op prijs en contracten lopen in de meeste gevallen niet langer dan een jaar. Tegenover groeiende hulpbehoevendheid staat volgens hem een afname van het aantal geïndiceerde uren. ‘Van drie tot zes uur naar gemiddeld twee uur.’ De geldende norm ‘schoon en leefbaar’ is daarmee een rekbaar begrip geworden.
Wegkwijnen
Zorgaanbieders met langer lopende overeenkomsten hebben volgens Buijing meestal de positie van hoofdaannemer, die cliënten verdeelt over meerdere thuiszorgbureaus. Door het aantal partijen dat ervan moet mee-eten, gaat per saldo minder geld naar zorg en ondersteuning. Ook onderhandelen en aanbesteden kosten geld en capaciteit. Van de aanbestedende gemeenten en de partij die de gunning binnensleept, maar ook van de verliezende partijen. De echte verliezers zijn uiteindelijk hulpbehoevende inwoners, zegt Buijing. ‘Telkens als gemeenten bij een tekort op de Wmo het budget een stukje verkleinen, gaan uiteindelijk de burgers het merken. Mensen kwijnen weg.’
Vervuiling
Met een ‘eerlijker eigen bijdrage’ hopen gemeenten en kabinet het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp in te dammen. Maar achter de voordeur groeien intussen de vervuiling en problemen van kwetsbare inwoners, constateert Marcel Assink, directeur/eigenaar van het kleinere (1100 cliënten, 230 medewerkers) Asterzorg. Ter ontsmetting moet af en toe eerst een andere, gespecialiseerde partij komen. ‘Als wij daarna een paar uur hebben schoongemaakt, kan het een dag later weer net zo vies zijn’, weet Assink. ‘Het eigenlijke probleem is niet weggenomen.’ Het is naar zijn idee de keerzijde van het huidige beleid. ‘Sommige mensen wonen té lang thuis zonder passende zorg.’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 23 van deze week.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.