Zuid-Holland ziet gebruik openbaar vervoer toenemen

Het aantal Zuid-Hollanders dat gebruik maakt van het openbaar vervoer, neemt volgens het provinciebestuur weer toe. De regionale vervoersbedrijven hebben afgelopen jaar in alle regio's meer passagiers vervoerd dan in 2022, toen Nederland nog te maken had met de naweeën van de coronacrisis. Het gebruik van het ov in Zuid-Holland loopt nog wel flink achter ten opzichte van 2019, het jaar voordat corona uitbrak.

Sneeuwbal

‘In onze vervoersgebieden zien we een grotere en sterkere groei in reizigers dan we hadden durven hopen’, zegt VVD-gedeputeerde Frederik Zevenbergen (Verkeer, vervoer en ov). ‘Het is een sneeuwbaleffect: meer reizigers zorgen voor meer bussen, die weer zorgen voor meer reizigers. Dat is goed nieuws voor de bereikbaarheid in de hele provincie.’

Zo vervoerde Arriva afgelopen jaar in Leiden, Gouda, Alphen aan den Rijn en de omliggende gebieden zo'n 71.000 mensen per dag, 14 procent meer dan in 2022. Dit resulteert vanaf 12 mei in gemiddeld tweehonderd extra ritten per dag in deze regio. De treindienst tussen Alphen aan den Rijn en Gouda noteerde 12 procent meer gebruikers dan een jaar eerder. Ook in de ov-concessies in de Hoeksche Waard/Goeree-Overflakkee (7 procent) en rond de Drechtsteden (4 procent) was een toename te zien.

Wel lager dan vóór corona

De reizigersaantallen in de Zuid-Hollandse ov-gebieden liggen wel 10 tot 20 procent lager dan in 2019, volgens de provincie voornamelijk het gevolg van thuiswerken. ‘Na de moeilijke coronajaren is de positieve trend ingezet, maar we zijn er nog niet’, aldus Zevenbergen. ‘Wel zien we dat begin dit jaar de reizigersaantallen in zijn algemeenheid verder toenemen. Waar wordt opgeschaald, is de verwachting dat reizigersaantallen verder zullen herstellen.’

De provincies hebben afgelopen jaar stevig gelobbyd om ‘verschraling’ van het stads- en streekvervoer te voorkomen. Gedeputeerde Zevenbergen voerde toen het woord namens de decentrale overheden: ‘Na een eerdere btw-verhoging komt er nu in twee jaar tijd nog eens een 20 procent bij. Zo jaag je mensen het ov uit.’ 

Draconische stijging

Koepelorganisatie IPO, Metropoolregio Rotterdam-Den Haag, Vervoerregio Amsterdam en het samenwerkingsverband DOVA publiceerden samen een oproep aan de Tweede Kamer. Zij schreven: ‘De decentrale overheden hebben zelf geen middelen om de draconische stijging te verzachten omdat zij de afgelopen coronajaren alle beschikbare middelen en extra middelen al hebben aangewend om de dienstverlening aan de reizigers op voldoende niveau te houden.’

De Tweede Kamer luisterde naar de hulpkreet. De ticketprijzen zouden bijna 12 procent stijgen, maar een aangenomen motie van ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis voorkwam dit. ‘Met 300 miljoen euro is het mogelijk om de voor 2024 voorziene tariefstijging van 11,7 procent in het regionaal ov structureel af te wenden, waarbij er in 2025 weer reguliere indexatie van de tarieven zal plaatsvinden’, schreef staatssecretaris Vivianne Heijnen eind vorig jaar in een Kamerbrief als reactie op de motie.

Waar is de ov-reiziger gebleven?

Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid publiceerde rond dezelfde tijd het onderzoek Waar is de ov-reiziger gebleven?. Hierin wordt beschreven dat het lijkt dat Nederlanders structureel minder met de ov zullen blijven reizen, sinds het einde van de coronajaren. Dit geldt met name voor de bus, metro en tram. Wel kan het zijn dat het totale ov-gebruik alsnog groeit, onder meer vanwege de bevolkingsgroei.