Het openbaar vervoer lijkt zich niet te gaan herstellen
Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid publiceert een vooruitblik op 2028.
De Nederlandse Spoorwegen vervoerden het eerste half jaar van 2023 nog steeds niet meer dan 85 procent van het aantal passagiers dat vóór corona in de geelblauwe treinen stapte. Dat bleek afgelopen augustus uit de halfjaarcijfers van de NS.
Maar het is een reizigerskrimp die geldt voor al het openbaar vervoer, bleek vorige maand uit cijfers van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid in een publicatie met de naam Waar is de ov-reiziger gebleven? Statistieken van Translink, het bedrijf achter de ov-chipkaart, toonden dat op een doordeweekse dag in december 2022 nog steeds 17 procent minder mensen incheckten.
Dit gaat niet veranderen
Het opvallende nu is dat hetzelfde kennisinstituut dit niet ziet veranderen voor in elk geval de komende vijf jaar, aldus het nieuwe jaarrapport genaamd Mobiliteitsbeeld 2023. Vooral bus, tram en metro zullen waarschijnlijk niet herleven tot op het niveau van voor de pandemie. Maar ook de trein zal in 2028 naar verwachting niet zoveel mensen herbergen als in 2019.
Dat mensen meer thuiswerken zou niet de enige reden zijn. De hogere prijzen houden mensen evenzeer uit het openbaar vervoer, schreef het kennisinstituut afgelopen oktober al. Daarnaast is de kwaliteit van het openbaar vervoer minder dan eerder, in de ogen van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid.
Onderzoeker Mathijs de Haas schreef in oktober: ‘Ook is het aanbod van OV veranderd en is er in bepaalde periodes sprake geweest van relatief veel uitval, volle treinen en stakingen (de eerste maanden van 2023 kennen bijvoorbeeld veel stakingsdagen voor het stad- en streekvervoer).’
Slechtere dienstregeling
Deels ging het hier om incidentele stakingen aan het begin van dit jaar. Maar ook structureel zijn de dienstregelingen van het openbaar vervoer minder goed dan in 2019. Van met name bus, tram en metro verwacht het instituut weinig verbetering. Daarom denken de onderzoekers dat passagiers in 2028 bijna vijftien procent minder kilometers afleggen met dit deel van het openbaar vervoer.
Dat de bevolking tot dat jaar met 3,9 procent groeit, maakt niet uit. ‘Recent onderzoek laat zien dat het aandeel werkenden dat het OV gebruikt voor de woon-werkreis eind 2022 lager was dan eind 2019; ook de voorkeur om het OV te gebruiken voor andersoortige verplaatsingen is afgenomen.’
Wel méér wegverkeer
Het kennisinstituut verwacht daarentegen niet dat er in 2028 minder auto wordt gereden. Integendeel, de onderzoekers zien in het basisscenario een groei van 11 procent ten opzichte van 2019. Dat is inclusief het remmende effect van meer thuiswerken. Bovendien wordt autorijden duurder. Op 1 januari 2024 verdwijnt ook het laatste deel van de korting op de accijns die in april 2022 was ingevoerd. Daardoor stijgt de benzineprijs waarschijnlijk met 15 cent per liter. Daar komt nog bij dat vanaf 2027 het al bestaande Europese emissiehandelsysteem wordt uitgebreid naar het wegvervoer. Brandstofleveranciers moeten dan emissierechten inkopen, en zullen dat doorberekenen naar hun klanten.
En het fietsen?
En wat gebeurt er met het fietsen? Talloze grote gemeenten hebben recent een handtekening gezet onder de City Deal Fietsen, met het doel om ook de laatste twintig procent mensen die nooit fietsen het zadel op te krijgen. Het kennisinstituut verwacht ook dat het fietsgebruik over vijf jaar met 20 procent is gegroeid, maar dat komt louter door het oprukken van de elektrische fiets. Tegen die tijd wordt de elektrische fiets ongeveer evenveel gebruikt als zijn 'gewone' tegenhanger.
Het gebruik van de gewone fiets nam tussen 2012 en 2022 met een derde af, terwijl het gebruik van de e-fiets verachtvoudigde. De e-bike stond vorig jaar garant voor 37 procent van de op een fiets afgelegde afstand. In 2012 was dat vijf procent.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.