Zuid-Holland buigt voor dreigement minister De Jonge
De provincie past het eigen woningbouwbeleid naar zijn wensen aan.
Door te dreigen met een instructie heeft minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken de provincie Zuid-Holland op de knieën gekregen. Noodgedwongen past de Zuid-Hollandse GroenLinks-PvdA-gedeputeerde Anne Koning het eigen woningbouwbeleid aan. ‘Ik zie daarom onvoldoende aanleiding om mijn juridisch instrumentarium nu in te zetten’, schrijft de minister nu als antwoord op Kamervragen van JA21-Kamerlid Joost Eerdmans.
Ondemocratisch
Afgelopen maart schreef de Zuid-Hollandse afdeling van GroenLinks nog: ‘Dat een demissionaire minister de beweegruimte van een missionair provinciebestuur – en daarmee de maatwerkmogelijkheden van alle provinciebesturen – op deze manier dreigt aan te tasten, is volstrekt onacceptabel en ondemocratisch.’ De JA21-fractie in de Provinciale Staten van Zuid-Holland vroeg het provinciebestuur herhaaldelijk of het deze mening deelt. Maar GS hapte niet toe: ‘Ons college van Gedeputeerde Staten reageert niet op persberichten van individuele Statenfracties en om die reden gaan wij niet in op de door u gestelde vragen.’
Als het gaat om een zaak van nationaal belang mag het rijk de besluiten van een provincie aan de kant schuiven met behulp van een instructie. In Zuid-Holland moet de komende jaren ongeveer een kwart van alle geplande nieuwbouwwoningen gebouwd worden, maar juist deze provincie voerde een eigen koers.
Grote woninglocaties
Nog vlak voor het aantreden van een nieuw kabinet heeft minister De Jonge grote bouwlocaties voor na 2030 aangewezen. Daarmee illustreert hij hoezeer het komende kabinet het huidige woningbouwbeleid zal voortzetten.
De eigen koers
Dit deed gedeputeerde Koning door van gemeenten meer sociale huur te verwachten (40 procent van de nieuwbouw in plaats van hoogstens 30 procent); minder plancapaciteit te hebben (de minister wil 130 procent, Zuid-Holland zat op 113 procent); een beperkt aantal grotere buitenstedelijke bouwlocaties toe te staan; en een smallere definitie te hanteren voor wat geldt als een ‘betaalbare’ woning (maximaal 355.000 euro in plaats van de 390.000 euro die de minister wil).
Minster De Jonge eiste dat het provinciebestuur uiterlijk 30 mei aan de Provinciale Staten het voorstel zou doen om de omgevingsverordening op deze punten aan te passen. Dat heeft de provincie op het laatste moment gedaan.
Niet gerust
Het provinciebestuur lijkt er alsnog niet gerust op dat het afgedwongen beleid van De Jonge leidt tot voldoende sociale woningbouw in Zuid-Holland. ‘Wij laten graag onze zorgen wegnemen die wij hebben rondom het instrumentarium om te sturen op voldoende betaalbare en sociale woningbouw, die evenwichtig is verdeeld over de gemeenten’, staat in een recente brief van de provincie aan de minister. ‘Graag verkennen wij samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties ook toekomstig instrumentarium in een nog vast te stellen Wet Regie op de Volkshuisvesting of andere landelijke regelingen.’
Te hoge inkomensnorm
Eerder schreef het provinciebestuur dat er lange wachtlijsten zijn voor sociale woningen, en niet alle Zuid-Hollandse gemeenten genoeg bijbouwen. Meer dan de helft van de Zuid-Hollandse huishoudens zou voldoen aan de criteria voor een sociale huurwoning. Dat wijt de provincie aan een te hoge inkomensnorm: ‘Dat de wachtlijsten lang zijn is logisch als je het inkomen ziet dat geldt om toegang te krijgen tot een sociale huurwoning. Dat is als je alleen bent maximaal €47.699 euro per jaar, en als je met meer mensen bent is de grens een inkomen van € 52.671 euro per jaar. Beide meer dan een modaal inkomen kortom.’
Woningbeleid van het nieuwe kabinet
Lees ook de analyse van het woningbouwbeleid in het Hoofdlijnenakkoord. De nieuwe coalitie wil verder met wat De Jonge begon.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.