Wind als constante inkomstenbron
De ambitie om in 2020 liefst 6000 MW windenergie op land – goed voor eenvijfde van de huidige elektriciteitsvraag – ligt redelijk op schema ligt. Die slordige 2000 molens van honderdvijftig tot tweehonderd meter hoog komen er echter zelden zonder slag of stoot.
De ambitie om in 2020 liefst 6000 MW windenergie op land – goed voor eenvijfde van de huidige elektriciteitsvraag – ligt redelijk op schema ligt. Die slordige 2000 molens van honderdvijftig tot tweehonderd meter hoog komen er echter zelden zonder slag of stoot. Bezorgde bewoners vrezen waardedaling van huizen, geluidhinder en slagschaduw; natuurorganisaties zien verrommeling van het landschap. 'Zet belanghebbenden zelf aan de tekentafel'.
De lokale partij BurgerBelangen Moerdijk keerde zich recent tegen plaatsing van windturbines bij een verkeersplein langs de A16 vanwege hinder in de oude kern Moerdijk. Even noordelijker langs dezelfde snelweg is de gemeente Capelle het niet eens met het plan van de regio Rotterdam om twee windmolens bij de Van Brienenoordbrug te plaatsen.
En zo gaat de lijst met bestuurlijke wrijving tussen bevolking en overheidslagen, en tussen overheden onderling, voort. Alles draait om de opgave om voor 2020 een forse inspanning te doen. In dat jaar moeten maar liefst 6000 MW windwindturbines op land draaien. Om een idee te krijgen: dat zijn 2000 windmolens van 3 MW, ongeveer 150 tot 200 meter hoog. Eén zo'n molen levert per jaar 6 tot 7 miljoen kWh stroom, genoeg voor 1800 tot 2200 huishoudens.
Het Rijk heeft in overleg met de provincie al begin 2013 een verdeelsleutel gemaakt. Elke provincie is een opgave toebedeeld, tot op de halve MW nauwkeurig vastgelegd. Flevoland moet bijna een kwart van de ambitie vervullen met een 1390,5 MW, Groningen 855,5 MW en Drenthe 285,5 MW.
De strubbelingen zijn vaak terug te voeren op de tegenstelling tussen bewoners die voorstander zijn van meerdere parken van lagere molens zijn en wind-ondernemers (boeren, projectontwikkelaars) die voor geconcentreerde agglomeraties van grotere molens zijn. Voor die laatste optie opteren ook provincies die de met grotere parken de ruimtelijke kwaliteit beter denken te waarborgen.
Veel van de commotie wordt veroorzaakt doordat het Rijk de landelijke opgave bij de provincies heeft neergelegd. Op hun beurt moeten de provincies weer steun hebben van gemeenten. Om de voor de hand liggende vertraging te voorkomen, heeft het Rijk echter al wel bij de oorspronkelijke afspraak van 2013 de bevoegdheid ingebouwd om de provincie te overrulen met de zogeheten rijkscoördinatieregeling. Sowieso heeft het Rijk de regie bij windparken die groter zijn dan 100 MW. Provincies kunnen op hun beurt weer gemeenten overrulen als die niet afkomen met concrete MW's op concrete plekken.
Ontwerpen met omwonenden
In deze ouderwetse top-down benadering liggen de problemen. 'Dat moeten we nooit meer doen', vindt Tjisse Stelpstra, gedeputeerde (ChristenUnie) ruimtelijke ordening, klimaat en energie in de provincie Drenthe. In Veenkoloniën werden de gemeenten Borger Odoorn en Aa en Hunze geconfronteerd met een plan voor 150 MW windmolens. 'Daar zijn na lang schipperen wel 5 windmolens geschrapt, maar de bezwaren liggen nog steeds ter beoordeling bij de Raad van State' zegt Stelpstra.
Drenthe staat in de boeken voor de levering van 285,5 MW, grofweg het dubbele van de Veenkoloniën. De provincie ziet zelf grote kansen voor maar liefst 95,5 MW in de omgeving van Emmen en kan daarvoor haar provinciale bevoegdheid aanwenden. Op erg veel support hoefde Stelpstra niet te rekenen. Emmen had zich onder aanvoering van wethouder René van de Weide (Wakker Emmen, 15 zetels) zelfs tot 'windmolenvrije gemeente' gedoopt. 'Volkomen begrijpelijk dat inwoners zich zorgen maken', zegt Stelpstra. 'We nemen geen massieve positie in, maar wijzen er wel op dat Drenthe een opdracht heeft te vervullen. We hebben Emmen de kans gegeven om zelf de regie in handen te nemen, omdat we weten dat een aanpak dichtbij de inwoners op meer draagvlak kan rekenen.' De gedeputeerde denkt dat Drenthe de opgave rond het jaar 2020 heeft ingelost. 'Misschien zijn we met sommige projecten een paar maanden te laat, maar daarover moet je niet miepen.'
De provincie en de gemeente begonnen te Emmen een proces 'van onderop'. Inwoners, vaak georganiseerd in dorpsverenigingen, en natuurorganisaties gingen aan de slag om zelf locaties te vinden. 'We hebben een proces doorlopen waar in 7 tot 8 gebieden is gekeken naar turbines met een afstand van ongeveer 1100 meter van de bebouwing', meldt de gemeente Emmen.
Een van de drijvende krachten achter deze 'bottom-up'-aanpak is Rob Rietveld, directeur van Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW). 'Wij zijn voorstander van een fatsoenlijke uitvoering van het windprogramma', zegt Rietveld, die betrokken is bij intussen 25 van dit soort gebiedsplatforms die zoeken naar de beste oplossing voor mens, milieu en luchtvaart. 'Kijk, enthousiast wordt niemand van een stel windmolens in zijn achtertuin', constateert Rietveld nuchter. 'Maar als je mensen serieus meeneemt in een proces, ze hoort en ze zelf overtuigd laat raken dat dit de beste locatie is, dan ontstaat er zeker minder commotie dan nu het geval is. Er is in elk gebied een maximaal opnamevermogen. Ga je daaroverheen en druk je het besluit als overheid door, dan ben je verzekerd van fel protest', ziet Rietveld ook aan de locaties voor asielzoekerscentra en CO2- opslag.
De discussies vonden plaats met een heuse tool waarmee deelnemers zelf windmolenparkjes konden invullen tot de 95,5 MW. Ontwerpen met omwonenden, eigenlijk. 'Aan de tekentafel zagen ze zelf hoe moeilijk het is om de locatiekeuze voor elkaar te krijgen. Ze kregen ook meer inzicht over de natuurwaarden, aldus Rietveld. Er zijn op dit moment 3 gebieden over, waarover met projectontwikkelaar Raedthuys wordt overlegd. 'Bewoners hebben recht op een eigen adviseur, die helpt bij het vaststellen van waardevermindering van hun huis – 'de planschade' – en de compensatie daarvoor.'
Windmolens leveren geld op voor de gemeenschap
De financiële consequenties vormen een nogal onderbelicht aspect van de windturbines. En dan niet de negatieve effecten zoals de planschade maar de positieve kanten. Veel gemeenten onderhandelen met de projectontwikkelaars en boeren over inkomsten uit de opbrengsten nadat een locatie is vastgesteld. Onlangs ondertekenden de beoogde bouwers van de 100 MW aan windmolens langs de A16 vooraf aan vaststelling van de precieze locaties een convenant met de gemeenten Moerdijk, Drimmelen, Breda, Zundert en de provincie Brabant.
Daarin zeggen zij toe dat een kwart van de te bouwen windmolens ten goede komt aan de lokale gemeenschap. Een op de vier molens wordt dus een 'dorpsmolen'. Lokale coöperaties, individuen of de gemeenten zelf kunnen meedoen aan de financiering van de molen en toucheren de revenuen ervan. 'Steeds meer gaan idealisme en zakelijkheid samen', constateert Sible Schöne, directeur van de ngo HIER Klimaatbureau, die veel lokale projecten begeleidt. 'Veel dorpen beseffen dat ze door mede-exploitatie in windmolens met langdurige contracten over een constante inkomstenbron beschikken waarmee ze het dorpshuis in stand kunnen houden.' De term 'dorpsmolens' is gemunt in Friesland waar veel dorpen al veel langer dit belang zien. Het draagvlak stijgt navenant.
'Wind is het succes van de energietransitie in Nederland. De 6000 MW op land is goed voor twintig procent van de huidige elektriciteitsvraag. Op de langere termijn is wind op zee goedkoper en beter geschikt om in 30 duizend MW of meer te voorzien en ook het autopark en industrie van duurzame elektriciteit te voorzien', aldus Schöne. Voorlopig hebben we de windmolens op het land broodnodig om op korte termijn aan duurzame energie te komen. Duurzame energie en inkomsten voor de regio kunnen hand in hand gaan.'
Reacties: 11
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Prof Dr Ir F Udo geeft een helder betoog van de illusie die alternatieve energie heet.....
Het grootste zonnepark van Nederland zal stroom leveren aan het datacenter van Google in de Eemshaven.
Dit meldt Eneco vrijdag. Het bedrijf heeft een overeenkomst gesloten met Google.
Zonnepark Sunport omvat 123.000 zonnepanelen op dertig hectare grond en levert jaarlijks zo’n 27 gigawattuur zonnestroom. Sunport is ontwikkeld en gebouwd door het Duitse energieconcern Wirsol.
Dit is net zoveel als 7.700 huishoudens jaarlijks verbruiken, hoewel het maar een klein deel is van wat het datacenter gebruikt.
Zo heeft Google ook al contracten gesloten om stroom in te kopen van windmolens in Delfzijl en in Zeeland.
De stroom die wordt ingekocht wordt niet altijd direct geleverd aan het datacenter. Voor Eneco betekenen overeenkomsten met partijen zoals Google wel economische zekerheid bij het investeren in nieuwe wind- en zonneparken
Waar u aan 25 kilo in de zomer niets heeft omdat u ook in de winter tomaten wil, heeft u ook niets aan stroom die geleverd wordt als het waait in tijden dat het niet waait. Als u dan de verwarming aanzet, krijgt u stroom uit kolencentrales.
Nog geen 1000 windturbines kunnen de stroom leveren voor 1 huishouden zonder opslag. En ondanks alle goede bedoelingen is die er niet.
Laat daarom de vergelijkingen met huishoudens maar achterwege.
Het gaat om de mix van hernieuwbare energiebronnen: wind, zon, bio, water, bodemwarmte/koude. Daarmee wordt een nieuw energiesysteem opgebouwd, zonder vervuilende fossiel (CO2, fijnstof en NOx).
Op momenten dat het minder waait, zullen water en bio als flexibele bronnen gelden.
Maar helaas denken velen te veel alleen maar vanuit het bestaande energiesysteem....
De man laat zich betalen door de gemeente om de burgers van de gemeente te benadelen.
Hij helpt commerciele windpark huisjesmelkers aan gesubsidieerde windparken. Ten koste van de burges waarvoor hij wordt betaalt.
De inwoners betalen de subsidie, en worden wijs gemaakt dat dat de goedkoopste manier is.
In werkelijkheid kan de gemeente veel beter het windpark plan in kavels laten verkopen aan huishoudens. Elk huishouden kan zijn eigen stroom opwekken met een kavel koop-windpark. Stroom voor 2 cent per kWh, 20 jaar vaste prijs.
De windpark huisjesmelkers die door Rob Rietveld aan een commercieel windpark geholpen worden, gunnen huishoudens 0,05 cent per kWh, als gift in een anoniem fonds. Voor speeltuintjes.
De huishoudens die zelf een kavel koop-windpark kopen, hebben een voordeel van ca 3 cent per kWh.
Dus elke gemeente kan zijn burgers een factor 60 meer voordeel geven, dan de tegenstanders van windmolens meebrengen. Door het windpark net zo te laten verkopen als ze kavels bouwgrond verkopen an huishoudens.
Rene Didde schrijft dus voor de bedrijfskleptocratie van corrupte wethouders en raadsleden.
http://www.duurzamebrabanders.nl/blog/2016/12/nw …