Waterschappen zoeken invloed op verkiezingsprogramma's
Unie van Waterschappen wil een verplicht waterlabel, een afdwingbare watertoets en vooral ook meer geld.
Deze zomer schrijven de landelijke partijen hun verkiezingsprogramma's, met oog op de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november. De Unie van Waterschappen wil haar vingerafdruk op die documenten achterlaten en is aan het lobbyen geslagen, in samenwerking met drinkwaterkoepel Vewin, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO).
Als onderdeel van die lobby heeft de Unie haar standpunten inmiddels aangeleverd bij de partijcommissies die de verkiezingsprogramma's schrijven.
Watertoets en waterlabel
Zo wil de Unie dat de watertoets die waterschappen opstellen bij de ruimtelijke plannen van provincies en gemeenten afdwingbaar wordt. Ook wenst ze voor elke woning een waterlabel, naar analogie van het energielabel. Demissionair minister Harbers van Infrastructuur & Waterstaat heeft een onderzoek naar de mogelijkheid van een waterlabel aangekondigd, om 'waterbewustzijn' onder Nederlanders op te poken en hen bewust te maken van de mogelijke waterrisico's die ze lopen.
Ook wil de Unie dat de in nieuwbouwwijken soms verplichte ontkoppeling van het regenwater van de straatriolering gehandhaafd wordt.
Er is geld nodig
Wat de koepelorganisatie daarnaast vooral wil, is geld. Zo wil ze dat het Deltafonds uitdijt. Uit dit fonds worden maatregelen betaald op het vlak van waterveiligheid, zoetwatervoorziening en waterkwaliteit. In 2022 werd 1,4 miljard euro uitgekeerd vanuit het Deltafonds, waarvan 540 miljoen gericht op waterveiligheid en 71 miljoen op de zoetwatervoorziening, aldus het jaarverslag.
Onderdeel van het Deltafonds is het Hoogwaterbeschermingsprogramma, dat de Unie ziet als 'de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken'. Dit programma werkt richting het jaar 2050, om dan alle dijken aan nieuwe waterveiligheidsnormen te laten voldoen. Voor de dijkversterkingen na 2028 moeten volgens Unie nog financiële afspraken op papier komen.
PFAS aan banden
Tot slot hoopt de Unie op doortastend beleid van ander overheden op het vlak van waterkwaliteit. Daar horen snelle resultaten bij van het Nationaal Programma Landelijk Gebied, oftewel de integrale aanpak van het landelijk gebied door landbouwminister Adema en stikstofminister Van der Wal om onder meer stikstofreducties te behalen. Maar ook een kordate aanpak van de PFAS-problematiek in Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland. Nederland ijvert samen met andere landen voor een PFAS-verbod en hoopt dat dit in 2025 ingaat.
Vorige week liet drinkwaterkoepel Vewin weten niet te willen wachten op dat mogelijke Europese PFAS-verbod. Ze wil dat 'zo snel mogelijk via aanscherping van vergunningen de lozingen in eigen land aan banden worden gelegd'.
Daarnaast wil ze dat de tien drinkwaterbedrijven snel zicht krijgen op meer productiecapaciteit. De drinkwaterwinning gaat met de huidige vergunningen in de knel komen, waarschuwt Vewin al lange tijd. Daarom is het volgens de koepel van belang dat al in de komende maanden helderheid komt over het 'Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023–2030'. Overigens is Vewin zelf, samen met het IPO en het ministerie van I&W, betrokken bij het opstellen hiervan.
1. vervuilers (zowel burgers als bedrijven) worden naar evenredigheid hoger aangeslagen.
2. ingezetenen (burgers) worden voor een gelijk bedrag aangeslagen (we willen allemaal droge voeten hebben en houden).