Waar moeten de nieuwe bewoners werken?
Met alle aandacht voor wonen wordt ten onrechte vergeten dat al die nieuwe bewoners ook ergens moeten werken.
Woningnood is een van de prioriteiten van dit kabinet. De woondeals, woontoppen, aanpak- en leefbaarheidsplannen en aanjaag- en turboteams vliegen je – net als de ervoor beschikbare honderden miljoenen – om de oren. Tegelijkertijd hoopt minister Keijzer met haar STOERE aanpak vertragende en verwarrende woningbouwregels en procedures aan te pakken. Het kabinet gaat door met de aanpak van leefbaarheid en veiligheid van kwetsbare wijken.
Wat mij bevreemdt, is dat ruimte voor werken nauwelijks aan bod komt in al dit woongeweld en er nauwelijks middelen en mensen voor beschikbaar zijn. Dit terwijl we weten dat in een aantrekkelijke en leefbare wijk of stad ruimte moet zijn voor menging van wonen en werken. Vergelijkbaar met het tekort aan betaalbare woonruimte is er ook een groot tekort aan betaalbare werkruimte. Ontwikkelaars, corporaties en beleggers lossen dit probleem niet op, want de praktijk is dat wonen veel meer oplevert dan bedrijfsruimtes. Een probleemeigenaar ontbreekt.
Het feit dat er nauwelijks aandacht is voor ruimte voor werken is erg. Dit zorgt niet alleen voor vertrek, geen vestigingsmogelijkheden en rem op ‘innovatie’ van het mkb, maar zet de leefbaarheid van (kwetsbare) wijken en centra onder druk. Werk zorgt niet alleen voor inkomen, maar ook voor vertrouwen en actieve deelname. Er wordt te lichtzinnig gedacht over ruimte voor vestiging van stadsverzorgende bedrijven (lees: de elektricien, de loodgieter, de bouwer enzovoort) en ook voor maak-, ambachtelijke en zeker circulaire bedrijven. Over de brede wens voor circulaire en creatieve hubs wordt erg romantisch gedacht, terwijl dit ook meer vieze, lawaaiige en ‘minder mooie’ bedrijvigheid kan zijn.
Op een meer regionale schaal loopt de (sociale) mobiliteit vast. Waar moeten de nieuwe bewoners van de tienduizenden woningen gaan werken? Veel plannen blijven steken bij te dure werkruimte in de bekende plinten.
Op papier neemt de aandacht voor werken toe
Dit wordt geen glas-is-half-leeg-column, hoor. Op papier neemt de aandacht voor werken toe en vindt het gesprek over ruimte voor werken op regionale schaal plaats, zoals bij economie071 en U10 Utrecht. Steeds vaker wordt in omgevingsvisies en omgevingsplannen gesproken over functiemenging/werkgelegenheid per wijk en inbreiding intensivering van ‘woonwijken’ met andere functies.
Er ontstaan nieuwe concepten als ‘free’ en productieve ‘zones en wijken’, wijkprofielen, woonwerk- en werkwoonlocaties et cetera. Grote steden als Den Haag en Rotterdam komen met urgentiebrieven en aanvalsplannen rond betaalbare bedrijfshuisvesting en verkennen mogelijkheden voor fondsvorming en werkcoöperaties. Gemeenten kijken of en hoe maatschappelijk vastgoed kan worden ingezet voor werkfuncties. Er ontstaan steeds meer narratieven waarom ruimte voor werken zorgt voor een aantrekkelijke gemeente.
Voorgaande is in feite een open deur waar velen het mee eens zijn. Overheden zullen enerzijds vooral met ontwikkelaars, beleggers en corporaties serieus moeten gaan investeren in en substantiële ruimte reserveren voor werkfuncties. Geef corporaties meer mogelijkheden om ruimte voor werk te creëren. Anderzijds zou Minister Keijzer ruimte voor werk een serieuze plek moeten geven in haar STOERE aanpak en werkruimte onderdeel laten zijn van de woningbouwafspraken. Onlangs haalde iemand uit mijn netwerk een adviseur van de afdeling wonen aan. ‘Wat is jullie grootste uitdaging?, had hij gevraagd. Het antwoord van de woonadviseur: ‘Ruimte voor werk.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.