VNG: Aantal woningen stijgt niet snel genoeg
Door woningnood kunnen statushouders asielzoekerscentra niet verlaten, waardoor geen plekken vrijkomen voor nieuwe asielzoekers.
Gemeenten moeten veel verschillende groepen onderdak bieden, maar het aantal woningen stijgt niet snel genoeg ‘om aan deze urgente huisvestingsvraag te voldoen’. Dat zegt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Achterstand inlopen
De VNG reageert op de mededeling van demissionair asielstaatssecretaris Christophe van der Maat dat er volgend jaar mogelijk nog enkele tienduizenden extra opvangplekken voor asielzoekers nodig zijn. Ook moeten gemeenten voor het einde van dit jaar nog 13.000 statushouders opnemen, en in de eerste helft van volgend jaar nog eens 18.750. Bovendien hebben ze in de eerste helft van dit jaar bijna 5100 statushouders te weinig opgenomen, en ook die achterstand moet nog worden ingelopen. Daarnaast ligt er nog een opdracht om meer plekken voor Oekraïense vluchtelingen te vinden.
Lastige afweging
Statushouders zijn erkend als vluchteling en mogen in Nederland blijven, maar door woningnood kunnen ze de asielzoekerscentra niet verlaten. Daardoor komen hun plekken niet vrij voor nieuwe asielzoekers. De VNG spreekt van een lastige afweging en zegt zich zorgen te maken. Gemeenten moeten verschillende groepen opnemen, en bestuurders ‘proberen al die groepen steeds maar weer in samenhang met elkaar te bekijken en te bedienen’. Volgens de vereniging is er te weinig geld om sneller woningen te bouwen, en heeft het rijk ‘complexe incidentele regelingen’. Daarnaast zijn er lange wachttijden om nieuwe locaties op het elektriciteitsnet aan te sluiten.
Rode Kruis
De komende tijd zet het demissionaire kabinet meer in op kleinschalige opvang van asielzoekers. Hier vragen gemeenten al langer om en de Tweede Kamer heeft er meermaals op aangedrongen. Van der Maat schrijft in een Kamerbrief dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) hiertoe langjarig gaat samenwerken met het Rode Kruis. Deze organisatie kan helpen bij de ondersteuning op kleinere locaties, vanaf ongeveer vijftig asielzoekers. Het COA blijft verantwoordelijk voor de kwaliteit van de opvang.
Tijdelijke opvang
Ook wordt gekeken of locaties die eerder zijn gebruikt voor crisisnoodopvang kunnen worden omgevormd tot kleinere asielopvanglocaties. Die locaties zijn sinds afgelopen juli overgegaan in tijdelijke gemeentelijke opvang. Daarnaast is een regeling voor tijdelijke opvang in hotels en andere accommodaties uitgebreid en verlengd tot 1 januari 2025. Hierdoor kunnen meer gebouwen worden ingezet om tijdelijk onderdak te bieden aan bijvoorbeeld statushouders die wachten op een woning in een gemeente.
Door deze snelle werkmethode wordt de opvang en het asielsysteem zoveel mogelijk ontlast
Toch meer kleine locaties
Gemeenten zien vaak meer in kleine opvanglocaties omdat dit beter zou passen bij buurten en wijken. In vooral kleine plaatsen is vaak verzet van omwonenden als daar een grote opvang komt voor soms honderden asielzoekers. Lange tijd was het COA geen voorstander van kleine opvanglocaties, omdat dit logistiek niet handig zou zijn. Zo is daar relatief meer personeel nodig, terwijl er al krapte is in het personeel. De Kamer nam evenwel al in de zomer van 2022 een motie van de ChristenUnie aan om meer kleine locaties te openen, omdat er een groot tekort aan opvangplekken was.
Proef 'geslaagd'
Een proef om (potentiële) overlastgevers met een kansarm asielverzoek sneller terug te sturen naar het land van herkomst is geslaagd, schrijven Van der Maat en demissionair minister Dilan Yeşilgöz (Veiligheid en Justitie) in een andere Kamerbrief. Sinds het begin van deze pilot in november 2022 heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) 480 zaken versneld behandeld. Dat leidde in 400 gevallen tot een afwijzing. Het gaat hierbij vooral om mensen uit Algerije, Marokko en Tunesië. ‘Door deze snelle werkmethode wordt de opvang en het asielsysteem zoveel mogelijk ontlast’, schrijven de bewindslieden.
Minder uitrusttijd
De behandeling wordt bijvoorbeeld versneld door de asielzoekers waar mogelijk minder tijd te geven om uit te rusten en zich voor te bereiden op de asielprocedure. Normaal gesproken krijgen zij hier minstens zes dagen voor. Het is aan de IND om aan het begin van de asielprocedure te beoordelen of iemand een (potentiële) overlastgever is met een kansarme aanvraag. Van der Maat en Yeşilgöz spreken van een 'succes' en gaan onderzoeken hoe ze deze methode breder toe kunnen passen.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.