Novi mist keuzes
‘Rijk zakt voor lakmoesproef omgevingsbeleid’, kopte Binnenlands Bestuur een maand geleden. Aanleiding was de analyse van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).
‘Rijk zakt voor lakmoesproef omgevingsbeleid’, kopte Binnenlands Bestuur een maand geleden. Aanleiding was de analyse van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).
De raad liet er weinig van heel. Een samenhangend oordeel over de toekomst van Nederland ontbrak. Ook maakte de NOVI niet inzichtelijk welke ruimtelijke afwegingen straks voor rekening van het rijk komen, en waarvoor provincies en gemeenten aan de lat staan. Dat is met het op handen zijde Klimaatakkoord een belangrijke kwestie, als de landschappelijke pijn van de energietransitie over het land moet worden verdeeld. Deze week spreekt de grote broer van de RLI, het Planbureau voor de Leefomgeving, zich eveneens kritisch over de NOVI uit. Ook het PBL mist samenhang.
Nu extrapoleert het rijk in de NOVI vooral de hoofdlijnen uit het ingezette klimaat- en energiebeleid, de woonopgave en de landbouw visie. Waar deze drie ruimtelijke hoofdopgaven met elkaar botsen, maakt de Nationale Omgevingsvisie geen keuze. Ook ontbreekt volgens de planbureaus de internationale dimensie. Nederland heeft zich immers te houden aan strenge Europese afspraken over onder meer CO2-uitstoot en natuurbeleid. Een paar zaken vallen bij de totstandkoming van de NOVI in het bijzonder op. In de eerste plaats dat er amper politieke keuzes aan ten grondslag liggen. In plaats van de ‘visie’ die de NOVI zou moeten uitademen, dreigt die nu uit te draaien op een vlees noch- vis-ontwerp waaraan niemand zich een buil kan vallen. Daardoor lijken de pijnlijke keuzes bij de klimaatopgave naar decentrale overheden te worden doorgeschoven.
Dat is voor provincies en gemeenten die hun regionale energiestrategieën aan het optuigen zijn slecht nieuws. Zij ontberen een landelijke kapstok. Daarnaast mist in de Nationale Omgevingsvisie de integrale aanpak. De ruimtelijke opgaven staan erin centraal, waarbij voorbij wordt gegaan aan maatschappelijke consequenties. Een van de beste aanbevelingen van de planbureaus zijn de ‘regionale beleidsdirecties’, waarin rijk en decentrale overheden samen optrekken bij lokale opgaven. Als het niet lukt met een rijksvisie, dan maar een NOVI van onderop.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.