Training samenwerking over grens heen
Grenzen worden nog te vaak gezien als middel om ongewenste zaken tegen te houden, terwijl er juist uitwisseling van vernieuwende ideeën zou moeten plaatsvinden.
Politici van lokale en regionale overheden in grensregio’s moeten worden getraind in het beter benutten van kansen voor grensoverschrijdende samenwerking. Dat is een van de aanbevelingen afkomstig uit de begin deze week in Maastricht gehouden internationale conferentie ‘Effectieve Europese grensoverschrijdende samenwerking’.
Grenzen worden vaak nog gezien als muren om ongewenste zaken (zoals ziekten) of personen (bijvoorbeeld illegale migranten) tegen te houden. Minder vaak worden ze beschouwd als mogelijkheid voor het uitwisselen van vernieuwende ideeën. Bewoners van grensstreken ervaren dagelijks dat de ligging van hun woonplaats kansen biedt voor vruchtbare samenwerking met de buren, zoals grensoverschrijdende zorg- en dienstverlening of het realiseren van openbaar vervoerverbindingen. Verschillen in regelgeving, taal en cultuur staan echte successen in de weg.
Regionale en lokale overheden aan verschillende zijden van de grenzen werken weliswaar samen in Euregio’s, onder andere bij het op elkaar afstemmen van regelgeving, maar dat gebeurt meestal onzichtbaar. Het bestaan van Euregio’s is slechts bij weinigen bekend. Hierdoor kunnen er vraagtekens worden gezet bij hun democratische legitimatie en draagvlak.
Ruimte voor experimenten
Lokale en regionale overheden moeten de ruimte krijgen voor grensoverschrijdende experimenten, is een andere aanbeveling. Zij moeten daarin actief worden gesteund door hun koepelorganisaties - in Nederland de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg - in samenwerking met onder andere ministeries.
De conferentie doet ook een oproep aan de Europese Commissie. In haar cohesiebeleid moet de Commissie doorgaan met het ondersteunen van grensoverschrijdende en interregionale samenwerking tussen lokale en regionale overheden en ander partners. De aanbevelingen van de Maastrichtse conferentie worden voorgelegd aan de conferentie van ministers van Binnenlandse Zaken van de Raad van Europa die in november plaatsvindt in Utrecht.
De Raad van Europa, waarvan 47 Europese landen lid zijn, is in 1949 opgericht. Het belangrijkste doel van deze politieke organisatie is het bevorderen van een grotere eenheid tussen haar leden. Grensoverschrijdende samenwerking is een belangrijk middel om dit doel te helpen bereiken.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.