Vrees ‘uitkleden’ toezicht op verontreinigde bodem
De Wet bodembescherming bepaalt dat bedrijven afgravingen van grond moeten melden. Die verplichting geldt ook voor het gebruik van bodem, bagger en bouwstoffen. Bedrijven moeten die activiteiten doorgeven aan 25 meldpunten, bij onder meer omgevingsdiensten, gemeenten en provincies. Het kabinet wil deze meldingsplicht helemaal decentraliseren naar de gemeenten.
Een landelijke werkgroep van onder meer omgevingsdiensten, de inspectiedienst ILT, waterschappen, Rijkswaterstaat en de politie waarschuwt de Tweede Kamer dat het toezicht op verontreinigde bodem dreigt te worden uitgekleed. Door nieuwe regelgeving zou in veel gevallen de verplichte melding van afgravingen en het gebruik van grond, bagger en bouwstoffen komen te vervallen.
‘Als de meldingen vervallen, belemmert dat de (keten)handhaving in ernstige mate’, schrijft de Landelijke Werkgroep Ketentoezicht Bodem, Bagger en Bouwstoffen (KBBB) aan de Tweede Kamer. Ze reageert op een conceptbesluit bodem van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De werkgroep mist daarin ‘de jarenlange beloofde verbetering van het (keten)toezicht en de handhaving: we zien juist het uitkleden daarvan’.
Meldingsplicht
De Wet bodembescherming bepaalt dat bedrijven afgravingen van grond moeten melden. Die verplichting geldt ook voor het gebruik van bodem, bagger en bouwstoffen. Bedrijven moeten die activiteiten doorgeven aan 25 meldpunten, bij onder meer omgevingsdiensten, gemeenten en provincies. Het kabinet wil deze meldingsplicht helemaal decentraliseren naar de gemeenten.
De meldingsplicht zou dan ook versoepeld kunnen worden. De Landelijke Werkgroep KBBB becijfert dat van de 800 duizend meldingen die er nu nog jaarlijks gedaan worden, er 250 duizend geschrapt dreigen te worden. Volgens werkgroepvoorzitter Jeroen Telder gaat het daarbij niet alleen om licht en matig verontreinigde grond. ‘Ook voor een deel van de zwaar verontreinigde grond dreigt de meldingsplicht te vervallen’, zegt hij in een toelichting op de brief aan de Tweede Kamer.
Slecht handhaafbaar
De informatie die nog wel gemeld wordt, raakt vervolgens ook nog versnipperd over de 380 gemeenten die allemaal hun eigen normen hanteren. De bodemkwaliteit is in die situatie ‘niet tot slecht handhaafbaar’, aldus de brief. ‘We weten dan niet meer waar de verontreinigde grond blijft’, meent Telder. Uiteindelijk zal de versoepeling van de meldingsplicht volgens hem alleen maar leiden tot lastenverzwaring. Omdat er grote onduidelijkheid ontstaat over de verontreinigingsrisico’s in de bodem, zijn er meer onderzoeken nodig van de handhavende instanties. De landelijke werkgroep KBBB komt op een extra kostenpost voor overheid en bouw- en bodemsector van 25 miljoen euro jaarlijks.
Centralisering
Volgens de werkgroep gaat het nieuwe toezicht dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor ogen heeft te veel uit van vertrouwen in de sector. De branche zou de afgelopen jaren een ‘slecht naleefgedrag’ hebben getoond. Te vaak wordt vervuilde grond nog onder het mom van schone grond gebruikt, meent de werkgroep. De handhavende instanties uit de werkgroep pleiten voor centralisering in plaats van decentralisering. Er zou een landelijk meldpunt voor alle bodem- en graafwerkzaamheden moeten komen dat laagdrempelig werkt. Bedrijven en andere partijen moeten er met behulp van de Bodem-app al hun informatie kunnen doorgeven.
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
En het vertrouwen in de branche is laag.