Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Uitgelokte overstroming

Na het hoogwater van ’93 en ’95 werden rivierdijken versterkt. Berekeningen rond de eeuwwisseling lieten zien dat het niet genoeg was. Het programma ‘Ruimte voor de Rivier’ ontstond. Dat programma moet in 2015 af zijn.

12 april 2013

Het project Ruimte voor de Rivier moet het rivierenland voor overstroming behoeden. Maar in de Noordwaard bij Werkendam halen ze het water juist binnen. En de bewoners mogen van burgemeester Breuer zelf beslissen of en wanneer ze evacueren.

Tijdens het hoogwater van 1995 wil de 23-jarige Carla Breuer gaan helpen bij het evacueren in het rivierengebied. Ze reist van Utrecht, waar ze hbo-v studeert, naar de Betuwe. In Rhenen wordt ze vlak voor de brug over de Nederrijn tegengehouden. Al haar goede bedoelingen ten spijt: op last van de autoriteiten mag ze het bedreigde gebied niet in.

Krap twintig jaar later is Breuer zelf autoriteit: burgemeester van Werkendam, sinds 2009. In die hoedanigheid kan ze alsnog van betekenis zijn voor mensen die met hoogwater te maken krijgen. Ditmaal geen water bij verrassing als in ’95, maar zéker hoogwater, uitgelokt hoogwater zelfs.

De Noordwaard is een tegen de Biesbosch aan gelegen landbouwgebied in de noordwesthoek van Werkendam. Dwars erdoorheen stroomt vanaf 2016 geregeld een deel van een rivier, de Nieuwe Merwede: gemiddeld genomen eens per jaar. Binnen het rijksprogramma ‘Ruimte voor de Rivier’ is straks geen ander project te vinden dat zo vaak kopje onder gaat terwijl er mensen wonen. Eens per honderd jaar, weer een gemiddelde, komt het water er zo hoog dat twee bewoonde delen van De Noordwaard onderlopen.

Burgemeester Breuer (CDA, 1972) spreekt van een ‘uniek’ project. ‘Althans: nu. Door de klimaatverandering komen er waarschijnlijk snel meer van dit soort gebieden (zie kader ‘Deltabeleid’/red). Dan kan mooi uit onze ervaringen worden geput. We gaan het anders doen dan tot dusver gebruikelijk.’

Breuer doelt daarbij vooral op de manier waarop Werkendam evacueren benadert. Onlangs verscheen het Draaiboek Hoogwater Noordwaard. Burgemeester Breuer was erop gebrand dat in samenspraak met de bewoners te maken. Bewoners inzage geven in een draaiboek voor crisis­bestrijding zou al iets bijzonders zijn; in dit geval is het plan door toedoen van hen ook nog eens anders geworden. Vooral op het punt van de verplichte evacuatie: die ging van tafel.

Breuer: ‘Vanuit een behoefte aan controle denk je als bestuurder automatisch: als het water te hoog komt, moet iedereen wegwezen. Maar er waren bewoners die aangaven te willen blijven. En dat is goed voorstelbaar: het is hun huis, hun land.’

Bewoners de keuze geven is volgens Breuer wat ‘het vele internationale bezoek’ intrigeert. Natuurlijk wil dat weten waar, hoe en wanneer de rivier de vrije loop krijgt, maar dat kan ook bekeken worden bij andere projecten van Ruimte voor de Rivier.

Breuer: ‘Ze vragen: kan dat, de controle loslaten? Zou je dat wel doen? Ook in de raad kwam de vraag op. Maar waarom niet? Het heeft me eigenlijk nauwelijks moeite gekost.’

Gemeente en bewoners spraken wel af dat het daarmee een zaak van ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ werd: de gemeente voor tijdige evacuatie; de mensen die besluiten te blijven voor zichzelf. Ze moeten zich drie etmalen kunnen redden, desnoods op de bovenverdieping van hun woning.

Boeren
Een andere aanpassing kwam van de boeren in het gebied: die zagen niets in evacuatie van het vee. Gesleep doet de beesten geen goed, betoogden ze, de opbrengst vermindert erdoor. Ook kunnen de dieren elders ziektes oplopen. Breuer: ‘Ook daar waren we zelf nooit opgekomen, terwijl het welkom is: evacueren van dieren neemt veel meer tijd dan het evacueren van mensen.’

Hier helpt dat nagenoeg alle boerderijen in het deel van de Noordwaard dat vaak onderloopt, inmiddels gesloopt zijn. De boeren werden uitgekocht. De bedrijven die resteren, stonden van oudsher al op een terp of er wordt alsnog een heuvel voor opgeworpen.

De Noordwaard wordt inmiddels verbouwd dat het een lieve lust is. Overal staan bulldozers, heikranen, bouwketen en vrachtwagens. Daarbij springt het werk aan de rivierdijk in het oog: verspreid over krap twee kilometer lengte worden vier meters­lange openingen in het dijklichaam aangebracht. Daardoorheen stroomt straks het water van de Nieuwe Merwede de Noordwaard in als het rivierpeil eenmaal boven de 2.00 meter boven NAP reikt.

Aan de andere kant van het gebied wordt de dijk met de Biesbosch deels neergehaald: zo kan het Merwede-water de Noordwaard ook weer uit, richting zee. Door die ingreep zal Breuer als opperbevelhebber bij dreigend hoogwater vaak sneller moeten anticiperen.

Werd hoogwater in de nieuwe Noordwaard enkel beïnvloed door de rivier, dan kon ze volstaan met het in de gaten houden van de kubieke meters per seconde bij Lobith: een goede voorspeller van het rivierpeil in de Noordwaard, een halve dag later. Maar door het neerhalen van de Biesboschdijk moet ze ook scherp zijn op de zee, of preciezer: op het getij. Springtij in combinatie met zware storm uit het westen kan straks voldoende zijn om de eerste bewoonde delen blank te zetten: die met kades op 2.50 meter boven NAP. Bij uitzonderlijk, extreem weer kan dat zelfs zónder dat de rivier hoog staat en het gebied instroomt.

Het gevaar van zeezijde laat zich minder lang van tevoren inschatten. Het draaiboek stelt dat het water in de Noordwaard er in een halve dag een halve meter door kan stijgen.

Tureluurs
Breuer en haar staf raakten tureluurs van de ‘honderden berekeningen’, voor vele locaties in de Noordwaard. Ze vroegen Rijkswaterstaat om een simpel verhaal en kregen dat: een stapel grafieken, variërend van 24 tot 4 uur vóór het overstromen van bewoond gebied. Elke grafiek zet ‘Lobith’ af tegen het zeewaterniveau bij zware storm en is ingekleurd met dezelfde drie kleuren: groen voor ‘niets aan de hand’, rood voor ‘overstroming’, het geel tussen beide voor ‘nu evacueren’. Overal is vier uur voor het evacueren verdisconteerd: twee uur om in droog Werkendam te komen, twee uur voor de zekerheid.

Breuer is er gerust op zo. ‘Door de grafieken is het een eenvoudig, voorspelbaar verhaal geworden. En die eenvoud moet je ook richting bewoners communiceren. Een ingewikkeld verhaal zou onnodig voor
onrust kunnen zorgen.’

Nu lijkt de kans op al te veel onrust klein. De mensen zijn nuchter, zegt Breuer. Tegelijkertijd weet ze dat angst wel een rol heeft gespeeld bij sommigen die voor verhuizen uit de Noordwaard kozen. Bijna de helft van de huishoudens heeft de biezen gepakt: 35 van de 75. Alle zijn van rijkswege schadeloos gesteld, zoals de staat ook toekomstige waterschade aan de huizen van de blijvers zal vergoeden.

De regio zelf wees het alternatief af: oostelijker, dwars door het Land van Heusden en Altena, een nieuwe, ‘groene rivier’ aanleggen. Te landschapverpestend. Het rijk liet het plan van een bewonersplatform links liggen om de ruimte voor water ook aan de overkant van de Nieuwe Merwede te zoeken, onder meer omdat dan beschermde natuur aangetast zou worden.

Zo bleven ‘nut en noodzaak’ overeind. Breuer wijst op de aanleiding voor het inzetten van de Noordwaard. Hoogwater zal 30 centimeter minder hoog komen bij het stroomopwaarts gelegen Gorinchem. Daarmee krijgt de stad eenzelfde niveau van veiligheid als de rest van het benedenrivierengebied.

‘De mensen van de Noordwaard brengen een offer’, herhaalt de burgemeester nog maar eens. Heeft Gorinchem al iets teruggeven? ‘We werken goed samen, bij de A27 en de riviertaxi bijvoorbeeld.’ Maar voor wat, hoort wat. Toch? ‘Zo werkt het niet.’ Het project zelf levert de bewoners ook iets op, meent Breuer: ‘Met al dat water wordt het hier straks prachtig.’


Deltabeleid
Na het hoogwater van ’93 en ’95 werden rivierdijken in allerijl versterkt met het ‘Deltaplan Grote Rivieren’. Berekeningen rond de eeuwwisseling lieten zien dat het niet genoeg was: de geboorte van ‘Ruimte voor de Rivier’. Dat programma, met de Noordwaard als een van 34 projecten, moet in 2015 af zijn. Voorts leidde de commissie Veerman (2008) tot het ‘Deltaprogramma’. Vóór 2015 rolt daar een advies aan kabinet en Kamer uit, gebaseerd op strengere normen en alweer nieuwe metingen en klimaatscenario’s. Met politiek mandaat wordt dan begonnen aan ‘de Deltawerken van de Toekomst’.


‘Eens in de 50 à 75 jaar evacueren’
Hoe vaak de bewoners van de Noordwaard straks moeten evacueren, kan burgemeester Carla Breuer niet precies zeggen. Gemiddeld overstroomt bewoond gebied of de evacuatieroute eens per honderd jaar, maar dan wil je al weg zijn. Verwacht wordt dat de kans op overstroming van de Noordwaard in de loop der tijd toeneemt door klimaatverandering: vaker een hoge rivierstand, een stijgende zeespiegel bovendien. Door de herinrichting zal het gebied in 2015 veranderd zijn van een tegen hoogwater beschermde polder in buitendijks gebied. En daar mag van Rijkswaterstaat niets gebeuren wat de rivier ruimte ontneemt.

De burgemeester, als ze dan toch moet schatten: ‘Eens in de 50 á 75 jaar evacueren.’ De kwestie wel of niet evacueren handelt Werkendam af buiten de veiligheidsregio om. Dat is een afwijking van het protocol, dat opschalen verordonneert. Officieus zou de veiligheidsregio er al mee hebben ingestemd. Met een lokale staf van tien man maximaal kan Breuer de vraag prima af, stelt ze. ‘Het gaat hier om een gecontroleerde crisis en een kleine groep bewoners, die door voorlichting en een oefening precies weet wat er gebeuren kan en wat ze te doen staat. Daar moet je de veiligheidsregio, die normaal gesproken bij zo’n besluit betrokken wordt, niet mee lastig willen vallen. Dan zou je met een man of dertig méér aan tafel zitten.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie