VNG: plan voor vakantiewoningen ondermijnt lokale regie

Het voorstel van de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) om gemeenten te verplichten permanente bewoning van recreatiewoningen toe te staan, stuit op forse kritiek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Volgens de VNG helpt de voorgestelde instructieregel niet tegen de woningnood, is het aantal parken dat geschikt is voor permanente bewoning beperkt, en gaat het in tegen eerdere afspraken.

Instructieregel

Minister Mona Keijzer schreef in december in een brief aan de Kamer dat ze via een instructieregel in het Besluit kwaliteit leefomgeving gemeenten wil gaan verplichten bestaand gebruik van een recreatiewoning als permanente woning onder voorwaarden toe te staan, in het bijzonder wanneer mensen al langere tijd permanent in een recreatiewoning verblijven, zodat zij niet hun onderdak verliezen. Daarmee zouden gemeenten een deel van hun regie kwijtraken. De VNG roept Kamerleden nu op om mede daarom niet akkoord te gaan met het voorstel van minister Keijzer.

Woningtekort

De VNG is van mening dat het voorstel van het kabinet maar weinig zoden aan de dijk zet bij de aanpak van het woningtekort. Volgens een rapport van Berenschot wonen er ongeveer 55.000 mensen in recreatiewoningen, terwijl slechts 2.000 hiervan hebben aangegeven dit permanent te willen. Van die groep komt weer een beperkt aantal in aanmerking voor een vergunning voor permanente bewoning. ‘Daartegenover staat dat het behandelen van zulke aanvragen zeer veel ambtelijke capaciteit zal vereisen’, aldus de VNG.

Afspraken

Volgens de gemeenten druist het voorstel van de minister ook in tegen allerlei afspraken die eerder zijn gemaakt over vakantieparken. Zo is er de Actieagenda Vakantieparken, waarin bijvoorbeeld ook de transformatie van recreatieparken zonder toekomstperspectief naar woonwijken is opgenomen. Belangrijk daarbij is dat vakantieparken onderling heel veel van elkaar verschillen. Een maatwerkaanpak is daarom noodzakelijk, en dat wordt lastiger wanneer er landelijke instructieregels liggen die zeggen dat gemeenten permanente bewoning in sommige gevallen altijd moeten toestaan.

Ondernemingsvrijheid

Ook de ondernemingsvrijheid van de eigenaar van het park wordt ingeperkt door het plan van Keijzer. Als er mensen wonen met een vergunning voor permanent wonen wordt het namelijk lastiger om een park te transformeren of revitaliseren. Daarnaast is er sinds een jaar met de inwerkingtreding van de Omgevingswet een nieuw juridisch kader voor het verlenen van een persoonsgebonden vergunning voor wonen. Daarmee kan de lokale overheid een goede afweging maken bij het afgeven van vergunningen. Door een algemene regel is dat straks niet meer mogelijk.