ruimte en milieu / Partnerbijdrage

In ruimtelijke ontwikkeling werken oude reflexen averechts

Gaat Omgevingswet leiden tot minder rigiditeit en meer speelruimte?

03 juni 2024
ideeenfestival raadhuisplein drachten
“Ideeënfestival op het Raadhuisplein in Drachten. Hier wordt met een tijdelijke inrichting geëxperimenteerd, om van te leren voor het definitieve plan.” Bron: gemeente Smallingerland.

Auteur artikel: Eric Burgers

Vertrouwen is een groot goed. Al helemaal op het terrein van de ruimtelijke ontwikkeling die vaak verschillende belangen dient en afstanden tussen systeem- en leefwereld moet overbruggen. Volgens projectmanager Arjen Terpstra (Procap) zijn de gewenste verandering en voortgang onder meer gebaat bij een overheid die wel de richting aangeeft maar niet al het verkeer probeert te regelen.

Arjen is sociaal geograaf en werkt inmiddels krap tien jaar in het ruimtelijk domein. Al die tijd was het ambitieniveau van ruimtelijke agenda’s onveranderlijk hoog. Geen wonder, constateert hij, want behalve een woningtekort drukken grote vraagstukken op het gebied van klimaat, energie en sociaaleconomische tegenstellingen hun stempel op zo’n beetje elke vorm van ruimtegebruik. Onder de druk van alle functies die aan ruimte worden toegekend en de veelheid van belangen en gezichtspunten worden projecten er niet eenvoudiger op. “Tegelijkertijd lopen geijkte systemen en processen vast”, ziet Arjen, “wat leidt tot onzekerheid. De reflex is dan om meer zekerheden in te bouwen. Extra regels, randvoorwaarden en afspraken werken echter averechts.” Geïnspireerd door het gedachtegoed van transitiedeskundige Jan Rotmans pleit Arjen voor het omarmen van onzekerheid en het teweegbrengen van verandering met kleine stapjes. “Instituties kunnen meer vertrouwen tonen in burgers, bijvoorbeeld door inspraak te laten samengaan met eigenaarschap en beslissingsbevoegdheid.”

Al lerende

Arjen werkte vanuit Procap aan projecten van uiteenlopende aard in verschillende gemeenten. Zo deed hij eerder ervaring op met wijkvernieuwing in Groningen. De aanleg van een warmtenet ging er gepaard met sloop en nieuwbouw van sociale woningbouw. “Al lerende, van straat tot straat, heeft de gemeente een aanpak ontwikkeld om aansluitingen en verduurzamingsmaatregelen in woningen gerealiseerd te krijgen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van sociale netwerken en bij mensen achter de voordeur te komen als daar aanleiding voor is.” Maar ook door ertegenaan te lopen dat huishoudens de benodigde kosten, die ze pas achteraf kunnen verhalen, niet kunnen opbrengen. “Toen de gemeente besloot het geld voor te schieten, ging het lopen als een trein.” Experimenteren en bevragen, wil Arjen maar zeggen, werpen vruchten af.

Van controle naar vertrouwen

Of de Omgevingswet gaat leiden tot minder rigiditeit en meer speelruimte, moet blijken. Volgens Arjen is het vooral de vraag of er een andere manier van denken en handelen gaat ontstaan. Bijvoorbeeld doordat een inspirerende omgevingsvisie een opmaat vormt voor planvorming waarin een gemeente, projectontwikkelaars, maatschappelijke instellingen en burgers elkaar met open vizier benaderen in plaats van positie in te nemen. “Het is vooral aan gemeenten zelf om invulling te geven aan het wettelijk kader. Wordt de speelruimte benut? Of voedt het instrumentarium juist de reflex om controle te houden?” Uit de Omgevingswet volgt bijvoorbeeld dat projectontwikkelaars zelf participatie organiseren. “Als een gemeente dat proces vervolgens in een strak korset van beleid en toetsing hijst, moeten er toch weer allerlei procedures worden gevolgd. Dan gaan dingen niet sneller of soepeler.” 

Huiskamer

De praktijk is weerbarstig, weet Arjen uit ervaring. Voor gemeente Smallingerland werkt hij aan de transformatie van openbare ruimte: een centraal plein dat als parkeerterrein fungeerde, dient een huiskamer voor de stad te worden. “Een langgekoesterde maatschappelijke wens die het gemeentebestuur wil honoreren.” Het programma van eisen is met inbreng van inwoners tot stand gekomen, licht hij toe. “Er zijn meer dan honderd ideeën binnengehaald. De rode draad: het plein mag een stuk groener en men wil een waterelement, mogelijkheden voor spel en beweging en zit- en verblijfsplekken.” Die wensen stroken met gemeentelijke ambities, zoals voor klimaatbestendiger openbare ruimte. Tegelijkertijd hebben lokale ondernemers moeite met een voor auto’s niet meer goed toegankelijk plein. De beoogde inrichting maakt het bovendien minder geschikt voor grootschalige evenementen. Als belanghebbenden afwachten waar de gemeente mee komt zijn de mate van betrokkenheid en het gevoel van eigenaarschap gering, weet Arjen uit ervaring. Dan ligt weerstand voor de hand. “Reden voor de gemeente om nadrukkelijk uit te leggen welke afwegingen worden gemaakt en ondernemers direct te bevragen: waar ben jij als ondernemer mee geholpen?”

Ruimte voor improvisatie

Om plannen te maken mét mensen in plaats van voor mensen moet een gemeente zowel regisseren als ruimte laten voor improvisatie, concludeert Arjen. “Dus werken vanuit een visie en heldere kaders zonder die zelf in te willen vullen.” Hij verwijst naar zijn ervaringen in Zwolle waar hij nauw betrokken is bij de ontwikkeling van een slim parkeersysteem. Het doel: een zo efficiënt als mogelijke invulling van de parkeerfunctie in het gebied, zodat de buitenruimte ook kan benut voor klimaatadaptatie en verbetering van leefbaarheid. “Na gesprekken met hard- en softwareleveranciers hebben we het gemeentebestuur een onderbouwd eindbeeld voorgelegd, met verwachte opbrengsten en kosten. Maar de exacte uitkomst lag vooraf niet vast.” Pas na uitvoerig overleg met kantooreigenaren, de gebruikers van de parkeerplaatsen en het systeem, kwam de gemeente al bijsturend tot afspraken met alle belanghebbenden en ging ze over tot aanschaf van een passend systeem. “Ruimte laten voor improvisatie betekent niet zozeer dat je alle touwtjes laat vieren als wel dat je die ruimte eerst zorgvuldig afbakent.”

We werken vanuit een visie en heldere kaders zonder die zelf in te willen vullen.

Arjen Terpstra, Procap

Arjen beseft dat een dergelijk benadering behalve mentale souplesse ook organiserend vermogen vergt. “Met name in kleinere gemeenten kan de slagkracht ontbreken, waardoor een ontwikkeling niet uit de startblokken komt.” Mede om die reden is het de moeite waard elders inspiratie op te doen, vindt hij, in lijn met het gedachtengoed van Rotmans. “In het sociaal domein wordt geëxperimenteerd met gelijkwaardige samenwerking tussen betrokkenen. Inzichten vanuit de organisatiepsychologie voeden werkvormen die burger en bureaucratie dichter bij elkaar brengen, uitgaande van wederkerigheid. Daar kunnen we volgens mij nog veel van leren.”

Arjen Terpstra - Procap
Arjen Terpstra - Procap

Arjen Terpstra (adviseur en projectmanager bij Procap) werkt aan complexe gebiedsontwikkelingsprojecten. Zijn talent is om overzicht te scheppen in samenspraak met belanghebbenden en diverse vakdisciplines. Op deze manier weegt hij diverse belangen zorgvuldig af en is hij in staat om pragmatisch in te spelen op onverwachte ontwikkelingen die een project altijd met zich meebrengt. Hiermee zorgt hij voor effectieve samenwerking en duurzame, toekomstbestendige oplossingen. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.