De zeespiegel stijgt en Nederland bouwt verder in de polder
Door gebrek aan sturing van de Rijksoverheid zullen meer ‘waterige’ besluiten worden genomen.
In onze zomerkleding lopen we tot ver in november te genieten van het mooie weer. Oud- en nieuw was warmer dan ooit. Op de klimaattop in Egypte is gebleken dat er een flink gat zit tussen de beloofde en de benodigde CO2 emissiereductie. Daarmee lijken de afspraken om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius nog verder weg. De wereld moet dan ook echt rekening gaan houden met een verdere zeespiegelstijging.
In Fiji worden inmiddels dorpen verplaatst. Indonesië gaat zelfs een hele nieuwe hoofdstad bouwen. En wat doet Nederland? We gaan nieuwe huizen bouwen in de diepste polder. Daarbij worden in het Masterplan Middengebied Zuidplaspolder de volgende argumenten gebruikt: bij een dijkdoorbraak heb je tot 32 uur de tijd om weg te komen en de woningen worden gebouwd op een hoge plaats in de (diepste) polder zodat een hoge grondwaterstand goed opgevangen kan worden. Andere gehoorde argumenten om in de polder te bouwen zijn dat een groot deel van Nederland beneden NAP ligt en dat veeteelt in de polder onhoudbaar is omdat dat verlaging van de grondwaterstand vereist (en daarmee de bodemdaling versnelt).
Met de klimaatveranderingen zal ook de zoute kwel toenemen en moet rekening gehouden worden met het bergen van oppervlaktewater zowel ter overbrugging van droge perioden als voor het opvangen van extreme neerslag. Daarvoor lijken de diepe polders van Nederland het meest geschikt.
Klimaatadaptatie staat inmiddels hoog op de lijst van ambities van gemeenten bij de ontwikkeling van nieuwe woon- en werkgebieden. In dat geval gaat het vooral om het beperken van hittestress ten gevolge van de opwarming en het (langer) vasthouden van hemelwater om de gevolgen van extremer weer te beperken. Goede initiatieven, maar is het genoeg?
De Rijksoverheid bekommert zich over de hoogte van de dijken. Uit onderzoek door Deltares in opdracht van het Ministerie van I&W (“Strategieën voor adaptatie aan hoge en versnelde zeespiegelstijging, een verkenning” van september 2019) is duidelijk geworden dat de huidige zeewering niet tot in het oneindige verhoogd kan worden. Bij het denken over oplossingsrichtingen voor een hoge zeespiegelstijging worden nu vier strategieën beschouwd: ‘Beschermen Open’, ‘Beschermen Gesloten’, ‘Zeewaarts’ en ‘Meebewegen’. Daarbij wordt aangegeven dat de huidige strategie ‘Beschermen Open’ - waarbij dijken worden opgehoogd om de effecten op te vangen van de stijgende zeespiegel van meer dan + 2m en de hoge waterafvoer in de rivieren bij een verder stijgende zeespiegel niet meer houdbaar is.
Voor ‘Beschermen Gesloten’ moeten nieuwe sluizen en keringen gebouwd worden en zal bij verdere zeespiegelstijging mogelijk zo veel zandsuppletie noodzakelijk zijn dat ook deze strategie niet overal houdbaar is. Om verdere dijkverhoging en het realiseren van nieuwe sluizen en keringen op termijn mogelijk te maken moeten we nu ruimte reserveren.
Een mogelijke oplossingsrichting is ‘Zeewaarts’, maar die kan op termijn zo duur zijn dat dit niet betaalbaar is voor Nederland.
Een voorbeeld van de oplossingsrichting ‘Zeewaarts’ is bijvoorbeeld de aanleg van een nieuwe zeewering op maximaal 25 kilometer voor de kust, de Haakse Zeedijk. Deze dijk kan doorgetrokken worden naar Frankrijk en Denemarken. Om dit mogelijk te maken, is nog veel technische innovatie nodig en vooral heel veel geld. Een dergelijke oplossing past goed bij Nederland. De Haakse Zeedijk zou niet misstaan in het rijtje bedijking, inpolderen, Zuiderzeewerken en Deltawerken.
Bij een hoge zeespiegelstijging ontkomen we er niet aan om in ieder geval deels te gaan ‘Meebewegen’ met het hoge water. Waarom worden er nu nog nieuwe plannen gemaakt voor de realisatie van woningen in laag gelegen gebieden? Moeten we bij de huidige afwegingen die gemaakt worden over de inrichting van Nederland niet meer rekening gaan houden met de strategie van Meebewegen, waarbij de afweging gemaakt wordt of en hoe een nieuw uitleg gebied tegen verdere zeespiegelstijging beschermd kan worden? Dit kan ook oplossingen bieden voor andere aspecten van de klimaatverandering: de zoute kwel en het opvangen van extreme neerslag.
De keuze kan zijn dat we dan meer nieuwe woningen bouwen op droge grond.
Eeuwenlang is er in onze delta gebouwd op droge grond. Op de stroomruggen van de grote rivieren door de Romeinen, vanaf de middeleeuwen op terpen en wierden die door de bewoners zelf zijn opgeworpen en natuurlijk op de hooggelegen zandgronden. Er werd meebewogen met het water.
Maar inmiddels gaat meebewegen met het water tegen onze volksaard in. Immers, Nederland verdedigt zich tegen het water. Het opgeven van land past daar niet bij. Dat was duidelijk merkbaar in de Hedwigepolder, die is teruggegeven aan het Schelde estuarium als natuurcompensatie voor het uitdiepen van de Westerschelde om de haven van Antwerpen bereikbaar te houden.
Er is nog veel onzeker over de maatregelen die nodig zijn om Nederland te beschermen tegen de verdere stijging van de zeespiegel. We moeten nu in ieder geval de oplossingsrichtingen niet onmogelijk maken door nu woningen te bouwen op plaatsen die we te zijner tijd misschien nodig hebben voor de verschillende strategieën. Daarmee belasten we toekomstige generaties.
Een dergelijke afweging kan niet gemaakt worden door lagere overheden. Dat is alleen maar mogelijk als het Rijk de regie neemt over het gebruik van het water- en bodemsysteem.
De voorstellen van het Rijk zullen daarbij ook integraal moeten worden beschouwd. De NOVI beoogt de problematiek integraal te benaderen, maar het ontbreekt aan heldere doelen en daarmee kaders waarbinnen in de gebieden aan de slag kan worden gegaan. Nu ontbreekt het aan centrale afwegingen voor gebied overstijgende onderwerpen.
In de brief van het ministerie van I&W van 25 november jl. zet minister Habers uiteen hoe Nederland om moet gaan met het gebruik van water en bodem vanuit het perspectief van de klimaatverandering. Naast de lovenswaardige uitgangspunten voor het toekomstig gebruik van het water- en bodemsysteem is de aanpak van de oplossing op zijn Rutte’s: veel verantwoordelijkheden worden doorgezet naar lagere overheden waarbij de overheden samen verantwoordelijk zijn voor het resultaat, daar waar een centrale afweging voor gebied overstijgende onderwerpen noodzakelijk is. Door gebrek aan sturing van de Rijksoverheid zullen meer ‘waterige’ besluiten worden genomen zoals we die nu zien rond de woningbouw in de Zuidplaspolder en vele andere polders.
Nederlanders worden in de toekomst klimaatvluchteling. Ons aansluiten bij Duitsland zou een goede exit strategie zijn. Dan kunnen we inwoners verplaatsen. Maar dat is niet aan de orde, Er wordt veel geld verdiend door de kwantitatieve groei die bevolkingsgroei teweeg brengt. Dat is belangrijk. Zo is Nederland. Centjes verdienen en korte termijn.