Ontluikende liefde in het Gooi
Blaricum, Eemnes en Laren hebben tot 2011 de tijd om te bewijzen dat hun BEL Combinatie bestaansrecht heeft. De drie zelfstandige besturen hebben hun ambtelijk apparaat begin 2008 samengevoegd. ‘Burgers zijn ontevreden’, schrijft de BEL-directeur in een vertrouwelijk rapport. De burgemeesters beloven beterschap.
We praten met twee van de drie leden van het dagelijks bestuur van de BEL Combinatie: burgemeester Joan de Zwart-Bloch (D66) van Blaricum en haar Larense collega (en partijgenoot) Elbert Roest. De eerste is verantwoordelijk voor communicatie, de tweede voor personeelszaken. Het gesprek vindt plaats in het gemeentehuis van Laren.
Hoe typeren beide burgemeesters de samenwerking tussen de drie gemeenten? Is het een verstandshuwelijk, een LAT-relatie of een gepassioneerde liefdesrelatie? ‘Als een gepassioneerde liefdesrelatie natuurlijk’, zegt De Zwart-Bloch met een stralende lach. ‘Dit is een heel intensief proces dat alleen maar lukt als je echt voor elkaar kiest.’ Ook Roest blijkt gepassioneerd verliefd. ‘In menige samenwerking wordt wel voor elkaar gekozen, maar het gaat niet echt van harte. Bij ons is dat toch anders. We zien elkaar nog net niet dag en nacht.’
Het enthousiasme van beide bestuurders heeft wel een consequentie: kritische vragen worden terzijde geschoven. Zoals de vraag of de BEL Combinatie toch niet vooral een defensieve stap is, als antwoord op mogelijke plannen in Den Haag voor een vergaande herindeling van het Gooi. Nog afgezien van het feit dat de gemeente Huizen al jaren met een begerig oog kijkt naar delen van het grondgebied van buurgemeente Blaricum.
De vraag lokt bij Elbert Roest een heftige reactie uit. ‘Wat een onzin’, buldert hij vanaf de andere kant van de tafel. ‘Wij werkten op diverse terreinen al jaren samen voordat we aan de BEL Combinatie begonnen. Zo hadden de drie gemeenten bijvoorbeeld al jaren één gemeentewerf. De BEL Combinatie is niet meer dan een logisch vervolg op die samenwerking. Dit is geen defensieve stap, maar een offensieve. Wij wilden iets wat al jaren bestond ook een bestuurlijke inbedding geven.’
Defensief
Jaap Verdonck Huffnagel kent als VVD-fractievoorzitter in de gemeenteraad van Laren het enthousiasme van zijn burgemeester voor de BEL Combinatie als geen ander. Toch is de liberaal ervan overtuigd dat de aanleiding voor de samenwerking wel degelijk defensief is. Alhoewel de VVD’er, net als andere raadsleden in de drie gemeenten, zijn fiat aan het project heeft gegeven, is hij wel kritisch. En als een van de weinige politici uit hij zijn reserves ook openlijk, hetgeen hem niet in dank wordt afgenomen door met name zijn partijgenoten in de twee andere gemeenten. Maar dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat de liberalen in Blaricum en Eemnes deel uitmaken van het college van B en W, terwijl ze in Laren tot de oppositie behoren.
Verdonck Huffnagel: ‘Natuurlijk is het een defensieve stap. Een herindelingsoperatie komt steeds dichterbij in het Gooi. Als het aan Den Haag ligt, moeten de G4-gemeenten Naarden, Bussum, Weesp en Muiden fuseren. Waarschijnlijk worden er in november al knopen doorgehakt. Als niet alle vier gemeenten uiteindelijk samengaan, dan in ieder geval toch Naarden en Bussum. Dan krijgt Bussum een fors deel van het grondgebied van Huizen erbij. Dat is voor die gemeente alleen maar acceptabel als ze wordt gecompenseerd met een deel van Blaricum.’
Dat er een bestuurlijke herindeling komt, staat voor het Larense VVD-raadslid als een paal boven water. Al was het alleen maar omdat het Rijk volgens hem inmiddels schoon genoeg heeft van de al jaren voortslepende bestuurlijke animositeit in de Gooi- en Vechtstreek. ‘Niet voor niets staat onze regio in Den Haag bekend als de vecht- en gooistreek.’
De BEL Combinatie heeft tot 2011 van Den Haag en de provincies de tijd gekregen om haar bestaansrecht te bewijzen. Verdonck Huffnagel mist een plan voor het geval het onverhoopt fout mocht gaan. ‘Ik heb jarenlang voor de NAVO gewerkt. Daar stelden we ons altijd in op het worst case scenario. Dat mis ik. Er is wel alle reden voor: want er zijn buurgemeenten die graag delen van de BEL zouden inlijven. En ook omdat de BEL Combinatie tot nu toe in financieel opzicht bepaald geen succes is. Dan zou ik alvast een plan voor een mogelijke fusie voor na 2011 maken.’
Daadkracht
Verdonck Huffnagel is matig te spreken over de bestuurlijke kwaliteit van de BEL Combinatie. ‘Dat houdt niet over. Het lijkt wel, nu het ambtenarenapparaat is samengevoegd, of de bestuurders van de drie gemeenten zich meer dan ooit tegenover hun kiezers als onafhankelijk willen profileren. Maar die profilering leidt natuurlijk niet tot optimale samenwerking. De drie gemeenten lijken steeds vaker langs elkaar heen te werken. Dat was vroeger anders.’
Dit beeld wordt bevestigd door Jan van der Kamp. Ooit was hij directeur van de GGD van Zuidoost Utrecht en van Friesland. Nu is hij als gepensioneerd inwoner van Blaricum bestuurslid van de Stichting Welzijn Ouderen BEL (SWOBEL). Hij is uiterst kritisch, deze mooie voorjaarsmiddag in zijn tuin op de grens van Blaricum en Laren. Hij maakt geen geheim van zijn frustratie, waarbij hij wel benadrukt dat hij op persoonlijke titel spreekt. ‘SWOBEL was de eerste organisatie die al jaren geleden op maatschappelijk gebied een samenwerking tussen de drie gemeenten op poten zette, een soort van BEL Combinatie avant la lettre. Dan is het des te zuurder om te constateren dat we door de echte BEL Combinatie niet bepaald worden gesteund.
‘Neem de invoering van het Wmo-loket. Formeel mag elke gemeente dat doen op de manier die haar goeddunkt. Maar wij hebben gezegd: waarom opnieuw het wiel uitvinden, terwijl er al jaren één loket bestaat, namelijk SWOBEL? Toch varen de drie gemeenten ieder nu hun eigen koers: Laren schakelt ons wel in, maar Blaricum en Eemnes gaan met een andere instantie in zee. Het creëren van een eigen beleid is volgens mij het creëren van een waan, waarvan iedereen kan zien aankomen dat vroeg of laat de neus gestoten wordt. Daarbij kun je je afvragen hoeveel leergeld het experiment mag kosten.’
Theo Arts, regiodirecteur van Vivium Zorggroep die in Blaricum en Laren verzorgingshuizen en thuiszorg exploiteert, is het helemaal met Van der Kamp eens. ‘Het lijkt me niet meer dan logisch dat er voor de ouderen in de drie gemeenten één Wmo-loket komt. Want zijn de behoeften van een oudere in Eemnes nu echt zoveel anders dan in Blaricum en Laren? Volgens mij niet. De drie gemeentebesturen beschouwen dit waarschijnlijk als hun vrijheid om zelf beleid te ontwikkelen. Maar voor mij is het een gebrek aan bestuurlijke daadkracht om tot een gezamenlijke oplossing te komen waar de burger beter van wordt.’
Buitenwereld
Terug naar het Larense gemeentehuis. Burgemeeste De Zwart-Bloch van Blaricum ziet niet zozeer de behoefte tot verdere profilering bij de drie gemeentebesturen, eerder het omgekeerde. ‘Misschien waren we de laatste tijd te veel in onszelf gekeerd. Maar vind je het gek? Elke reorganisatie kost veel energie van de betrokkenen. Vergeet niet dat we niet alleen onze ambtelijke apparaten hebben samengevoegd, maar dat de nieuwe werkorganisatie ook naar een nieuwe gebouw is verhuisd dat binnen een jaar is gebouwd. Wellicht hebben we iets te weinig tijd besteed aan de buitenwereld.’
Haar Larense collega Roest: ‘Het komt ook doordat het door ons gekozen model tot onvoorziene ontwikkelingen heeft geleid. Zo moet volgens de Archiefwet iedere gemeente op haar eigen grondgebied een archief bijhouden. Maar de ambtelijke organisatie zit nu in één kantoor in Eemnes. En wat te denken van het feit dat Eemnes als Utrechtse gemeente tot een andere gezondheidsregio behoort dan de Noord-Hollandse gemeenten Blaricum en Laren? Het zijn allemaal zaken waarvoor we een oplossing moesten vinden.’
Inmiddels is in het gemeentehuis van Laren ook directeur Coen Aalders van de BEL Combinatie aangeschoven. Aan hem de vraag of het niet moeilijk is dat de ambtelijke organisatie voor drie gemeentebesturen moet werken.
‘Je moet dat niet overdrijven. We zijn als een fabriek met drie klanten. We leveren een basispakket diensten aan alle drie gemeenten. En wie meer wil, betaalt ook meer. Philips heeft miljoenen klanten, dus zo moeilijk lijkt me een situatie met drie klanten niet. Het biedt wel schaalvoordelen. Uiteindelijk kunnen we goedkoper bepaalde diensten leveren. Hierdoor houden de gemeenten geld over. Het gevolg is dat ze twee ambtenaren hebben kunnen aanstellen die belast zijn met de openbare veiligheid. Daar was vroeger het geld niet voor.’
Onder de maat
Zo laconiek als directeur Aalders doet over de gevolgen voor de ambtelijke organisatie van het BEL-model, zo vernietigend was zijn oordeel over de werkorganisatie die hij bij zijn aantreden in september vorig jaar aantrof.
In zijn vertrouwelijke notitie Back to Basic, waarover Binnenlands Bestuur beschikt, schrijft Aalders: ‘Kijkend naar houding en gedrag van medewerkers stel ik vast dat die op veel plaatsen tekortschiet. Er wordt te weinig verantwoordelijkheid genomen voor het eigen functioneren. Er is een grote groep middenklassers die wel willen maar niet kunnen (zij moeten leren) en medewerkers die wel kunnen maar niet willen (zij moeten geïnspireerd raken). En er is een kleine groep medewerkers waar we vanaf moeten.’
De ondernemingsraad wil niet op de kritiek van de eigen directeur reageren. ‘Omdat de organisatie in beweging is, kan er nog geen definitief oordeel worden gevormd. Verder kan publiciteit het veranderingsproces negatief beïnvloeden’, laat OR-voorzitter Marlinda Renes per e-mail weten. Voor verder commentaar verwijst de ORvoorzitter naar de directeur. ‘Via een gesprek met onze directeur kunt u toch aan voldoende informatie komen.’
Terug naar de vertrouwelijke notitie van BEL-directeur Aalders. ‘Burgers zijn ontevreden, hetgeen blijkt uit het toegenomen aantal klachten aan de balie. Het vertrouwen van de colleges en de gemeenteraden staat onder druk. Er groeit onvrede, zeker nu er financiële tekorten boven tafel komen. We zijn in financiële zin nog te weinig in control. Ik heb in de eerste dagen al geconcludeerd dat administratie, planning en rapportage volstrekt onder de maat zijn. Om de financiële functie in control te krijgen, zullen we geruime tijd nodig hebben. Dat zal nog zeker tot eind 2009 duren. Daarom lijkt een tekort van 1,4 miljoen euro aannemelijk.’
Gevraagd naar een reactie relativeert Aalders zijn vernietigende conclusies van een paar maanden geleden. ‘Dat was inderdaad een heel negatief beeld. Op zich is het niet verwonderlijk dat er binnen een organisatie in transitie verwarring bestaat onder medewerkers die zich uit in ontevredenheid. Volgens mij is het een kwestie van tijd dat dit beeld verandert.’
Verontrustender is dat Aalders in zijn notitie aangeeft dat de BEL Combinatie zeker nog tot eind dit jaar financieel out of control zal zijn en dat er een tekort dreigt van 1,4 miljoen. Dat zullen de gemeenteraden van Blaricum, Eemnes en Laren, die al een keer tussentijds ieder zo’n vier ton moesten doneren om een acuut financieel gat te dichten, niet kunnen waarderen. Aalders: ‘De situatie die ik in mijn notitie beschreef, bestaat inmiddels niet meer. Door de komst van een controller is er veel verbeterd. Wat betreft de uitgaven zijn we nu in control.’
Dus Aalders kan de drie gemeenteraden garanderen dat ze niet nogmaals met extra rekeningen worden geconfronteerd? ‘Ja, die garantie geef ik. Dat geldt uiteraard niet als men nieuwe beleiddoelstellingen formuleert, want bij nieuw beleid hoort ook nieuw budget. Maar als het beleid niet verandert, kunnen wij de klus klaren binnen het huidige budget.’
LAT-relatie
Het gesprek is ten einde. Voor een volgende vergadering komt het derde lid van het BEL-bestuur, burgemeester Roland van Benthem (VVD) van Eemnes binnenlopen. ‘Roland, hoe zou jij onze samenwerking willen typeren?’ vraagt De Zwart-Bloch hem. Als hij de mogelijkheden verneemt waaruit hij kan kiezen, antwoordt hij resoluut: ‘Als een LAT-relatie’. De Zwart reageert zichtbaar teleurgesteld. ‘Hoezo een LAT-relatie? Dat is zo afstandelijk.’ Van Benthem: ‘Hoe kom je daar nou bij? Er is niets mis met een goede LAT-relatie. Ik doe het privé al jaren zo.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.