Nationale meerkosten warmtenet lager dan voor warmtepompen
Onderzoek van adviesbureau Berenschot naar warmtetransitie in Haagse wijk.
Wat goed is voor het individu, is niet per se goed voor de samenleving als geheel. Dat dilemma speelt nadrukkelijk mee in de warmtetransitie. Dat blijkt opnieuw uit een onderzoek van adviesbureau Berenschot. Gekeken werd naar het verschil in nationale meerkosten tussen de overstap van een grote Haagse wijk op all electric warmtepompen of op een warmtenet. Conclusie: de meerkosten voor warmtepompen kunnen 40 procent hoger liggen dan voor een warmtenet. Maar zo'n financieel nadeel geldt lang niet altijd voor de individuele bewoner.
In opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE), staatsbedrijf Energiebeheer Nederland (EBN), Bouwend Nederland en de regionale netbeheerder Stedin boog Berenschot zich over de kosten van de warmtetransitie in een wijk van 111.000 woningen in Den Haag. De wijk bestaat voornamelijk uit oudere appartementen, deels zelfs vooroorlogs. Tot en met vorig jaar werkte de gemeente met private investeerders daadwerkelijk aan de aanleg van een warmtenet in dit deel van Den Haag. Het lukte energiewethouder Arjen Kapteijns uiteindelijk niet het project aan te besteden, aangezien de business case niet rond kwam.
Interview Arjen Kapteijns
Lees het interview met de Haagse wethouder Arjen Kapteijns. ‘Op dit moment heeft het rijk nog niet de juiste omstandigheden gecreëerd om de warmtetransitie in Nederland te realiseren.’
Géén individuele oplossing
Berenschot benadrukt dat het niet juist is om bij de installatie van een all electric warmtepomp te spreken van een individuele warmteoplossing, in contrast met een collectief warmtenet. Ook in het geval van een warmtepomp maakt de maatschappij als geheel kosten, omdat de netbeheerders het stroomnet moeten verzwaren en deze kosten worden gesocialiseerd via een hoger nettarief. Daardoor zijn de maatschappelijke kosten minder zichtbaar dan bij de aanleg van een warmtenet.
Een probleem is dat in de warmtetransitie de individuele belangen niet in lijn zijn met de maatschappelijke belangen. In de Haagse casus van een dichtbebouwde wijk met oudere huizen heeft een warmtenet veel lagere nationale meerkosten, met name doordat het stroomnet minder sterk verzwaard hoeft te worden. ‘Deze kosten zijn twee keer zo hoog voor all electric warmtepompen in vergelijking met warmtenetten’, schrijven de onderzoekers.
De hoge warmtetarieven
Een belangrijke vraag is waarom de warmtetarieven in Nederland zoveel hoger zijn dan in omringende landen. Deskundigen komen daar niet uit.
Sociale huurders met warmtepomp
Maar kijkend naar de eindgebruikerskosten zijn de warmtepompen voordeliger voor het individuele huishouden. Bij een warmtepomp stijgt de maandlast gemiddeld met acht euro, bij een warmtenet met gemiddeld 16 euro (inclusief de Warmtenetten Investeringssubsidie van het rijk). Al hangt deze berekening wel sterk af van het type huishouden. In het geval van slecht geïsoleerde woningen kan een warmtenet goedkoper uitvallen dan een warmtepomp.
Opvallend is dat een warmtepomp voordeliger is voor individuele sociale huurders, omdat corporaties maar een deel van de kosten naar de huurder mogen doorberekenen. Dit contrasteert met het feit dat warmtebedrijven vaak als eerste kijken naar de sociale huursector, omdat het goed afspraken maken is met woningcorporaties en sociale huurders vaker wonen in gestapelde huizen. Warmtebedrijven zoeken juist woningen die dicht op elkaar staan.
3000 euro per woning
De Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) is dus cruciaal om de warmtenetten financieel aantrekkelijk te houden. Tegelijk is de subsidie voor huishoudens nog onvoldoende, zeggen de onderzoekers, ‘om de aansluiting op een warmtenet aantrekkelijker te maken dan de all electric-optie’. Dat terwijl Berenschot in de onderzoekscasus uitgaat van een WIS-bijdrage per woning van 3000 euro.
Het is in hun ogen een wezenlijke stap om het individuele belang van een huishouden op één lijn te krijgen met het maatschappelijke belang. Gebeurt dat niet, dan vallen de nationale meerkosten van de warmtetransitie hoger uit dan noodzakelijk is. ‘Dit vergt aanpassingen aan de manier waarop kosten en baten worden verdeeld tussen de verschillende warmteoplossingen.’
Ben je niet afhankelijk van een dure monopolist als Rattenval of Eneco. Loop je niet leeg op zo'n rare warmtepomp die alleen aantrekkelijk is met salderingsregeling. Fantastisch!