Nationaal Plan Landelijk Gebied toch niet echt van tafel
Tijdens het Kamerdebat met landbouwminister Femke Wiersma bleek dat nog heel veel onduidelijk is. Ze kon niet concreet worden.
De dag begon ermee dat 's ochtends vroeg een politiek verslaggever van de NOS naar buiten bracht dat het kabinet een streep zet door het Nationaal Plan Landelijk Gebied. Provincies zouden volgens het nieuwsbericht kunnen stoppen met hun lopende landelijke gebiedsprogramma's gericht op stikstofreductie, waterkwaliteit en terugdringen van broeikasgassen. Dit baseerde de NOS op ‘bronnen’.
Provinciebestuurders en Kamerleden reageerden verontrust. ‘Als de toezeggingen echt teniet worden gedaan, dan moet de regering het zelf doen’, liet een woordvoerder van de provincie Noord-Holland weten aan persbureau ANP. ‘We gaan vanmiddag zien of het echt zo is.’ Want inderdaad, woensdagmiddag was juist het Kamerdebat gepland met landbouwminister Femke Wiersma.
Weinig veranderd
Tijdens dit Kamerdebat ontkende minister Wiersma de berichtgeving niet expliciet. Tegelijkertijd leek er gaandeweg niks veranderd te zijn. Misschien dat de benaming ‘Nationaal Plan Landelijk Gebied’ , dat door het vorige kabinet onder leiding van toenmalig stikstofminister Christianne van der Wal tot stand kwam, formeel komt te vervallen. Maar de doelen voor natuurherstel, reductie van stikstof en broeikasgassen, en waterkwaliteit blijven overeind. Ze zijn immers grotendeels verbonden aan wettelijke Europese afspraken, op grond van de Nitraatrichtlijn, de Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water en de afbouw van de derogatie.
Bovendien benadrukte Wiersma dat de provincies de komende jaren nog zo'n twee miljard euro te besteden hebben aan hun gebiedsprogramma's; geld dat nog door Van der Wal is vrijgemaakt op basis van begin dit jaar goedgekeurde provinciale gebiedsplannen. Dus klopt het niet dat provincies van de ene op de andere dag niks meer kunnen. Ook vindt de stopperregeling voor piekbelasters nog doorgang. Daarnaast publiceerde landbouwminister Wiersma een paar dagen geleden een op agrariërs gerichte verplaatsings- en innovatieregeling.
Geïrriteerd
Toch vroegen ook Kamerleden die het kabinet goedgezind zijn zich woensdagmiddag af wat de toekomst gaat brengen. VVD-Kamerlid Thom van Campen leek zelfs ietwat geïrriteerd toen collega-Kamerleden hem bleven vragen of het nieuwe landbouwbeleid niet destructief is. ‘Daar zitten de bewindspersonen, daar zitten ze allebei’, reageerde hij op een interruptie door CU-Kamerlid Pieter Grinwis die in zijn bijdrage sprak over ‘pyromanenpolitiek’.
‘Ik heb geen Kamerbrief zien verschijnen over hoe we het dan gaan doen, maar daar zitten ze’, aldus Van Campen. En met een verwijzing naar het door het huidige kabinet geschrapte transitiefonds: ‘Ik vind het ook spannend, want ik heb de afgelopen 3,5 jaar gezien hoe moeilijk het al was met 25 miljard euro. Ik heb gezien dat met 25 miljard de trekkers de snelweg al opkwamen, en dat met die 25 miljard al bewindspersonen voor de deur werden lastig gevallen. Maar blijkbaar zijn er mensen die denken dat het op een andere manier kan. Ik wacht de uitwerking van deze bewindspersonen af. Ik ben net zo nieuwsgierig als de heer Grinwis.’
Onduidelijk
Duidelijk is dat voorlopig nog veel onduidelijk is. Wiersma wilde niet vooruit lopen op het regeerakkoord, dus kon nog weinig zeggen over het nieuwe beleid. Rond Prinsjesdag stuurt ze de Tweede Kamer haar nieuwe versie van het plan-Adema, genoemd naar haar voorganger Piet Adema. Daarin zal ze beschrijven hoe zij van plan is de algehele mestproductie volgend jaar zover omlaag te brengen dat deze in lijn is met het verlaagde plafond op basis van de met Brussel afgesproken stapsgewijze afbouw van de Nederlandse derogatie op de Nitraatrichtlijn.
Pas eind dit jaar kan Wiersma duidelijk maken hoe zij, zoals aangekondigd in het Hoofdlijnenakkoord, gaat afstappen van het huidige depositiebeleid en overstappen op een emissiebeleid. CU-Kamerlid Pieter Grinwis is op zich voorstander van de koerswijziging, maar welke vorm krijgt die? Het Kamerlid barstte van de vragen: ‘Voert de minister verhandelbare uitstootrechten voor stikstof in? Komt er een stikstofbudget per bedrijf? Gaat ze de inputs beprijzen die stikstofuitstoot veroorzaken, zoals soja en kunstmest? Hoe gaat ze de reductie van stikstof meten?’
Pas in 2026
De huidige landbouwminister kon er nog niks over zeggen. Net zoals het voorlopig onduidelijk blijft wanneer de aangekondigde, brede uitkoopregeling van kracht zal worden. ‘Veel ondernemers hebben tegen mij gezegd: ik kom niet in aanmerking voor de huidige opkoopregeling, maar zou het wel willen’, reageerde Wiersma. ‘Maar het kost tijd om zo’n regeling te maken. Ook omdat de regeling eerst nog voor notificatie naar Brussel moet. Daarbij komen de middelen voor deze regeling, volgens het hoofdlijnenakkoord, pas in 2026 beschikbaar.’
De landbouwminister zei teleurgesteld te zijn dat het door de provincies bestelde wetenschappelijke onderzoek naar een rekenkundige ondergrens voor de berekening van stikstofdeposities geen duidelijk antwoord heeft opgeleverd. Ze had gehoopt dat de wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam en onderzoeksinstituut TNO een concreet voorstel hadden kunnen doen, waarmee ze meteen naar de bestuursrechters van de Raad van State kon stappen. Voorlopig moet ze nog bedenken hoe een vervolgonderzoek eruit kan zien.
Enige wrevel
Hierop reageerde NSC-Kamerlid Harm Holman met enige wrevel. Van zijn hand was de motie die om het eerste onderzoek had gevraagd. Ondertussen heeft hij zelf met bestuursrechters van de Raad van State gepraat, en is het zijn overtuiging dat verder wetenschappelijke studie zinloos is omdat het louter nog een bestuurlijk-juridische kwestie is. Hij verzocht haar dringend zo snel mogelijk bij de Raad van State binnen te stappen, om daar te horen onder welke voorwaarden de bestuursrechters een ondergrens zouden toestaan.
Holman: ‘De Raad van State was klip en klaar: dan zult u meerdere maatregelen moeten nemen die de instandhouding van de natuur garanderen en voldoen aan de regelgeving. Als u dat niet doet, zullen er gerechtelijke uitspraken komen die u niet welgevallig zijn en gaat het niet lang duren voordat handhavingsverzoeken door de rechter worden gehonoreerd en zelfs vergunningen worden ingenomen.’
Maar Wiersma wacht alsnog verder wetenschappelijk onderzoek af.
De vrees
Tot slot is er de vrees wat er gebeurt met de PAS-melders. Tot de eerste helft volgend jaar mogen provincies de handhavingsverzoeken, die worden ingediend door bijvoorbeeld de actiegroep MOB, naast zich neerleggen. Zo veel tijd heeft het kabinet om de legalisatie van deze groep agrariërs te regelen.
Onder andere het CDA wil van Wiersma weten hoe ze die handhavingsverzoeken gaat voorkomen. Haar plan is dit te doen dankzij de invoering van de rekenkundige ondergrens bij de berekening van stikstofdeposities. Omdat het bij PAS-melders gaat om een kleine stikstofuitstoot zijn zij dan gevrijwaard van een vergunningplicht. Maar dat is dus nog niet gelukt. Toch kon de landbouwminister verder weinig zeggen. Als het regeerprogramma klaar is, komt er meer helderheid. Maar ook dan slechts in grote lijnen, zei ze. Meer detail vergt meer tijd.
Lieve boeren, de BBB gaat jullie ook niet redden. Met de plannen van de BBB wordt het alleen maar erger.