Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Nog geen finale oplossing voor mestcrisis onder boeren

Raad van State is kritisch op belangrijk wetsvoorstel dat één oplossing moet bieden.

20 augustus 2024
Een weiland in Overijssel met reclame van LTO Noord.
Een weiland in Overijssel met reclame van LTO Noord.ANP

Het blijft nog onduidelijk of het de Nederlandse landbouw het komend jaar gaat lukken onder het Europese plafond voor de mestproductie te blijven. Dat benadrukt de Raad van State in een nieuw advies over een belangrijk wetsvoorstel dat onder oud-landbouwminister Piet Adema tot stand kwam en opvolger Femke Wiersma zo snel mogelijk na het zomerreces aan de Tweede Kamer wil voorleggen.

Dit wetsvoorstel, dat de Meststoffenwet wijzigt, moet idealiter begin 2025 van kracht worden en een deeloplossing zijn voor de huidige mestcrisis. Lukt het Den Haag niet deze crisis snel te bezweren, dan loopt de gehele veeteeltsector kans op een generieke korting’ vanuit Brussel op het aantal dieren dat ze mag houden.

Ook de provincies willen in allerijl een oplossing, schreven ze afgelopen april. Hun toch al moeilijke gebiedsprocessen met boeren in hun regio, in het kader van waterkwaliteit en natuurherstel, is extra moeilijk nu veel agrariërs financieel aan het worstelen zijn omdat het veel duurder is dan eerder om van mest af te komen. Een generieke korting op de zogenaamde productierechten van veehouders, een angstbeeld voor bijna het hele politieke spectrum, zou de malaise verdiepen.

Juridisch adviseur grondzaken

Gemeente Olst-Wijhe
Juridisch adviseur grondzaken

Gemeentelijke Ombudsman Alkmaar

Gemeente Alkmaar
Gemeentelijke Ombudsman Alkmaar

De derogatie verdwijnt

Het probleem is dit: Nederlandse boeren hebben sinds 2005 een derogatie op de Nitraatrichtlijn, wat betekent dat ze meer mest mogen uitrijden dan de Europese norm. Die derogatie verdwijnt nu in snelle stappen. Het nieuwe kabinet wil opnieuw in gesprek hierover met de Europese Commissie, al zag de vorige landbouwminister Adema daar binnen de toenmalige politieke context geen heil in. In april schreef hij de Tweede Kamer dat de Commissie aangaf ‘geen enkele ruimte te zien voor een nieuwe of aangepaste derogatie, ook niet voor een derogatie die zich zou beperken tot grasland en tot grondgebonden bedrijven, omdat er in Nederland geen verbetering is te zien in de waterkwaliteit.’

Het gevolg is dat het mestproductieplafond in 2025 ligt op: 440 miljoen kilo stikstof en 135 miljoen kilo fosfaat. Op basis van de voorlopige cijfers over 2024 moet de stikstof het komende jaar met 28 miljoen kilo omlaag, de fosfaat met 12,5 miljoen kilo. Maar dat gaat nooit lukken met alleen de huidige wetswijziging van de Meststoffenwet, benadrukt de Raad van State. Die wetswijziging behelst grotendeels dat binnen de pluimvee-, varkens- en melkveesector de productierechten met 30 procent worden afgeroomd als die rechten doorverkocht worden. Dat geldt overigens niet voor verkoop binnen familieverband.

Het plan-Adema

Het opvallende is dat allang bekend was, wat de Raad van State in het advies beklemtoont: de wetswijziging kan de mestproductie onmogelijk voldoende omlaag halen. In het zogeheten plan-Adema van afgelopen april stond al dat de opbrengst ervan onzeker is, en in 2025 gaat om ‘enkele miljoenen kilogram stikstof’. Ook bijvoorbeeld actiegroep Agractie, een tegenstander van de wetswijziging, schreef dat de hogere afromingspercentages ‘slechts een marginaal effect hebben op de mestmarkt’. En belangenclub LTO zei: ‘een verhoogde afroming is nadrukkelijk géén oplossing die snel verlichting op de mestmarkt zal geven.’

LTO is overigens geen tegenstander van een hoger afromingspercentage. Eerder dit jaar kwam de belangenvereniging met een eigen mestplan naar buiten, samen met andere landbouwpartijen, waarin eveneens het voorstel staat om bij transacties de productierechten in de melkveesector met 30 procent af te romen. Een belangrijk verschil is dat LTO met name de pluimveesector buiten de mestcrisis wil houden. Volgens de belangengroep zijn pluimveehouders geen speler in de mestproblematiek en is er geen reden ook hen tot afromen te verplichten. 

De zere plek

De Raad van State legt in het advies eveneens een vinger bij deze zere plek. De bestuursrechter wijst erop dat het kabinet niet duidelijk maakt waarom, behalve de melkveesector, ook de twee andere sectoren zoveel productierechten moeten inleveren. De pluimvee- en varkenshouderij zijn veel minder belangrijk als het gaat om de waterkwaliteit. In het licht van de inmenging in het eigendomsrecht is voor een beoordeling van de proportionaliteit van de maatregel voor de verschillende sectoren dat inzicht wel nodig’, aldus het advies.

Gebiedsproces gijzelen

Het was dus alom bekend dat de wetswijziging niet hét antwoord is op de mestcrisis. Het overheersende bezwaar van de Raad van State is dat een kabinetstoelichting op het wetsvoorstel niet aantoont dat aanvullende plannen die nu op tafel liggen wel dat antwoord vormen. Allereerst zijn er de al oudere opkoopregelingen voor onder meer piekbelasters, die eerder onder stikstofminister Christianne van der Wal vielen. Daarnaast komt het nieuwe kabinet zo snel mogelijk met weer een nieuwe, algemenere opkopersregeling.

De provincies storen zich overigens aan de komst van die nieuwe regeling, die in hun ogen een spaak in het wiel is van de gebiedsprocessen. ‘Omdat die regeling nooit binnen een jaar operationeel is, kan dit het gebiedsproces gijzelen: bedrijven kijken eerst waar die regeling toe leidt voordat ze actief mee gaan doen aan een gebiedsproces’, schreef het Interprovinciaal Overleg in april.

Maar het vorige en het nieuwe kabinet hebben nog meer maatregelen op het oog. Huidig landbouwminister Femke Wiersma heeft besloten dat boeren dit jaar langer mest mogen uitrijden. Daarnaast wil men minder ruw eiwit in het voedsel voor de koeien, de invoering van een graslandnorm om uiteindelijk de gehele melkveehouderij grondgebonden te maken, en gebruik van het innovatieve mestproduct RENURE dat dienst kan doen als kunstmestvervanger.

De lobby

Tot slot is minister Wiersma afgelopen zomer meteen begonnen met haar lobby bij de Europese Commissie. Afgelopen juli meldde zij aan de Tweede Kamer dat ze ‘de contouren’ van haar plannen om Brussel te vermurwen waarschijnlijk op korte termijn kan delen: komende september, na afloop van het zomerreces.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie