RAAP brengt kaart militair erfgoed uit voor gemeenten
Gemeenten hebben een beschermplicht, maar veel van de stellingen en loopgraven uit de tweede oorlog dreigen letterlijk te verzanden en uit het zicht te verdwijnen. Een speciale digitale kaart moet het Militair Cultureel Erfgoed aan de vergetelheid ontrukken.
Stellingen en kazematten uit de Tweede Wereldoorlog zijn nog steeds goed zichtbaar in het Nederlandse landschap. De bijbehorende loopgraven, werkkampen en andere infrastructuur zijn zeventig jaar na dato vaak verdwenen in de ondergrond. Tijd voor een indicatieve archeologische kaart: opdat gemeenten het militaire erfgoed niet per ongeluk vergraven.
Fort bij Vechten
Rijdend over de A12 bij Bunnik valt het afdwalende oog van de automobilist al snel op een rij oude bunkers, schijnbaar willekeurig neergegooid in de weilanden richting Amelisweerd. De met vlaggetjes getooide kazematten maken samen met Fort bij Vechten aan de andere kant van de weg deel uit van de Hollandse Waterlinie. De stelling is voor het laatst gebruikt in de meidagen van 1940. Er is overigens nooit gevochten.
Erfgoed
Waar de gemiddelde passant niet meer dan een paar half begraven betonblokken ziet, spreekt Ivar Schute, senior projectleider WOII bij de stichting RAAP van ‘militair cultureel erfgoed’. De stichting heeft als doel om de kennis over archeologisch onderzoek en de aanwezige oudheidkundige bodemschatten te bevorderen. En dat is volgens Schute voor de resten uit de oorlog geen overbodige luxe. ‘Anders dan bij de middeleeuwen en de oudheid hebben gemeenten de wereld oorlog archeologisch nog niet helemaal tussen de oren’.
Bescherming verplicht
En dat terwijl vrijwel elke plaats in ons land zijn eigen archeologische vindplaatsen met resten van de tweede wereld oorlog kent. Veel van deze overblijfselen behoren onder de monumentenwet tot cultureel erfgoed en mogen dus niet zomaar verstoord worden. Gemeenten en provincies moeten bij bouwplannen een inventarisatie maken en de plek in principe beschermen of in ieder geval grondig documenteren. Willen ze hier van afwijken, dan mag dat, maar alleen als er een beredeneerde argumentatie aan ten grondslag ligt.
Ongewild vergraven dreigt
In de praktijk blijkt bescherming niet altijd even vanzelfsprekend. ‘Helaas is niet altijd precies bekend waar de resten liggen. Bij bouwplannen en andere projecten lopen gemeenten het risico het erfgoed ongewild en onwetend te vergraven’, zoals Schute dat in archeologische vaktermen noemt. ‘En hoe kun je een gemeente verantwoordelijk houden voor beschadiging van een archeologische vindplaats waarvan hij het bestaan niet kent’?
Fort bij Vechten niet veilig
Zelfs een zichtbare en gekende plek als de Hollandse waterlinie is volgens stichting RAAP niet veilig: ‘De kazematten en het fort zal niemand afgraven. Maar daaromheen lag natuurlijk een hee stelsel van loopgraven, werkkampen en aanvoerroutes. Deze ondersteunde infrastructuur is in de loop der jaren verzand, dicht gegooid en uit zicht geraakt. Maar de resten zijn er nog wel en behoren ook tot het erfgoed’.
Indicatieve en interactieve kaart
Om te voorkomen dat de overblijfselen ongezien en ongemerkt verdwijnen heeft RAAP het militair erfgoed van de Tweede Wereldoorlog nu letterlijk in kaart laten brengen. Het resultaat is de Indicatieve Kaart Militair Erfgoed, kortweg IKME. ‘Het is een eerste stap naar een zorgvuldiger omgang met dit militaire erfgoed. Gemeente ambtenaren en andere betrokkenen kunnen de kaart via internet raadplegen en zelf aanvullen. Zo kan iedereen beter zien wat op een bepaalde bouwlocatie te verwachten’.
Gemeenten van goede wil
Volgens Schute is de kaart goed ontvangen door lokale en regionale overheden. ‘Er is zeker belangstelling en goede wil om de vindplaatsen goed te beheren. Maar dat is niet altijd even makkelijk. Gemeenten langs de kust hebben bijvoorbeeld te maken met resten van de zogenoemde Atlantic Wall, op plaatsen waar ze dat niet altijd verwachten. In het Oosten liggen nog veel resten van geallieerde stellingen van de slag om Arnhem. Het vergt een geoefend oog, maar je kunt veel loopgraven en landingsplaatsen nog terug vinden in het landschap. Gemeenten willen dat graag met respect behandelen maar dan moet je wel weten waar het ligt’.
Scherven in het bos
Verder naar het noordoosten kan zelfs een leek tijdens een boswandeling zomaar iets van het culturele erfgoed herkennen. ‘Daar hadden de Duitsers tientallen opvangkampen voor Joden ingericht. Die zijn verdwenen, op een enkele barak na. Maar tussen de bladeren zie je zomaar funderingen en zelfs nog scherven van potten en pannen liggen. Je hoeft geen archeoloog te zijn om te voelen dat dit historisch bijzondere plekken zijn.'
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.