Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Effect meten van Brussels geld kan stuk eenvoudiger

Meten wat het effect is van subsidie voor de ontwikkeling van het platteland kan eenvoudiger door een gesprek met deskundigen plaats van moeilijk meetbare data

14 september 2011
Het kan een stuk simpeler en effectiever: Meten wat het effect is van Europese subsidie voor de ontwikkeling van het platteland. Geen eindeloze vragenlijsten invullen en moeilijk meetbare data verzamelen. Maar eenvoudig een gesprek met de deskundigen uit de regio of provincie.

Overtuigen
Dat stellen onderzoekers van het LEI (Landbouw Economisch Instituut) dat daar in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie onderzoek naar deed. Het ministerie hoopt Brussel te kunnen overtuigen van de betere toetsing.

 

POP
Jaarlijks vloeit er veel geld vanuit Brussel naar de verschillende Europese regio’s voor de ontwikkeling van het platteland (POP). De Europese commissie toetst de effecten van dit beleid met een in 2006 ontworpen methode die nogal omslachtig is en door veel EU-lidstaten als een hinderlijke eis wordt ervaren.


160 indicatoren
Zo moet er data voor zo’n 160 indicatoren worden verzameld en zijn er bijna 140 evaluatievragen te beantwoorden. De Dienst Regelingen en de Dienst Landelijk Gebied zijn hiervoor verantwoordelijk. Zij halen de informatie bij provincies en het rijk, de uitvoerders van het beleid voor ontwikkeling van het platteland.


Niet relevant
Hoeveel tijd het de verzamelaars kost om alle informatie boven water te krijgen? Dat weet Petra Berkhout niet precies, senioronderzoeker bij het LEI, dat onderdeel is van Wageningen UR. ‘Maar we weten wel dat sommige dingen heel moeilijk zijn te meten of niet relevant zijn voor de Nederlandse omstandigheden.’


Impact van een fietspad
Als voorbeeld noemt ze subsidie voor het aanleggen van een fietspad. De output is duidelijk: er ligt een fietspad. Maar de impact – een grotere toeristische aantrekkelijkheid voor de provincie – is moeilijk te meten. ‘Of neem de indicatoren van stimuleringsmaatregelen op een landbouwbedrijf. Hoe meet je het effect van de maatregel op het inkomen, of de arbeidsproductiviteit? Dat kun je niet losweken van andere effecten.’


Goed gesprek
De onderzoekers ondervonden dat een goed gesprek met de deskundigen en betrokken bij de provincies snel veel bruikbare informatie oplevert. ‘Zo hoor je hoe een maatregel uitwerkt. Het is weliswaar geen harde data, het zijn indrukken. Maar ook indrukken geven een goed beeld van het effect van een maatregel.’


Waarom
En beter nog, de gesprekken maken ook duidelijk waarom iets volgens de betrokkenen wel of niet werkt. Dat is een meerwaarde van de nieuwe methode ten opzichte van de Brusselse aanpak, zegt Berkhout.

 

Herziening
In oktober komt de Europese Commissie met voorstellen voor de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De Nederlandse delegatie wil het Nederlandse onderzoek daar inbrengen.

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Freek Goeree / programma nanager INTERREG (Europees programma)
In reactie op Nico:
Brussel bemoeit zich natuurlijk helemaal niet met de aanleg van een fietspad. Brussel wil graag weten wat de uitkomsten zijn van het EU beleid en wat er wordt gedaan met de beschikbaar gestelde middelen. De lidstaat en de regio besluiten op basis van dit beleid projecten uit te voeren. B.v. in het kader van de toeristische ontwikkeling van een regio wil men graag een fietspad aanleggen. Vervolgens doet Brussel heel normaal wat iedere overheid doet/c.q. zou moeten doen:men evalueert het beleid en niet het fietspad. Het artikel gaat er nu juist over om dit op een eenvoudiger manier te doen. Vanuit mijn eigen ervaring met een ander Brussels programma (INTERREG) weet ik, dat de mensen in Brussel,die zich bezig houden met evaluatie, zeer geïnteresseerd zijn in het verkrijgen van meer inzicht in de (praktische) resultaten van het EU beleid. Kortom in de reactie van Nico krijgt Brussel weer iets in de schoenen geschoven, dat n.m.m. alleen maar bijdraagt aan de grote weerzin, die in de Nederlandse samenleving (ten onrechte) tegen Brussel bestaat. De reactie van mevr. van der Ploeg past heel wat beter in waar de EU voor staat.
Gemma van der Ploeg / procesbegeleider/ organsiatieadviseur
Het kan mijn inziens nog effectiever en veel leuker ook. Een goed gesprek met alle betrokkenen bij het investeringsprogramma (gebruikers, beslissers, financiers en beleidsontwikkelaars (ook Brussel!!) rondom een paar eenvoudige vragen: Waar komen we vandaan? Wat waren de ontwikkelingen? Wat hebben we ons voorgenomen en wat hebben we feitelijk gedaan? Heeft het ons gebracht wat we ervan verwachten? Welke conclusies trekken we er voor de toekomst uit? Wat gaan we daarmee doen? Het kost evenveel tijd, iedereen leert ervan, inclusief Brussel, het leidt tot prachtige nieuwe verbindingen tussen alle betrokken en creert veel energie. in plaats van een "moetje"vanuit Brussel, heb je ineens een mooie aanleiding om met elkaar in gesprek te gaan en wordt je je er als deelnemer van bewust in welk groter geheel je een rol speelt!
Nico / zzp
Het kan nog veeel eenvoudig. Waarom zoveel heisa om een fietspad. Waarom houdt Brussel zich in eerste stantie bezig met het aanleggen van een lokaal fietspad.

En ten tweede waarom zoveel geld steken in doelstellingenmeting. Hoe verhoud dit bedrag zich tot subsidies. Welke gemeenten heeft een doelstellingenevaluatie gedaan op een fietspad? dat kost meer dan het fietspad.

Breng de kosten van subsidieverstrekking en evaluatie maar expliciet in beeld (dat zijn allemaal overheadkosten) en maximaliseer ze tot een maximum. Dat scheelt een hoop ambtelijke uren waarvoor je fietspaden kunt aanleggen.
Advertentie