‘Lokale overheid moet nieuwe industriële revolutie bevorderen’
De provincie Utrecht kan het eerste vlaggenschip van een duurzame regionale economie in Nederland worden.
Dat betogen de Amerikaanse energieadviseur Jeremy Rifkin en zijn Europese projectleider Angelo Consoli. ‘De provincie Utrecht kan in 2040 onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, terwijl tegelijkertijd duurzame werkgelegenheid wordt gerealiseerd’, aldus Rifkin en Consoli. ‘Binnen enkele decennia maken niet langer enkele bedrijven grootschalige energie voor velen uit vervuilende bronnen, maar maken vele burgers decentraal eigen energie uit duurzame bronnen. Decentrale overheden vormen de ideale bestuurslaag om deze revolutie te bevorderen.’
Dit weekeinde strijkt Rifkin met zijn team van experts neer in Utrecht om in de tweedaagse werkconferentie Utrecht 2040: ondernemen met nieuwe energie een begin te maken met de duurzame transitie. De conferentie is een initiatief van de provincie Utrecht, die al eerder liet weten bij gebrek aan nationale initiatieven zelf regionaal aan de slag te gaan. In het voorjaar moet Rifkin een adviesrapport opleveren met onder meer een tijdspad naar 2040.
Transitie
Rifkin ziet al langer een belangrijke rol weggelegd voor regio’s bij de transitie naar duurzame energievoorziening en een groene economie. Overal ter wereld, maar vooral in Europa, propageert hij wat hij noemt ‘de Derde Industriele Revolutie’. De eerste industriële revolutie was gebaseerd op kolen, stoom en railvervoer, de tweede op olie en de verbrandingsmotor. De klimaatcrisis en de economische crisis tonen dat de op deze oude revoluties gebaseerde economie voorbij is, betogen Rifkin en Consoli.
‘De olie is duur en het energienet is volkomen overbelast. De economie groeit momenteel, maar de groei van banen zal uitblijven. Met een decentrale energievoorziening wordt daarentegen meer werk gecreëerd en verdwijnt de winst niet in de zakken van enkelen, maar komt het iedereen ten goede’, zeggen Rifkin en Consoli.'
Gratis
Het duo denkt dat decentrale energieproductie minder kapitaalintensief is dan de grootschalige energievoorziening. ‘Natuurlijk, brandstofcellen, zonnecellen en windmolenparken zijn duur. Maar als het eenmaal staat, zijn de kosten van de energiebron gratis’, stellen Rifkin en Consoli. Ze trekken de parallel met computers en mobiele telefoons. ‘De eerste modellen waren peperduur, tegenwoordig presteren ze het honderdvoudige tegen een fractie van de eertijdse prijs.’
Huizen, kantoren en industrieterreinen kunnen zelf decentraal energie produceren uit zon, wind en afval. Om deze decentrale energieproductie te reguleren, voorziet Rifkin in een zogeheten smart grid. Met een dergelijk netwerk kan een huishouden energie verkopen als er te veel is, kopen als er tekort is en desgewenst valt energie op te slaan in de vorm van waterstof. ‘Het wordt geen kleine business’, zeggen Rifkin en Consoli. ‘Bedrijven als Philips en Siemens zijn volop bezig met het ontwikkelen van software die snel detecteert waar aanbod en waar vraag is naar duurzame energie.’
Rifkin is al tien jaar energieadviseur van de Europese Unie en auteur van zeventien bestsellers, waaronder De Waterstofeconomie (2002) en De Europese droom (2004). Hij adviseert op dit moment Spanje, de huidige voorzitter van de EU. Eerder voorzag bij onder meer Frankrijk, Duitsland en Portugal van energieadviezen. Regionale plannen maakte hij voor Rome en Sicilië (Italië) en Aragon (Spanje). Utrecht is de eerste klus voor Rifkin in Nederland.
Debat
In een vijftal workshops gaan Rifkin en zijn team in de debat met experts uit het Utrechtse bedrijfsleven en wetenschap, waaronder Klaas van Egmond (Universiteit van Utrecht), Menno de Jonge (directeur innovatie van Ballast Nedam), Herman Postma (directielid Grontmij) Kees van Deelen (TNO), Cornelis Blok (Ecofys) en Berend Jan Taken (Essent local solutions). ‘We brengen op initiatief van de provincie Utrecht internationale experts samen met lokale experts en vertegenwoordigers van bedrijfsleven en overheden.’
Naast alle hightech ziet het Rifkinteam kansen voor een duurzame doorbraak in het landelijk gebied. ‘Naast de oude rol van voedselvoorzieners moeten boeren worden gezien als producenten van recreatie, natuur, wateropslag en energie.’
Initiatiefnemer Wouter de Jong (CU), milieugedeputeerde van de provincie, vindt het bedrag van 290 duizend euro voor Rifkin dubbel en dwars waard. ‘Een efficiente aanpak, hoge kwaliteit met onze partners in een korte periode. Daarmee zijn we zelfs veel goedkoper uit dan in een langdurige periode.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.