Advertentie
ruimte en milieu / Column

Kabinet krijgt de waterschappen wel klein!

Column Hans MiddendorpFinalist van de BB Serious Game Top Influencers“Als we de waterschappen niet kunnen opheffen, dan krijgen we ze wel op een andere manier klein”, lijkt de gedachte van staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu. In de visie van het kabinet leidt een vermindering van het aantal gemeenteraadsleden, leden van provinciale staten en waterschapsbestuurders met 25% “als vanzelf” tot een vermindering van de bestuurlijke drukte.

16 december 2011

Voor de waterschappen pakt de voorgenomen wijziging van de waterschapswet wel heel zuur uit. Al bij de invoering van de Waterwet in 2008 werd het aantal waterschapsbestuurders verlaagd van 45 naar 30 zetels (-33%). Nog een vermindering met 25% komt uit op 23 zetels, de helft van het aantal zetels vóór 2008.

De voorgestelde wetswijziging moet ook 77 miljoen euro aan bezuinigingen opleveren. Waterschapsbestuurders zijn parttimers met een onkostenvergoeding, die zich inzetten naast hun fulltime baan en stevig geworteld zijn in de samenleving. Ook de leden van het Dagelijks Bestuur krijgen een vergoeding op basis van een parttime aanstelling.

Kortom, waterschapsdemocratie is nu al “op een koopje”, en het naar huis sturen van waterschapsbestuurders levert weinig op aan bezuinigingen.

Democratisch rammelt er ook nog wel wat bij de waterschappen. Nu zijn er nog negen ‘geborgde zetels’, om de functionele belangen van eigenaren van bedrijfsgebouwen, van akkerbouwers en veetelers en natuurorganisaties te behartigen. Neem het hoogheemraadschap van Delfland, met 1,2 miljoen inwoners als voorbeeld: Als het voorstel van het kabinet doorgaat, dan zouden die 1,2 miljoen inwoners slechts door 16 gekozen bestuursleden worden vertegenwoordigd? Vergelijk dat eens met het aantal leden van een gemeenteraad!


Laten we in de gekte van de huidige tijdsgeest het hoofd koel te houden. Waterschappen zijn al flink opgeschaald in de afgelopen jaren, en het aantal gekozen waterschapsbestuurders is al flink verminderd. Inmiddels zijn ook nieuwe, a-politieke partijen vertegenwoordigd in de waterschapsbesturen, die veel werk maken van hun contact met de achterban. Die ontwikkeling moet je juist een kans geven!

Als het puur om de financiën gaat, is het ook veel voordeliger om alle dijkgraven naar huis te sturen. Om te beginnen worden dijkgraven niet gekozen, en hun salaris is drie keer hoger dan dat van een gekozen lid in het Dagelijks Bestuur. Mijn voorstel is dan ook: dijkgraaf eruit, weg met de geborgde zetels en vasthouden aan dertig gekozen waterschapsbestuurders. Daarmee wordt pas echt recht gedaan aan het democratisch mandaat van de waterschappen. Ook in de toekomst!


Hans Middendorp

Lid van het Algemeen Bestuur van het hoogheemraadschap van Delfland voor de Algemene Waterschapspartij.

Afbeelding

*Lees ook columns van andere BB Top Influencer-finalisten>>
*Al LinkedIn-lid? Zoek de finalisten op in de BB Linkedin-groep of in één van de subgroepen:

 

 Arbeidsmarkt & Carrière  
 Digitaal Besturen 

 Financiën 

 Openbare Orde en Veiligheid 

 Ruimte en Milieu 

 Sociaal

Reacties: 50

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Eelco Nap / business consultant
Klein? De waterschappen worden groter!

Afschaffen? De waterschappen zouden werelderfgoed moeten worden! het meest succesvolle en duurzaamste bestuursorgaan ter wereld!
Frederik de Vries / Projectmanager
Hans, helder artikel. Ik ben het echter niet helemaal eens met de gedachtegang erachter. De stellingen die jij aandraagt aangaande kosten en dergelijken zullen ongetwijfeld waar zijn. Maar volgens mij moet de cruciale vraag gesteld worden wat de meerwaarde van een gekozen bestuur is. Toon dit aan en voer niet de discussie dat het allemaal wel mee valt. En om eerlijk te zijn is mij die meerwaarde lang niet altijd helder.



Waterschappen zijn zeker kundig. Hebben ook zeker ervaring. Echter, ze lopen op een aantal issues ook behoorlijk achter. Denk aan projectmanagement, aanbestedingen etcetera. Op deze gebieden komen ze echt niet in de buurt van grote broer RWS. Daarnaast is het bestuur van zeker een aantal waterschappen de laatste jaren, zodanig geweest dat schappen op het rand van de financiele afgrond zijn gebracht. Pas op het moment dat de waterschappen goed bestuurd worden en ze professioneel werken zal de drang tot afschaffing echt gedempt worden.
Guus Beugelink / Hoogheemraad
Middendorp adresseert een intrigerend probleem. Onderstaand een analyse vanuit een wat andere aanvliegroute. Het probleem van de waterschappen is m.i. tweeledig.

In de eerste plaats heeft de gemiddelde waterschapper onvoldoende oog voor de publicitaire kant van het waterschapswerk. Stuk voor stuk zijn het harde werkers, die met veel plezier en nog meer vakmanschap de waterproblemen in dit land te lijf te gaan. Echter, ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’ is een belangrijke waarde in de arbeidsethos van de waterschapper. Gekscherend heb ik wel eens gezegd dat waterschappen er erg goed in zijn om ’schoon water in stilte naar zee te dragen’. Kortom, een technocratisch bolwerk, waar roestvrijstalen oplossingen worden bedacht voor elk voorkomend waterprobleem, maar wel eens wordt vergeten dat die oplossing, hoe knap ook bedacht, moet worden geaccepteerd door de omwonenden, de streek, de sportvissers enz. Want onbekend maakt onbemind. Dat leidt er mede toe, dat (te) weinig Nederlanders beseffen dat ze in een delta wonen en werken, soms tot wel 6,5 m onder de zeespiegel. Dat dat - mede dankzij de waterschappen - kan, is bijna te vanzelfsprekend om bij stil te staan. Daarom is de opkomst bij de waterschapsverkiezingen zo laag (zie advies RvS). Het gaat allemaal goed en dus valt er weinig te mopperen. Dat de waterschappen hun werk goed doen blijkt wel uit het feit dat er sinds 1953 in Nederland niemand meer is verdronken als gevolg van een overstroming. Ja, als de jaarlijkse belastingaanslag van het waterschap weer op de deurmat valt, dan vragen we ons collectief af waar dat geld allemaal voor nodig is. Die vraag is niet zo moeilijk te beantwoorden. Voor pakweg 1 euro per dag per huishouden zorgen de waterschappen voor uw droge voeten, staan ze 24 uur per dag paraat om uw rioolwater op te halen, regelen ze dat het afvalwater van bedrijven op een verantwoorde manier wordt gezuiverd en zorgen ze er ook nog eens voor dat de boeren overal waar ze dat willen piepers, peren en prei kunnen verbouwen. Geen enkele andere verzekering biedt zo’n hoge dekkingsgraad tegen zulke lage kosten! Dat doen we al 800 jaar zo en daarmee is het als het ware onderdeel geworden van ons DNA (gentechnologie avant le lettre). Net zoals een olifant zich er ook niet over verbaast dat hij een slurf heeft (hij weet niet beter), is het voor een waterschap een hele opgave om die werkwijze die o.m. het resultaat is van 800 jaar geschiedenis, te wijzigen. Zo’n houding verander je niet door te zeggen dat we het van nu af aan anders gaan doen, daar is veel meer voor nodig! Dat wil echter niet zeggen, dat er geen reden is om daar hard aan te werken. In de afgelopen jaren is daar ook al veel in verbeterd. De operatie Storm, waarbij het Rijk de waterschappen vroeg om 100 miljoen bij te dragen aan ’s Rijks schatkist, heeft veel bijgedragen aan de verbetering van de toch wat ondergeschoven positie van de waterschappen. Zo is de Unie van Waterschappen toegelaten tot het zg Overhedenoverleg tussen Rijk, IPO en VNG. Dat de gevraagde 100 miljoen in 2011, (19 miljoen voor de Muskusrattenbestrijding en 81 miljoen voor het Hoogwater beschermings programma), en passant is opgeplust tot 181 miljoen in 2015 beschouw ik gemakshalve maar even als ‘collateral damage’.

Het kenmerk dat het beste past bij die bovenomschreven attitude van de waterschappen is bescheidenheid. Nou is bescheidenheid een competentie die je niet veel aantreft bij politici, integendeel. Ik schat in, dat het tegeltje ‘bescheidenheid siert de mens’ in menige politieke werkkamer ontbreekt. Dat zal ongetwijfeld te maken hebben met de drang tot scoren in combinatie met de wens om over 4 jaar herkozen te worden. Misschien is het daarom we l zo dat politiek en waterschap niet zo goed samengaan. Er bestaan nu eenmaal geen liberale natuurvriendelijke oevers, geen socialistisch dijkbeheer en geen afvalwaterzuiveringen op confessionele grondslag. De waterschappen hebben wel een eigen belastingssysteem, waarmee ze hun werkzaamheden bekostigen. Het grote voordeel van zo’n eigen belastingsysteem is, dat de vraag of het geld aan de veiligheid van de dijken moet worden besteed, een nieuwe rotonde moet worden aangelegd of het bejaardenhuis moet worden opgeknapt, niet hoeft te worden beantwoord. Het antwoord vloeit nl voort uit de taakomschrijving van het waterschap. De mantra ‘Schoon water, droge voeten en veilige dijken’ geeft de belastingbetaler de garantie dat zijn veiligheid tegen overstromingen niet ondergeschikt wordt gemaakt aan andere ongetwijfeld minstens zo urgente problemen.

Doordat eigen belastingsstelsel onttrekken ze zich aan de greep van het Ministerie van Financiën. En dat de waterschappen daarom zo weinig vrienden hebben in Den Haag. Dat is mijn tweede punt.

Waarom moeten waterschappen keer op keer bewijzen dat ze bestaansrecht hebben? Omdat het goedkoper kan? Omdat de bestuurlijke drukte minder moet? De praktijk wijst het tegendeel uit. De bestuurskosten van de 25 Nederlandse waterschappen samen bedragen ca 25 miljoen/jaar bij een omzet van ca 2,5 miljard/jaar (1%)! 40 jaar geleden waren er nog zo’n 3000 waterschappen, nu zijn er nog 25, binnen een paar jaar nog een stuk of 20. Hoezo bestuurlijke drukte? Een half jaar geleden is er tussen Rijk, IPO, VNG en UvW het Bestuursakkoord Water gesloten, waarin o.m. nieuwe bestuurlijke verhoudingen zijn afgesproken, waarin verregaande samenwerking tussen gemeenten en waterschappen is geduid incl. de daarmee te bereiken besparingen (ca 400 miljoen, oplopend tot zo’n 750 miljoen in 2020). Toch meent dhr Schouw, lid van de Tweede Kamer namens D66, een half jaar na dato nog steeds, dat het goedkoper kan door de waterschappen op te heffen en hun werk onder te brengen bij de provincies. Een meerderheid van de Tweede Kamer (PvdA, GL, PVV, SP en D66) heeft een daartoe strekkende motie ondersteund. Een voorbeeld van publiciteit zoeken? Of wellicht kabinetje pesten door tweespalt te zaaien in de wankele gedoogconstructie? Ik waag me maar niet aan een uitspraak. Eerlijk gezegd ben ik wel blij met die motie. Een mooie gelegenheid om klip en klaar duidelijk te maken dat de waterschappen ertoe doen!

En om aan te sluiten bij het betoog van Hans Middendorp, of dat je daar nu 30 of 20 bestuursleden met of zonder dijkgraaf voor nodig hebt, vind ik niet zo interessant. Waar ik me veel meer zorgen over maak is dat we met het invoeren van de indirecte verkiezingen, zoals dit kabinet heeft afgesproken, een hele forse stap terugzetten in de tijd. Doordat in de nieuwe opzet vanaf 2014 de gemeenteraadsleden het waterschapsbestuur gaan kiezen, is de kans groot dat het waterschapsbestuur een verzamelplaats wordt van het ‘old boys network’. Waardoor specifieke waterschapspartijen als de Algemene Waterschapspartij en Water Natuurlijk, de winnaar van de laatste verkiezingen, zo goed als worden uitgeschakeld van deelname aan die verkiezingen. Zie ook de adviezen van prof Elzinga en de raad van State. En waar indirecte verkiezingen toe kunnen leiden, hebben we bij de laatste verkiezingen voor de Eerst Kamer kunnen zien. In aanloop naar de Eerste Kamerverkiezingen is achter de schermen meer onderhandeld dan ooit. Alles voor die ene restzetel voor de coalitie dan wel de oppositie. Ordinaire koehandel! De premier vond “dat het systeem van de Eerste Kamerverkiezingen "bizar" is, en dat dit weinig met democratie te maken heeft”. Rutte staat niet alleen in zijn kritiek. Bijna alle politici zeiden wel iets over de ondoorzichtige gang van zaken. En voor de waterschapsverkiezingen gaat dit kabinet we hetzelfde systeem invoeren? Daar zou de Tweede Kamer een stokje voor moeten steken!



Guus Beugelink,

Hoogheemraad De Stichtse Rijnlanden

Bram van Hoeve / Adviseur ruimtelijke ordening
Natuurlijk kun je de taken van het waterschap niet in de uitverkoop doen of bij het grof vuil zetten. De expertise die de waterschappen hebben bevindt zich op eenzame hoogte. Maar er is een imagoprobleem, bestuurders hebben onvoldoende mandaat weten te verwerven. Op zich niet erg als we er van uit mogen gaan dat de taken in goede handen zijn. In onze complexe samenleving kunnen waterschappen niet maar onder hun steen blijven en wordt het tijd om verbindingen te leggen met overige beleidsvelden en bestuurstaken. De uitvoering zelf hoeft daardoor niet te wijzigen maar wel de maatschappelijke en bestuurlijke aanhechtingspunten. Hoe zou dat opgetuigd kunnen worden? Ik geef een paar gratis en vrije gedachten weer: hark alle beheer en ontwikkeltaken ten aanzien van openbare ruimte bijeen (gemeentelijke taken rond reiniging, riolering, wegbeheer, idem de provinciale en de waterschapstaken op dit gebied). Maak hier een zelfstandig bestuursorgaan van dat wordt aangestuurd door de provincies. Breng ook de beheertaken van Rijkswaterstaat onder bij dit zbo. Het kan ook eenvoudiger: voeg provincies en waterschappen samen, ze hebben een vergelijkbaar imagoprobleem en laat de gemeenteraden indirect de Staten kiezen. Dat geeft een enorme boost aan de rol van de eerste overheid, de gemeenten. In ruil daar voor mag je van gemeenten eisen dat ze zich omvormen tot efficiente organisaties die de lokale belangen professioneel behartigen. Dan weet de burger bij wie die moet zijn voor alles wat er aan de hand is in zijn omgeving.
Hans Schouffoer / Lid DB waterschap
Anders dan Hans Middendorp denk ik dat het bestuur van het waterschap kan worden verkleind. Met hem ben ik van mening dat een gekozen waterschapsbestuur van onschatbare waarde is! Iedere inwoner kan zich kandidaat stellen voor het waterschapsbestuur en kan -eenmaal gekozen, of toegelaten- een bijdrage leveren aan het waterbeheer. De waterschapbesturen bestaan uit heel betrokken mensen vanuit verschillende achtergrond. Die betrokkenheid, bevlogenheid en pluriformiteit is van onschatbare waarde! Waar nu het waterschapsbestuur uit 30 leden bestaat denkt het kabinet aan ca 22 leden. Daarmee blijft de pluriformiteit gehandhaafd! De vergelijking met het gemeentebestuur gaat m.i. niet op. Het gaat erom de verkiezing van het bestuur zo te organiseren dat de pluriformiteit gewaarborgd blijft. Via directe verkiezingen hou je gemotiveerde bestuurders: zij hebben er wat voor moeten doen (campagne voeren) om een plaats in het bestuur te bemachtigen. Het is jammer dat het kabinet de waarde van die directe verkiezingen niet ziet!
Frank Alexander / Aandeelhouder
In mijn optiek is het weer een mooi staaltje van uitbuiterij van de mensen die iets doen, zonder dat het hen alleen maar om het geld gaat.



Als mensen met hart en ziel ergens voor gaan dan roept dat al gauw de illusie op dat deze mensen het zó graag willen, dat we ze vooral niet teveel moeten ‘belonen’. Ze mogen per slot van rekening blij zijn met de 'eer' en vervulling die het werk hun brengt.



Je ziet dit fenomeen steeds weer opnieuw om je heen, waarbij men de passie en relatieve gehechtheid van de enthousiasteling misbruikt om voor een dubbeltje op de eerste rij te mogen zitten.



Volgens mij is de oplossing vrij simpel; laten we het gewoon eens omdraaien. De duur betaalde dijkgraven een paar jaar op corvée te zetten en alle ‘betaalde vrijwilligers’ eens een serieuze vergoeding te geven waar menig dijkgraaf zich niet zou schamen.



Waarschijnlijk net een paar centimeter te ver ‘out of the box’ maar ja, dat is misschien wel de plek waar de gene die nu met disrespect voor het harde werk van de gemiddelde waterschapsbestuurder denkt weg te kunnen bezuiningen, een keer flink nat kan gaan.



Zo is in ieder geval iedereen weer een present met dat gevoel.



Een fijne kerst!
louise simmers / gepensioneerde geinteresseerde
Duidelijke probleemstelling. Wél vraag ik me af of de functie van dijkgraaf inderdaad zou moeten worden afgeschaft. Naar mijn mening is een overkoepelend, democratisch gekozen persoon noodzakelijk om de zaken in de hand te houden of te coordineren. Gezien de "onthullingen" (in alle sectoren van de samenleving) gedurende de laatste jaren waarborgt dat helaas geenszins dat er dan ook behoorlijk en inhoudelijk verantwoord bestuur geleverd wordt.
Marcel Vosestein
Ook een menselijker maat voor waterschappen?



De toegenomen grootschaligheid leidde tot vervreemding van de democratie. De onherkenbare provincies, regio's en ook de vergrote waterschappen zijn daarin aanjagers. Hierbij mijn visie op een bestuurlijke indeling naar democratische maat: de schalen vanuit de kiezer:



De afgelopen decennia kende bestuurlijk Nederland een geweldige ontwikkeling. De rijksoverheid bouwde beleid en bestuur op alle terreinen uit tot alle uithoeken van de samenleving. Moderne communicatie, automatisering en media gaven dit een extra dynamiek. De Tweede Kamer joeg het extra aan door voor onderwerpen subsidies te eisen: de specifieke doeluitkeringen. Ook gemeenten slaagden er in meerderheid in om communicatie, automatisering en media te benutten om hun secretarie en gemeentelijke diensten om te vormen tot één veel herkenbaardere en effectievere bestuursmachinerie. Door samenvoeging grotere gemeenten en ook door onderlinge samenwerking ontstond nog meer slagvaardigheid. De rol van gemeenten als voor de burger meest nabije overheid verplicht tot een voortdurend actualiseren van kennis, kunde, beleid en bestuur op alle terreinen.



De provinciale taken hebben veel meer het karakter van een incidentmanagement gekregen. Effectieve democratische controle ontbreekt. Tussen prestaties en verkiezingsuitslag is daar geen enkele relatie. Veel Nederlanders noemen niet zo makkelijk de taken van provincies. Met grootschalige projecten verwerven provincies nauwelijks steun onder hun inwoners. Men staat teveel op afstand voor een band met hen. Inwoners voelen zich per definitie door hun provincie achtergesteld bij andere deelgebieden.



Het was één van de onderdelen waardoor de Betuwelijn extra omstreden raakte. De inwoners van het fraaie rivierengebied voelden zich in het westen gedomineerd door de belangen van Rijnmond en in oostelijk rivierenland door de belangen van het deelgebied Arnhem-Nijmegen. De herleving van de deelgebieden – de eigen streek - vormt een voortwoekerende splijtzwam in provincies. Ideeën als één Randstadprovincie miskennen de democratie. De wensen in landelijke gebieden verschillen teveel van die in stedelijke agglomeraties. Voortmodderend zijn de provincies in het binnenlands bestuur, mogelijk nu al en zeker op termijn, even functioneel als de ‘stoker op de elektrische trein’.



Hoe Thorbecke - grondlegger van onze bestuurlijke indeling - zijn bestuurlijk huis zou hebben verbouwd, blijft gissen. De provincies zouden een registrerende rol voor de cultuurhistorie en als herkenbare vertrouwde geografische maat moeten behouden. Voor ‘mijn Thorbecke’ zou zijn oorspronkelijke structurering ook in de verbouwing terugkeren. Daarbij gaat het om een ongeacht de schaalgrootte herkenbare systematiek met zo mogelijk eigen controle- en evenwichtsmechanismen.



Dit is mogelijk als de gemeenteraden steeds voor twaalf jaar het voor hen relevante middenbestuur in hun streek kiezen. Daarmee is verdere uitbouw van de gezamenlijke slagkracht mogelijk. Meest spannend zou zijn om bij de verkiezingen voor de gemeenteraden ook de raden van het samenwerkend middenbestuur (regio's) te kiezen. De deelnemende politieke partijen kunnen dan ook de relevante afgrenzing in taken tussen gemeente en middenbestuur in hun programma’s betrekken. De taken van de waterschappen zouden binnen die regio's als middenbestuur een plaats moeten krijgen. Voor de politie- en veiligheidregio's en de omgevingsdiensten (coördinerende taken: ruimtelijke ordening en milieu ) is er dan ook een onderdak.



Een zelfde opzet is mogelijk om bij de verkiezingen voor het Europese Parlement (iedere vijf jaar) ook de leden van de Eerste Kamer rechtstreeks te kiezen. Dan vervalt ook het gemis aan democratische invloed op de afgrenzing tussen nationale en Europese taken.



Plots is de Nederlandse democratie - met drie, deels gecombineerde stembusgangen - spannender en de opkomst bij alle verkiezingen vrijwel zeker groter.

Marja Hilders / lid VV Delfland, fractie VVD
Waterschappen voeren hun taken goed uit: de inwoners van dit land hebben droge voeten, dijken worden periodiek getoetst en waar nodig versterkt. Het afvalwater van inwoners en bedrijven wordt gezuiverd en er wordt geinvesteerd in maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren.

Dat is een groot goed en niet voor niets komen delegaties van 'all over the world' regelmatig op bezoek om te zien hoe wij dat in Nederland doen. Ze bezoeken de Deltawerken, de Maeslantkering

en nemen kennis van onze wettelijk vastgelegd toetsrondes voor primaire en secundaire waterkeringen en van het eigen belastingstelsel, waardoor investeren in waterveiligheid niet hoeft te worden afgewogen tegen investeren in ander beleid.

De resultaten zijn er: bij hevige regenval waardoor in andere EU-landen rivieren buiten hun oevers traden, is de situatie in Nederland tot nu toe onder controle gebleven. En dat is te danken aan de investeringen in primaire en secundaire keringen en in goed regionaal waterbeheer.



Nu het bestuur: ik deel de analyse dat het aantal waterschapsbestuurders zeker niet verder dient te worden verlaagd. Dat is al gebeurd bij de invoering van de Waterschapswet 2008.

Democratische controle is nodig om een goede discussie over nut en noodzaak van maatregelen en kostenbewustzijn een plek te geven binnen het waterschap. Zo is een twee keer zo dure oplosing zelden ook twee keer zo goed, gaan we niet altijd voor een 9 maar mag het ook wel een keer een 6 of 7 zijn. Binnen de relatief technisch ingestoken waterschapsorganisatie is het heel goed als er checks and balances zijn vanuit het Algemeen Bestuur, die stoelen op brede praktijkervaring (in bestuur, techniek, agrarisch, natuur, bedrijfsleven) en gezond verstand.



De kennis en ervaring van de geborgde zetels leveren m.i. toegevoegde waarde op in het waterschapsbestuur. Gebiedskennis en praktijkervaring zijn bij de geborgde zetels een wezenlijk en nuttig onderdeel van hun inbreng.



Wat betreft de dijkgraven: hun rol is o.a. te zorgen voor een goed lopend besluitvormingsproces in Algemeen en Dagelijks Bestuur, af te stemmen met andere partijen in de regio en in het Haagse teneinde planvorming en uitvoering goed te laten verlopen. Daarop bezuinigen valt in de categorie penny wise (of zelfs dat niet?) en pound foolish.
Nico Thijssen / algemeen bestuur waterschap rijnland
Hans ,eens met de strekking van je verhaal.Kern moet zijn dat de waterschappen aan zijn betalers,vnl. ingezetenen,uitlegt dat het hun geld efficient uitgeeft aan de opgelegde taken.Geen kostbare ,ambtelijke verantwoording naar verschuivende en politieke one liners. Daarom zijn directe verkiezingen essentieel.
Hans Olsthoorn / procesmanager / gebiedsontwikkelaar
Eens met de insteek dat het democratische gehalte van de waterschappen nog beter kan en dat verkleining daarmee op gespannen voet staat. In toenemende mate spelen waterschappen een belangrijke rol bij gebiedsontwikkelingsprocessen. Een hoog democratisch gehalte is daarbij van groot belang om de processen van onderaf te entameren.
Jan Kuiper / bestuurder / columnist
Het ontstaan van de waterschappen is denk ik het mooiste wat ons ooit overkomen is. Mensen die uit welbegrepen eigenbelang gingen samenwerken. Het lijkt wel democratie, maar dan zonder partijpolitiek geleuter.

Die Vlaamse monniken die dat op de rails gezet hebben mogen we eeuwig dankbaar zijn. Aan hun ideeën over samenwerking hebben wij onze coöperaties te danken en vooral onze droge voeten. Als er dus al een bestuurslaag weg moet is dat eerder de laag waar veel bestuurlijke drukte en gekonkel heerst. De provincies, daar kan wat aan gedaan worden. Nederland is een postzegel, een soort departement in Frankrijk, dus opdoeken al die drukke politieke baasjes. En daarnaast zorgen dat boeren (CDA en VVD) niet op basi van het aantal hectares het beleid bepalen. Het ging immers van oudsher om belang ( welbegrepen eigen belang waarbij iedereen tot zijn recht kwam)

Dus niet van die Bleekertjes die alleen voor eigen parochie preken.

De traditie en kennis van de Waterschappen is te belangrijk om verkwanselt te worden door een stel machtsbeluste bestuurders of politicie.

Denk daar maar eens over na en lees voor je stemt of besluit het magistrale boek van Cordula Rooijendijk.
Jiry de Waal / Zelfstandig ingenieur intergraal waterbeheer
Nederland is weer droog door zijn meest recente dreiging van het water gekomen. Ik hoop dan altijd maar dat mensen realiseren dat de beste besparing/bezuiniging de waterschappen zelf zijn.

Ik snap heus wel dat er mensen zijn die serieus afvragen waarom de waterschappen zo belangrijk zijn en waarom dat het niet onder gebracht kan worden bij rijkswaterstaat, de provincie of de gemeente. En dat geeft ook niet want je kan niet overal verstand van hebben. Maar ik begrijp nog beter dat dit pijnlijk is voor mensen die wel verstand hebben van waterbeheer.



Het waterbeheer is zoiets elementairs, zoiets is een primaire taak die niet gedeeld kan worden met andere belangen. "Alsof je zou voorstellen dat ambulances door taxibedrijven gerund zouden worden.ze houden zich toch ook al bezig met gehandicapten vervoer en ambulance dienst is dan gewoon een volgende logische stap." Dat klinkt gek en is belachelijk want iedereen kan zich goed voorstellen dat de primaire zorg niet bij de patient ligt zoals dat zou moeten. Maar dat is feitenlijk wel wat er wordt voorgesteld bij het waterbeheer. En al dat gezeur over besparen op kosten is iets wat je het best aan het waterschap zelf kan overlaten. Die zijn afgelopen decenia al twee keer gedecimeerd van 2500 naar 250 naar 25 waterschappen. Wat voor bezuiniging kan daar tegen op? Je kan hooguit zeggen dat we de tering naar de nering moeten zetten en minder aan waterbeheer kunnen uitgeven (wat ik zelf natuurlijk een verkeer soort besparing vindt) en dat we daarom maar minder uitvoeren. Minder garanties op veiligheid minder projecten, lopende projecten in de tijd uitsmeren. Maar niet zeuren als er dan iets mis gaat in het waterbeheer.
H. van den Brink / Analist
Ik kan me zeker in de strekking van het verhaal vinden.

Het algemeen belang moet worden gedient.

Dat dit kosten met zich meebrengt, is niet meer dan terecht.

Om echter "vrijwilligers" als besparing te laten afvloeien, is naar mijn idee niet de meest efficiente manier om een kostenbesparing door te voeren.
Sander Aukema / Sectormanager
Ik vind het een sterke tekst dat in een paar kernachtige zinnen twee problemen aansnijdt: 1. De waterschappen zijn al 33 procent gekort in aantal zetels, dus nu niet dubbel pakken - en 2. Geborgde zetels zijn iets uit het verleden. Boeren en eigenaren van bedrijfspanden willen alleen maar lagere tarieven. Ik zou me als compromis kunnen voorstellen dat het huidige aantal gekozen zetels gehandhaafd blijft (21 gekozen zetels) en dat er een fractie geborgde zetels komt, met 1 zetel LTO, 1 zetel Kamer van Koophandel en 1 zetel Natuurorganisaties.
jelmer biesma / medewerker bij een waterschap
Krachtige column met een sterke titel met het “klein krijgen” in zowel de letterlijke als de figuurlijke betekenis. Hans heeft weinig woorden nodig om korte metten te maken met manier waarop op basis van dogma’s in plaats van argumenten de omvang van de waterschapsbesturen zou moeten worden verkleind.





















































Leuk voor de columnvorm is ook dat je als lezer zelf kunt invullen of Hans de dijkgraven nu echt wil afschaffen (en waterschappen verworden tot “zelfsturende teams”) of dat hij wil laten zien dat die maatregel net zo onzinnig is als het verkleinen van de bestuursomvang.





















































Marinus Schouten / burger
Het begrip 'Waterschap' leeft weinig onder ons, gewone mensen, maar als Dijkgraven nog bestaan, dan moeten ze ècht hun imago eens oppoetsen, of anders, zoals Hans Middendorp voorstelt, ophoepelen!
E. Eggers / zzp-er
Prima verhaal, Hans, tot dat je die dijkgraven en geborgde zetels er uit gooit. Waarschijnlijk heb je het dan over je eigen Dijkgraaf, want elders in het land zijn vooral de laatste tijd een aantal nieuwe dijkgraven aangetreden met moderne opvattingen over democratisch functioneren. Als je argumentatie alleen betrekking heeft op het drie maal zoveel verdienen als een DB-lid, dan vind ik de argumentatie wel heel dun, zeker omdat daarbij appels met peren worden vergeleken. Ook het skippen van de geborgde zetels is flinterdun gemotiveerd. Let op Hans, elders in het land proberen de geborgde zetels samen met jouw algemene waterschapspartij te voorkomen dat de partijpolitiek te veel invloed op de besluitvorming krijgt. Laat je niet meenemen in de roes om een paar ferme populistische uitspraken te doen. Daarvan hebben we de laatste tijd ook veel last in de waterwereld. Laten we er vooral voor zorgen dat de waterschappen de sterke regionale kampioenen blijven in het waterbeheer.
Theo te Winkel / Secretaris AWP Veluwe
Beste Hans,











Ik heb mijn twijfels bij jouw stelling. Niet bij de intentie.





Ik heb net vorige week een aanval gedaan in D66 aangaande het voorstel de waterschappen maar op te heffen.





Wat is mijn insteek?





a. door steeds maar schaalvergrotingen, neemt de essentiële, lokale kennis van terrein, waterstanden en omstandigheden af. Het draagvlak dus ook, want niemand kent meer iemand, die iets weet van veiligheid en zuiverheid in eigen omgeving. Zelfs dijkgraven en heemraden moeten nog als een kleuter het proces leren als zij worden benoemd. Dat maakt ze geen slechtere bestuurders, maar ze worden managers, die van 'het vak' niets meer weten.





Door de schaalvergroting weten de meeste werknemers naast hun 'wetenschappelijke' vakkennis echter ook niets meer van gebiedskennis. Zij spreken de taal zelfs niet eens en moeten een tolk vragen om de bevolking te kunnen begrijpen.





b. hetzelfde is het geval bij RWS en andere beheerders. Bij RWS werken diverse dames, die zich - vreemd genoeg - (hoofd)ingenieur-directeur mogen noemen, maar noch dat woord kunnen spellen, noch ir zijn. Twee zijn er, die cultureel antropologe resp. sociologe zijn.





Meer aandacht voor plantjes en bacteriën, dan voor veiligheid en zuiverheid. Zelfde gevolg als bij de besuurders: geen kennis van gebied noch van de bevolking.





c. het reduceren van het aantal algemeen bestuurders past geheel binnen het laten benoemen(gekozen worden) van mensen door politieke partijen. Als dat (ex-)politici zijn, die tòch niets met het gebied hebben en dan bedoel ik niet trekken van stemmen van stemvee uit dat gebied, maar kennis van waterlopen, zuiveringsvraagstukken e.d., dan kan reductie in aantal slechts besparend en bevorderend zijn.











Kortom: er moet meer draagvlak vanuit de bevolking komen. Dus van boeren, tuinders en deskundigen met gebiedskennis en tijd/gelegenheid om daar tijd in te steken en aandacht aan te besteden.











Gezondheid, vreugde en succes in 2012!





Theo te Winkel
Eric Oosterom / Bestuurslid Waterschap Zuiderzeeland
Interessante gedachten....!
G.A. van der Wedden / Lid Verenigde Vergadering hoogheemraadschap van Delfland
Het gekozen bestuur van een organisatie als het waterschap zorgt er juist voor dat waterschappen kostenbewust werken en moet alleen om die reden al zeker behouden blijven: het bespaart enorm veel geld als 30 ‘gekozen vrijwilligers’ namens de burgers kritisch toezicht houden op de gang van zaken en de uitgaven in deze organisaties. Doordat deze 30 bestuurders elk hun eigen expertise hebben, vormen zij samen een kundig bestuur.



De hoeveelheid uren die deze vrijwillige waterschapsbestuurders binnen bijvoorbeeld het hoogheemraadschap van Delfland hiervoor besteden staan in geen verhouding tot de vergoeding die ze ervoor krijgen. Toch doen zij dit werk vaak vele jaren achtereen met veel plezier. Veel van deze bestuurders nemen hier speciaal voor vrij van hun betaalde werk.



Verminderen van het aantal bestuursleden van 30 naar 21 verhoogt de druk op de individuele bestuursleden. Daarnaast vermindert het de totale kennis binnen het bestuur en wordt de afstand tot de bestuurders voor individuele burgers weer groter. Deze nadelen wegen niet op tegen de minimale besparing. De ondersteuning van 9 bestuursleden minder, kost immers waarschijnlijk niet minder. De besparing op vergoedingen aan bestuurders zelf zal voor Delfland minder dan 50.000 euro op jaarbasis zijn, dat wil zeggen circa 3 cent per inwoner van Delfland per jaar. Ik denk dat veel inwoners 3 cent per jaar over hebben om ervoor te zorgen dat deze bestuurders namens hen kritisch naar de uitgaven van het ambtelijk apparaat kijken.



Het helemaal afschaffen van de gekozen besturen biedt al helemaal geen besparing, ook een betaalde directie moet ondersteund worden. Daarnaast ben ik bang dat er geen betaalde professionele directie te vinden is die voor 50.000 euro per jaar het werk van deze vrijwillige bestuurders wil overnemen. De kosten zullen wellicht toenemen, terwijl het de vraag is of een benoemde directie de belangen van de burgers goed behartigt.



De discussie in de Tweede Kamer over het verminderen van gekozen lokale bestuurders begrijp ik dan ook absoluut niet. Hoe meer democratische controle, hoe kostenbewuster deze organisaties immers gaan werken. Ik zou als Tweede Kamer juist pleiten voor het uitbreiden van de democratische controle. De Kamer heeft ook eens geroepen dat zij duidelijkere financiële controle op de drinkwaterbedrijven wil. Ik kan wel een oplossing bedenken: zorg dat ook hier gekozen bestuurders komen. Vorm drinkwaterbedrijven om tot drinkwaterschappen en houd drinkwaterschapsverkiezingen. Laat gekozen patiëntenraden de ziekenhuizen besturen, zorg dat elektriciteits- en gasgebruikers de besturen van de energiemaatschappijen mogen kiezen. Met de huidige IT-middelen moet dit makkelijk kunnen. Ik verwacht dat er dan pas echt kostenbesparingen komen.
E.M. Versteeg / Recruiter interim management
Goede kennis van de materie, prikkelende stelling. Zet aan tot nadenken
Gerard Jansen / ingeland van het Hoogheemraadschap van Delfland
Waterschappen moeten naar mijn idee niet worden opgeheven.



Sinds de installering van de huidige Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap van Delfland volg ik de vergaderingen met interesse. De eerste keer dat ik een vergadering meemaakte deed het me erg denken aan de tweede kamer in Den Haag, maar dan in het klein. Zoals ik kijk naar de leden van de VV lijkt het mij een betere afspiegeling van de ingelanden (grotere diversiteit van ook niet politiek getinte partijen) van het waterschap dan wanneer er een bestuur wordt gekozen bijvoorbeeld vanuit de Provincie. Wanneer de afstand groter wordt tussen de ingelanden (kiezers) en bestuurders wordt het waterbeleid nog anoniemer/ondoorzichtiger dan het nu al is.

De nu gekozen leden staan dichter bij de kiezers en moeten ook binnen het waterschap wonen(dacht ik). Zijn ervaringsdeskundigen van het specifieke gebied waar zij in wonen. De dertig gekozen leden zijn geen overbodige luxe voor een goede afspiegeling van de ingelanden om tot een goede besluitvorming te komen. Zeker als je weet dat er in drie verschillende commissies veel aan voorbereidingen wordt gewerkt om goed voorbereidde besluiten te kunnen nemen in de VV. Daar heb je voldoende mensen voor nodig om zaken goed te doen.



Sinds ik de vergaderingen volg ben ik bijna altijd de enige die op de publieke tribune zit op de keren na dat er een inspreker is. De dijkgraaf maakte nog de opmerking dat het opkomstpercentage van de kiezers laag was en er nu niemand op de tribune zit. De eerste keer zat ik dus op de verkeerde tribune omdat de bordjes nog de oude aanwijzing aangaf. Omdat de publieke tribune omgewisseld was met de ambtenaren tribune had ik op de verkeerde tribune plaatsgenomen. Reden: het aantal ambtenaren dat aanwezig is bij de vergaderingen vaak groter is dan het aantal plaatsen dat de ambtenaren tribune heeft. Nog geen enkele keer heb ik de pers gezien of gesproken. Er is weinig interesse in wat waterschappen doen, terwijl zij de noodzakelijke inspanningen moeten verrichten om het watersysteem op orde te houden. Het is eigenlijk vreemd dat een waterland als Nederland zich daar in zijn algemeenheid zo laconiek en ongeïnteresseerd over is. De waterschappen staan alleen in het voetlicht als er een calamiteit is met daarbij vaak negatieve publiciteit.



Conclusie zou kunnen zijn dat de waterschappen hun werk nu zo goed doen dat Nederland het als vanzelfsprekend vindt dat we droge voeten en Schoonwater hebben.



Wat de kosten betreft lijkt de waterschapsbelasting een hoog bedrag. Het is ook veel geld voor sommige mensen. Wanneer we kijken wat we er voor terug krijgen moeten we misschien niet zo hard roepen dat ze te hoog zijn. De ingelanden krijgen de bijna garantie van het hele jaar droge voeten te houden. Dat wat het waterschap doet is een onderdeel die in de basisbehoefte voorziet van het kunnen blijven wonen op een plaats onder de zeespiegel. Er wordt veel geld uitgegeven aan telefoons, vakanties, pc's etc. noem maar op. Zonder dat de mensen zich daarover druk over lijken te maken. Als er wordt teruggerekend wat kost het per dag om droge voeten te houden? Dit in vergelijking met de uitgaven teruggerekend per dag die mensen doen aan niet basisgebonden (luxe) uitgaven. Ik zeg hier niet mee dat het niet misschien goedkoper kan/moet.



Hoe groot de zeggenschap van het bestuurlijke apparaat ten opzichte van het ambtelijke apparaat binnen het waterschap is mij niet helemaal helder. Soms denk ik dat de ambtelijke invloed op een besluit erg groot is, misschien wel te groot. Ik kan mij daar natuurlijk als geïnteresseerde onafhankelijke ingeland wel in vergissen. Wat zou dit dan betekenen voor het bestuurlijke/ambtelijke apparaat als dit zou verhuizen naar bijvoorbeeld naar de Provincie.



Iets anders, is het niet zo dat de muskusrattenbestrijding van de Provincies overgedragen wordt aan de waterschappen? Dan is het de omgekeerde wereld. Wat willen we nou?



Zelf houd ik het erop dat de zorg voor de waterhuishouding dicht bij de direct belanghebbende moet blijven. Waterschappen zijn vaak uniek wat de waterhuishouding betreft en door in een groter geheel te worden opgenomen letterlijk onder kunnen sneeuwen (lopen). Waterbeheer is een te specifiek onderwerp en moet zelfstandig bestuurt blijven. Hoe het bestuur georganiseerd moet worden/zijn daarover heb ik nog geen mening.



Mijn kijk op waterschappen.



Gerard Jansen ingeland van het Hoogheemraadschap van Delfland

Jeroen Louis / Strategisch adviseur Schieland en de Krimpenerwaard
Het artikel begint prima, maar wat jammer toch van die laatste alinea!



Als er bezuinigd moet worden, krijgen mensen vaak de nare neiging om te roepen: 'Ik moet blijven, maar hij mag weg!' Provincies gaan naar waterschappen wijzen, gemeenteraadsleden naar deelgemeenten, en nu doet de heer Middendorp ook een duit in het zakje door als lid van het algemeen bestuur te roepen dat de dijkgraven overbodig zijn.



Het populistische argument dat hij daarbij gebruikt (ze verdienen drie keer zo veel!) is helemaal betreurenswaardig. Met zulke vrienden heb je geen vijanden nodig.



Hoeveel gaat het opleveren om de voorzitters van de waterschappen naar huis te sturen? Gaan we daar het begrotingstekort van Nederland mee dichten? Hebben de waterschappen geen kundige voorzitters nodig?



Financieel is het nog niet eens een druppel op een gloeiende plaat, en bovendien, zoals terecht opgemerkt: de waterschapsdemocratie hebben we al op een koopje. Een waterschap zonder voorzitter is net zo mal als een gemeente zonder burgemeester. Dat beide functionarissen in Nederland helaas nog niet gekozen worden, doet daar niets aan af; dat is een heel andere kwestie.



De financiële crisis is voor de waterschappen een goede impuls om nóg efficiënter te werken, samen met andere partijen, en zich daardoor te onderscheiden. Laten we ons dáárop concentreren, en niet op zinloze structuurdiscussies. Laten we vooral geen nieuwe tegenstellingen creëren binnen de waterschappen zelf, zoals tussen leden van het algemeen bestuur en de voorzitter, of tussen de geborgde en gekozen zetels. Er is genoeg werk te doen en de vijanden van de waterschappen (zij zijn het meestal door onwetendheid en zijn daardoor nog voor onze zaak te winnen) hebben echt niet meer munitie nodig!



Peter Vonk / bestuurder AWP
De focus driegt te gaan liggen op de laatste alinea. Natuurlijk wil de AWP de dijkgraven graag houden. Zeker in Hollands Noorderkwartier, maar ook elders. Dat is het punt niet. Het punt is dat onder het mom van bestuurlijke drukte een actie die in 2008 reeds uitgevoerd is (het verminderden van het aantal AB-leden) in 2011 weer voorgesteld wordt. Er zijn kennelijk in Den Haag nogal wat bestuurders kort van memorie. Als Het Kabinet vindt dat bestuurlijke drukte vermindert door minder vertegenwoordigers/gezagsdragers dan moeten ze de trap van boven schoon vegen: minder ministers en staatssecretarissen, minder Tweede Kamer leden etc. De waterschappen hebben hun deel al lang genomen.

Verder schrijft Hans terecht dat het aantal geborgde zetels bij de verkleining van het AB nadrukkelijk aandacht verdient. Per categorie 1 garantiezetel en de rest via verkiezingen is ons parool. Of het Kabinet dat ook maar even wil regelen!
J.Nieuwenhuis / Beleidsadviseur
Zoals Hans terecht aangeeft kan, na de al doorgevoerde verkleining van de bestuursomvang bij de laatste Waterschapswetherziening (2007), een volgende verkleining niet aan de orde zijn. De enige die bespreekbaar is betreft het afschaffen van de geborgde zetels danwel het terugbrengen tot 1 zetel per categorie, want deze zetels hebben nu onevenredig veel invloed in Algemene en Dagelijkse besturen. Een analyse van de collegevorming (eind 2008) in de diverse waterschappen maakt duidelijk dat in 2/3 van de waterschappen een college rond de geborgde zetels van Ongebouwd en Bedrijfsgebouwd is geformeerd. De praktijk leert ook dat de belangen welke deze twee geborgde categorieën vertegenwoordigen ook via de gekozen lijsten maar al te makkelijk een plaats in de besturen weten te bereiken.

Ook in de adviezen van de Taskforce Financiën van de Unie van Waterschappen, welke als onderlegger dienden voor de recente waterschapsbelastingvoorstellen, werd nogal redelijk selectief gegrasduind in de trits Belang-Betaling-Zeggenschap; die zogenaamd geen status meer mag hebben maar natuurlijk wel behoort te staan voor een functioneel bestuur zoals het waterschap. Feit is thans wel dat (niet-agrarische) Ingezetenen/Huiseigenaren in een doorsnee waterschap momenteel al gauw 85-90% van de Watersysteemkosten betalen, wat in geen verhouding staat tot de dienstverlening welke daarvoor door het waterschap aan hen wordt verleend. Het ziet er naar uit dat dit aandeel alleen nog maar zal stijgen.
Jan Schreuder / Algemeen Bestuur Waterschap Regge en Dinkel
Schieten op het Waterschap is redelijk populair tegenwoordig, maar verbergt het niet de plaatsen waar werkelijke bezuinigingen mogelijk zijn, nl de provincies en het rijk. Zowel op het gebied van vertegenwoordiging als het aantal ambtenaren zijn daar beduidend meer mogelijkheden dan bij de waterschappen. De waterschappen voorzien in een basisbehoefte: schoon water en veiligheid voor de gehele bevolking. Deze bevolking heeft er recht op om ook getalsmatig goed vertegenwoordigd te zijn.
Gerard Boks / Business consultant
Het is natuurlijk onzin om het aantal bestuurders te minderen zonder de taken ter discussie te stellen.



Boris
Leuk stukje, maar gaat mij niet ver genoeg. Liever de Waterschappen en de Provincies samenvoegen tot 1 bestuurslaag, te weten Gedeputeerde Staten. Daarin uiteraard de langjarige belangen (beleid en uitvoering), zoals die voor water, goed borgen. Scheelt heel veel bestuurlijke drukte (net zoals er nu al minder ministers/stssecr. zijn) en bestuurlijke ondersteuning (minder afdelingen P&O, Bestuurlijk Advies, Juridische Zaken e.d.) en borgt het democratisch gehalte op het niveau van Provinciale Staten (die het electoraal ook al moeilijk hebben).
Sergio van Tiel / Docent Bedrijfseconomie
Goed stuk. U pleit feitelijk voor het aanhouden van professionals in de waterschapsbesturen en het verwijderen van de goed betaalde "humbug". Hiermee kunnen inderdaad tegelijkertijd een professionaliseringsslag worden gemaakt en een kostenbesparing worden gerealiseerd. We moeten oppassen dat privatisering en besparing niet leiden tot kwaliteitsvermindering van de dienstverlening. Zie bijvoorbeeld de privatisering van de drinkwatervoorziening in Italië: men weet niet meer wat uit de kraan komt, de toelevering is onzeker en te vaak is het water verontreinigd en bevat zelfs gifstoffen. Laten we vooral gewaardeerde experts op de goede plaats houden en het economisch principe buiten de deur.





Vriendelijke groet,





Sergio van Tiel
Paul Marselje / raadslid
Als de tongen al niet los waren zorgt zo'n column er wel weer voor. Helder en spraakmakend. Ik ben het overigens eens met de schrijver dat er de laatste jaren al meer dan genoeg geschoten is op de zeer nuttige en efficiënt werkende waterschappen. Verdere bezuinigingen dan al in de pijplijn zaten hoeven van mij echt niet. De column zorgt er voor dat het voortschrijden van mijn inzicht in stand blijft. Maar eens moet voortschrijdend inzicht leiden tot een punt achter deze discussie. Het is een discussie die meer over bestuurlijke beeldvorming, over eigenbelang van provinciebestuurders en over electorale emotie gaat dan over bestuurlijke feiten gaat.



Het voorstel van de auteur voor het afschaffen van dijkgraven en ‘geborgde zetels’ is echter ingewikkelder als hij het doet voorkomen. In feite zijn ook de in zijn ogen democratisch gekozen bestuursleden namelijk ‘geborgden’ en wel namens de ‘categorie inwoners’. Ook voor de andere drie categorieën (bedrijven, agrariërs en natuurgebieden) gelden strikt gereguleerde verkiezingen. In die zin zijn er tussen de verschillende categorieën bestuurders van een waterschap dus niet zoveel verschillen als hij suggereert. Gelet op de grote belangen bij waterbeheer van de drie andere categorieën en de expertise die daar aanwezig is zie ik volstrekt niets in het terugbrengen van de vier categorieën tot één. En het afschaffen van dijkgraven lijkt financieel leuk, maar wie moet het dagelijks en algemeen bestuur dan voorzitten?



Het kabinet gaat uit van indirecte verkiezingen via de gemeenteraden. Dat betekent mogelijk het einde van partijen zoals de Algemene Waterschapspartij, want het is aannemelijk dat raadsleden kandidaten van hun eigen partij kiezen. De door de auteur genoemde a-politieke partijen zullen dan verdwijnen, wat naar mijn mening jammer is. Desondanks ben ik voorstander van die indirecte verkiezingen, want de kosten van directe verkiezingen wegen niet op tegen de baten.

Donato / webmanager
We moeten niet naar een 'kleinere' overheid toe, maar naar een 'betere' overheid. Zo gauw een regering 'bezuinigt' op democratische organisaties en nutsdiensten moet de burger zich grote zorgen maken.



In de VS voeren de Republikeinen al jaren (succesvol) de strategie van 'Starving the Beast' (lees maar even op wikipedia). De neoconservatieven gebruiken de smoes van een "inefficiënte en te grote overheid" om de overheid dermate te verzwakken dat commerciële bedrijven de leemtes kunnen opvullen die er bij een krimpende overheid in de samenleving ontstaan.



Op het moment dat een regering in hetzelfde betoog de woorden 'kleinere overheid' en 'marktwerking' en 'privatisering' gebruikt dan moet de burger op zijn hoede zijn.



Bezuinigingen op democratische organisaties, processen en nutsdiensten zijn nooit ten voordele van de burger maar alleen ten voordele van de grootverdienende vriendjes van de neoconservatieven. Kijk maar wat er gebeurde toen de regering taken afstootte als energievoorziening, openbaar vervoer, zorgverzekering en andere nu geprivatiseerde overheidstaken. En nu praat de overheid over het inzetten van particuliere politiediensten en particuliere gevangenissen. Dit heeft niks met bezuinigingen te maken om 'het land van de ondergang te redden'.



Laten we ervoor waken dat de overheid op de waterschappen dermate bezuinigt dat ze inefficiënt worden en dat dan commerciële bedrijven deze cruciale taak overnemen. Dat is namelijk het plan van de regering.... niet het aanpakken van 'bestuurlijke drukte'.
Kees Schrijvers / Oud medewerker Waterschappen (Rijnland en Delfland)
Het blijkt telkens weer mensen die werkzaam voor/bij waterschappen niet gewend zijn om objectief te reageren tegen de “strijd tegen het opheffen” (dus niet tegen het water). Er wordt te vaak teruggegrepen op termen als “het waterschap is onmisbaar”, “we doen het al zeer efficiënt”, “we hebben kosten gereduceerd”. In deze column wordt voorgesteld om de dijkgraven naar huis te sturen en er vast te houden aan dertig gekozen bestuurders. Tja, zo kun je het ook bekijken. Dit voorstel past in bovengenoemd rijtje.

In 1953 waren er circa 2500 waterschappen. In 1987 waren het er circa 135. Zoals ik het in schat krijgen we tussen nu en 2020 nog een aantal fusies waardoor verwacht mag worden dat er mogelijk zo’n 15 tot 20 waterschappen overblijven. Hoezo te veel dijkgraven? Waar hebben we het over? We krijgen dan 15 dijkgraven. Hoezo te veel bestuurders? Bij 15 waterschappen heb je maar 15 besturen. Laat elk bestuur gemiddeld uit 20 personen bestaan dan is de “bestuursdruk” maximaal gelijk aan 15 x 20 = 300 bestuurders. Dat zou toch moeten kunnen?

Waterschapsmedewerkers/bestuurders moeten eens nadenken over hun allerbelangrijkste taak: calamiteiten voorkomen en mocht er toch een calamiteit optreden: snel en juist handelen tegen de laagste kosten. Bij de keuze van ingrijpen moet dit altijd voorop staan.

Waterschapsbestuurders moeten de strijd tegen het opheffen staken en een nieuwe waterschapsorganisatie voorstellen waarbij het accent primair komt te liggen op het voorkomen en bestrijden van calamiteiten. In 1998 was ik hoofd Peilbeheer bij Delfland. Extreme hoeveelheid neerslag. Veel overstroomde gebieden. Militaire bijstand. Water in kassen en woningen. Mensen die destijds getroffen zijn, hebben het er nu nog over.

Calamiteiten voorkomen en mochten ze toch optreden doelmatig bestrijden. Daar gaat het om.

C. Maaskant / Directie
Ik onderschrijf je belangrijkste punt dat we eens moeten ophouden met korte termijn 'waan van alle dag' bestuur te verwarren met goed bestuur. Elk pleidooi om verder te kijken dan 1 - 2 jaar steun ik dan ook van harte,
W. Nanninga / adviseur
Hans,



De Waterschappen zitten al langer tijd in de hoek waar de klappen vallen. Onbekend (bij het grote publiek) maakt blijkbaar onbemind (en een mooi bezuinigingsdoewit). Helaas wordt te weing beseft dat de Waterschappen een hele bijzondere en goed functionerende bestuurlijke organsiatievorm is, redelijk uniek voor Nederland en de rest van de wereld.



Met vriendelijke groet,

Winfried Nanninga
Anneloes Middendorp
Mooi stukje, Uitgebreide redenering,blijft toch echter op de oppervlakte. Je punt staat echter wel.
Paul / projectleider
Het probleem zit er vooral in dat wie betaalt bepaald, dat wil er in Den Haag niet in. Ze gaan er niet over (financieel gezien). Slechts kaders stellen gaat ze slecht af in Den Haag (ze hebben ook steeds minder te doen ivm Europa)
R. Verhulsdonck / Recordmanager
Prima artikel, met uitzondering van de laatste alinea. Als de dijkgraaf "naar huis is gestuurd": wie neemt dan zijn taken over ??? Is het wellicht een idee om zodra de gekozen burgemeester een feit is ook over te gaan op een gekozen dijkgraaf en dan eventueel normen vast te leggen omtrent de bezoldiging?
Hans Belder / free lance journalist AD
Hans Middendorp verstaat de kunst complexe waterschap-materie te simplificeren en leesbaar te houden voor buitenstaanders die - kijk naar alle pogingen van de waterschappen zichzelf op de kaart te zetten bij de kiezer- geacht worden binding te hebben met dit bestuursorgaan. Hans loopt niet weg voor een 'Heilig Huisje', neemt dapper stelling en baseert zijn stukken op feiten.
Jasper Schaap / Business manager
Hans, ik denk dat je een duideljik statement neerlegt wat voor voldoende stof tot nadenken kan leiden bij onze staatssecretaris. Ik hoop van harte dat Astma jou uitnodigt om eens dieper op deze materie in te gaan.
Hendri Witteveen / beleidsadviseur waterschap
Goed stuk, behoudens het schappen van de dijkgraaf. Dat is de spil die de (parttime) bestuurders, die zorgen voor de maatschappelijke verankering, verbindt met de professionele organisatie.
Jan Stellingwerff / adviseur
Dat er iets moet worden gedaan aan de bestuurlijke drukte in Nederland lijdt geen twijfel. Daar zijn velen inmiddels ook van overtuigd. Dus komen er nu ook voorstellen in die richting. Het idee van het kabinet om de waterschappen op te heffen is niet het beste. Hans Middendorp zegt daarover behartenswaardige zaken. Aan het democratische karakter moet inderdaad nog wel het nodige worden gedaan, maar sinds enige jaren gaan de waterschappen hun maatschappelijk-bestuurlijke rol beter vervullen. Dat komt ook tot uitdrukking in de steeds betere samenwerking met de gemeenten.











Wat erger is, is dat het kabinet de waterschapstaken zou willen overhevelen naar de provincies. Nog ervan afgezien dat de waterschapsgrenzen en de provinciegrenzen niet samenvallen, wordt ook absoluut het verkeerde bestuursorgaan gekozen. Niet de waterschappen moeten worden opgeheven. maar de provincies. Kijkend naar de opkomst bij de verkiezingen is daar op zich al voldoende reden voor. De kandidaten voor Provinciale Staten zijn nog veel minder bekend bij de bevolking dan de kandidaten voor de besturen van de waterschappen. En wat de waterschappen doen staat in elk geval dichter bij de mensen dan wat de provincies doen. Daar merkt niemand direct wat van. Daarbij komt dat er in de voorgaande jaren veel taken van de provincie zijn overgeheveld naar de gemeenten.





Het lijkt erop dat het kabinet de provincies met dit voorstel weer nieuw leven wil inblazen. Niet doen, maar opheffen. Daarmee wordt dan ook het bestuurlijk overblijfsel uit een middeleeuws verleden waar Thorbecke indertijd ook al geen raad mee wist verwijderd. Dat leidt tot één bestuurslaag minder, met als gevolg meer transparantie en een krachtiger democratie. Last but not least komt er veel geld vrij uit de provinciale potten wat met name de gemeenten goed kunnen gebruiken. Die zijn de laatste jaren immers opgezadeld met meer taken zonder de daarbij behorende budgetten. Van alle kanten een win-winsituatie dus.
Joop Simmers
Er zijn m.i. twee "kernproblemen" : enerzijds de afwezigheid van enige betrokkenheid / belangstelling bij het "gewone" publiek voor alle (meestal) goede zaken welke de waterschappen regelen en anderzijds het verminderen van de bureaucratie en het oeverloos vergaderen waarmee ook dit soort semi-overheden, veelal ongewild, mee te maken hebben.





Ik ondersteun derhalve van harte de gedachte om dijkgraven naar huis te sturen en deze taken elders te beleggen, zo mogelijk bij een B&W-college.





Dit houdt ook in dat ik de waterschapsactiviteiten meer wil gaan zien als een provinciale- cq een gemeentelijke taak, derhalve ook een taak waarbij politieke keuzes gemaakt moeten worden. Het lijkt dan logisch dit gelijk te laten lopen met provinciale- en gemeentelijke taken, binnen de nu al bestaande organen hiervoor.





Binnen deze organen dan wel een professionele invulling borgen van een beperkt aantal adviserende waterschapsmensen.





Succes !
Piet / directeur
Ik ben niet beroepsmatig en of bestuurlijk verbonden met een waterschap. Doch heb ik er diverse raakvlakken mkee ( gehad). Waterschappen zijn bijna de enige Overheidsoraganen die vrij redelijk functioneren.Helaaas heeft de gewone burger om die reden weinig op met Waterschappen! Deskundigheid en ervaring voeren de boventoon een geen holle politieke frases. Zo gauw dit over gaat naar Gemeenten ( onervaren politieke lieden zonder kennis) gaan de prijzen/kosten enorm, omhoog en zullen we zeker in Ned geconfronteerd worden met natte voeten of meer.Het zal wel gauw 20/25 jr duren dan worden ze weer zelfstandig gemaakt.Welterusten Nederland.
dr. J.V. / gepensioneerd
Het aanstellen van dijkgraven van hogerhand is ondemocratisch: de aanstellende instantie stippelt zo de toekomst uit naar hun eigen beleid. (vgl burgemeesters, bisschoppen)
Siebren Frölich
Het punt is duidelijk: vertegenwoordiging moet behouden blijven, en gezien de huidige waterschappen voor een kleine vergoeding werken, moet de bezuiniging bij de dijkgraven vandaan komen, hoewel ik een vraagteken moet zetten bij het volledig schrappen ervan.



De waterschappen functioneren, zodoende moet dit behouden blijven, en niet als ondertaak worden verdeeld bij een steeds groter wordend provinciaal orgaan. Alleen zo wordt haar taak niet gebagatelliseerd of simpelweg verwaarloosd in de bureaucratie.

Jan Talen / Wethouder Staphorst
Organisaties afschaffen als er geen problemen zijn is populaire. Defensie kan volgens velen worden afgeschaft omdat we toch geen dreiging meer hebben uit het 'oosten'. Hetzelfde geldt voor waterschappen, toen de dijk in Wilnis begon te schuiven wisten we opeens weer van het bestaan van waterschappen. Nederland heeft min of meer zijn bestaan te danken aan waterschappen. Zelfs de ontwikkeling van Staphorst is te danken aan de continue strijd tegen het water. Nu ook gemeenten zich weer orienteren op de core-business zijn waterschappen meer dan ooit belangrijk. De expertise en het invullen van de Kaderrichtlijn Water is een majeure taak. Het moet bovenlokaal gebeuren. Dat de organisatie tegen het licht wordt gehouden is niets meer dan logisch in deze tijd van herbezinning. Wellicht dat in managementkosten en efficiency kan worden bespaard. Er heerst een stuk bureaucratie, denk alleen maar aan het belastingsysteem. Diverse gemeenten zijn hier effectiever in, automatiseringsprojecten bij dit soort instanties mislukken meestal en dat zie je binnen de waterschappen. Dus hier zijn grote bedragen te bezuinigen. Verder zou het dagelijksbestuur professioneler kunnen, opschalen is wellicht mogelijk. Weliswaar moet het aantal geborgde zetels worden behouden. Het meeste geld komt van landbouwers, industrielen en grondeigenaren. Dus het evenwicht tussen betalers en bepalers moet in balans zijn. Opgemerkt moet worden dat de bestuursleden van waterschappen zeer veel passie bezitten en gemotiveerd zijn. De kennis en know-how die waterschappen bezitten vind je niet bij gemeenten of provincie. Laten we lering trekken uit de geschiedenis en waterschappen niet laten opgaan in een andere overheid. Wellicht dat die andere overheden, zoals provincies opgeschaald kunnen worden en zodoende de nodige bezuinigingen opleveren.
Broadcaster / gemeenteambtenaar
Maar waarom kunnen we de waterschappen eigenlijk niet opheffen? Wat is er op tegen deze taken onder te brengen bij de provincie en/of rijkswaterstaat?





Het argument van de columnist dat de waterschappen door de wetswijzigingen minder democratisch zouden worden is overigens ronduit lachwekkend. Wie is er ooit voor de waterschappen gaan stemmen?
jef / ondernemer
Het is ergerlijk te lezen dat er gemeenteambtenaren zijn die geen belang hechten aan democratie. Dit zijn potentiële dictatortjes.

Trouwens door een waterschap op te heffen en de organisatie bij de provincie of rijkswaterstaat onder te brengen zal weinig opleveren. De taken van het waterschap zullen toch uitgevoerd moeten worden. Of je het nu waterschap noemt of een dictatortjes afdeling bij de provincie.
t.s.
Hoop dat onze regering wakker geschudt zal worden door dit artikel.
Advertentie