Aanpak geluidsoverlast onduidelijk en versnipperd
Burgers weten vaak niet waar ze met klachten over geluidsoverlast terecht kunnen.
De groep burgers die geluidsoverlast ervaart, zal de komende jaren verder toenemen. Maar de aanpak ervan is versnipperd en gaat gebukt onder een gebrek aan kennis en aan deskundig personeel, zo blijkt uit een onderzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) .
Toenemend probleem
Geluidhinder vormt voor een toenemend aantal Nederlanders een probleem. Zo kreeg de omgevingsdienst DCMR Milieudienst Rijnmond in 2021 ruim 63.000 klachten binnen over lawaai en vliegverkeer. Ook bij andere omgevingsdiensten is geluid een belangrijke bron van klachten, al zijn de aantallen daar een stuk lager.
Gebrekkig zicht
Een probleem bij het vaststellen van de omvang van de geluidhinder is dat niet alle omgevingsdiensten het aantal klachten bijhouden. De diensten hebben meestal ook geen goed zicht op de klachten van burgers die bij gemeenten binnenkomen. Daardoor ontbreekt een landelijk overzicht.
Verschillend belegd
Een van de oorzaken daarvan is dat taken en verantwoordelijkheden voor de vergunningverlening, handhaving en toezicht bij verschillende organisaties zijn belegd, onder andere op basis van de geluidbron. Zo zijn provincies verantwoordelijk voor provinciale wegen, gemeenten voor lokale wegen en waterschappen voor waterschapswegen. Bij spoor is de situatie vergelijkbaar.
Omwonenden weten vaak niet tot welke overheidsinstantie ze zich moeten richten als ze geluidhinder ondervinden.
Versnipperd
Daarnaast kunnen omwonenden te maken krijgen met geluidoverlast van buren, kerken en moskeeën, windturbines, bedrijven, industrieterreinen, horeca, evenementen, voertuigen en machines. Ook hier zijn de bevoegdheden en verantwoordelijkheden versnipperd. Dit maakt het stelsel, stelt de ILT, ‘voor omwonenden die te maken krijgen met geluidhinder erg ingewikkeld. Zij weten vaak niet tot welke overheidsinstantie ze zich moeten richten als ze geluidhinder ondervinden.’
Maatregelen
Klachten van burgers over te hard geluid vormen maar zelden de opmaat voor handhavende maatregelen. Dit komt volgens de ILT omdat piekgeluiden van bijvoorbeeld weg- en spoorverkeer worden verrekend met dag- en jaargemiddelden. ‘Daardoor ligt het gemiddelde geluidniveau een stuk lager. De handhaving vindt plaats op basis van deze gemiddelden.’
Botsende belangen
Geluid leidt in de praktijk vaak tot botsende belangen. ‘Provincies, gemeenten en omgevingsdiensten hebben niet alleen te maken met geluid, maar ook met andere maatschappelijke opgaves en doelen.’ Daarbij ervaren de door de ILT geïnterviewde geluidspecialisten vaak dat het voorkomen of beperken van geluid het onderspit delft. ‘Zij proberen op te komen voor de belangen van (toekomstige) bewoners, maar ervaren soms weinig steun.’
De interne kennis loopt daarmee gevaar.’
Groot tekort
Aan deze geluidspecialisten bestaat bovendien een groot tekort. De helft van de respondenten van ondervraagde omgevingsdiensten geeft aan nu al onvoldoende mensen heeft om de geluidstaken uit te voeren. Bovendien gaan er de komende jaren ook nog eens veel met pensioen. ‘De interne kennis loopt daarmee gevaar.’
Veel verschillen
In het onderzoek geeft ruim een derde van de respondenten aan dat er veel verschillen zijn in het geluidbeleid van gemeenten. ‘Het komt ook vaak voor dat gemeenten helemaal geen beleid hebben op het gebied van geluid. Iets minder dan de helft van de respondenten heeft een mandaat om zelfstandig te handhaven.’ Omgevingsdiensten hebben er ook niet altijd zicht op of bedrijven de vergunningvoorschriften opvolgen.
Samenwerken
Een logische eerste stap zou zijn volgens de ILT zijn ‘om op lokaal, regionaal en landelijk niveau intensiever samen te werken om de meest dringende problemen te adresseren’. Daarbij zouden gemeenten en provincies vaker omgevingsdiensten om advies moeten vragen en ook de basiskennis in huis moeten hebben om dit advies op waarde te schatten.
Verplicht afstemmingsmoment
Verder blijkt dat de toezichthouder niet in alle gevallen controleert of de vergunninghouder aan haar onderzoekverplichting heeft voldaan. ‘Om dit te voorkomen kunnen omgevingsdiensten hun werkprocessen zo inregelen dat er een verplicht afstemmingsmoment komt tussen vergunningverlener en toezichthouder, zodat er geen voorschriften tussen wal en schip raken.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.