Inhaalslag wind op land, toekomst onzeker

Dat blijkt uit de jaarlijkse monitor Wind op land van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De RVO constateert dat er in 2022 een stevige inhaalslag bij de plaatsing van windturbines heeft plaatsgevonden, waardoor de eerder opgelopen achterstand is weggewerkt.

Minder optimistisch

De RVO voorzet dat de groei in 2023 doorzet, maar is minder optimistisch over de projecten in de jaren erna. ‘Een deel daarvan is nog in het voortraject en soms zijn die projecten dusdanig gestagneerd dat het onzeker is of het project nog tot realisatie komt. Het is dan ook niet de verwachting dat al deze projecten daadwerkelijk worden gerealiseerd. Verder valt op dat er weinig nieuwe projecten in beeld zijn, waardoor het aantal projecten in de pijplijn van windenergie op land nauwelijks toeneemt.’

Milieunormering

Vertragende factoren zijn de uitspraak van de Raad van State over milieunormering voor windturbines (waardoor de algemene regels uit het Activiteitenbesluit vervielen) en de langere doorlooptijden bij de Raad van State. Verder zijn de kosten van windturbines sterk gestegen en loopt er onderzoek naar de (mogelijke) gezondheidsschade bij omwonenden van windturbines.

Grote verschillen

De verschillen in gerealiseerde projecten tussen provincies zijn groot. Limburg, Friesland en Flevoland liepen eind 2022 meer dan 10 procent voor op de afgesproken doelstelling. Noord-Brabant (74 procent) en vooral Utrecht (52 procent) blijven daar juist ver bij achter.