'We hoeven niet alles met z'n twaalven te doen'
Tien prangende vragen aan nieuwe IPO-directeur Rien Fraanje, voormalig secretaris-directeur van de Raad voor het Openbaar Bestuur.
Rien Fraanje is deze maand begonnen als nieuwe directeur van het Interprovinciaal Overleg (IPO). Binnenlands Bestuur vroeg hem naar zijn ambities, de rol die hij voor provincies in de komende jaren voorziet en de eerste ervaringen tijdens zijn wittebroodsweken. 'Nee, ik heb nog geen nachtmerries over stikstof.'
BB Bent u gevraagd of hebt u gesolliciteerd?
‘Ik heb gesolliciteerd. Dit komt echt helemaal uit mijzelf.’
BB Wat trok u in de functie?
‘Ik vind de provincies een interessante, belangrijke en lange tijd onderschatte bestuurslaag. Ik had het zeer naar mijn zin bij de Raad voor het Openbaar Bestuur, maar soms keek ik heimelijk naar deze baan. Als die vrij zou komen, dan wilde ik daarvoor gaan. In de jaren nul was ik adviseur bij Berenschot en deed ik opdrachten bij provincies. Dat was in een tijd dat ze werden aangemoedigd terug te gaan naar hun kerntaken. Ze zaten in de knel en het ontbrak aan zelfvertrouwen. Het heeft even geduurd voordat provincies weer naar voren durfden te stappen. Dat hebben ze de afgelopen jaren gedaan met een agenda waarin ze aangaven: het hoort bij ons om aan opdrachten te werken rond klimaat, energie, stikstof, natuur, wonen en mobiliteit. Geef ons die verantwoordelijkheid. Wij kunnen dat. In mijn tijd bij de Raad voor het Openbaar Bestuur schreef ik adviezen over dat we de provincies als bestuurslaag te weinig gebruikten. Het is heel mooi dat ik kan instappen op een moment dat provincies die grotere rol toebedeeld hebben gekregen.’
BB Wat neemt u daarbij mee van uw voorganger, Pieter Hilhorst?
‘Ik had vanuit de Raad voor het Openbaar Bestuur altijd heel goed contact met hem. Voor mijn gevoel zorgde hij ervoor dat de organisatie open en benaderbaar was. Dat moet het IPO blijven.’
BB Wat gaat u anders doen dan hij?
‘Daar kan ik niks zinnigs over zeggen. Ik heb daarvoor te veel op afstand gezeten en te weinig van binnen kunnen ervaren hoe hij het gedaan heeft.’
BB Er is de afgelopen jaren in de vaste bezetting op de IPO-burelen in Den Haag gesnoeid. Gaat u dat gezien alle nieuwe opgaven terugdraaien?
‘Onze uitvoeringsorganisatie BIJ12, een heel belangrijk onderdeel van het IPO, is niet in omvang afgenomen, eerder toegenomen. Op het kantoor in Den Haag is ervoor gekozen om meer met een flexibele schil te werken, met meer detacheringen vanuit de provincies, om zo ook de wisselwerking tussen het IPO en de leden te versterken. Ik kan me voorstellen dat we in de huidige arbeidsmarkt moeilijker mensen van provincies kunnen lenen. Dus zullen we erover moeten nadenken hoe we daarmee willen omgaan. Uiteindelijk bepalen natuurlijk de aard en de omvang van de opgaven wat het IPO nodig heeft aan capaciteit.’
BB Zeeland en Friesland hebben een samenwerkingsverband. Kunnen meer provincies van elkaar leren?
‘Dat is een belangrijk aspect van het IPO. Een koepelorganisatie heeft in mijn ogen drie taken: belangenbehartiging, kennis en strategie, en dienstverlening voor de leden. Het IPO hoeft volgens mij niet alles met z’n twaalven te doen. We kunnen ook ontmoetingen faciliteren waar provincies met z’n tweeën, drieën of vieren aan de slag gaan.’
BB Hebt u al nachtmerries van het s-woord?
‘Het s-woord…’ (Het blijft even stil). ‘Nee, daar heb ik nog geen nachtmerries over. Stikstof is wel een ontzettend spannend en belangrijk onderwerp. Maar als ik daar nu al nachtmerries over zou hebben, had ik niet aan deze baan moeten beginnen.’
BB U schreef in 2019 in een essay in Binnenlands Bestuur dat het rijk zich meer moest ontpoppen als middenbestuur tussen Nederland en Europa. Ook gezien de groeiende rol van regio’s en steden. Miste er niet een bestuurslaag?
‘Dat was een verkorte versie van een signalement dat ik voor de Raad voor het Openbaar Bestuur had geschreven. Ik denk dat het in het signalement vrij consequent is gegaan over het rijk als middenbestuur tussen het decentraal bestuur in het algemeen – dus ook de provincies – en Europa. In bredere zin vind ik dat het rijk ervoor moet zorgen dat het decentraal bestuur voldoende instrumentarium – in de meest brede betekenis – krijgt om het toenemende takenpakket uit te voeren. Zoals u weet ligt daar een groot vraagstuk, zowel bij de VNG als bij het IPO. Het gesprek met het rijk daarover is volop in gang.’
BB Had u begin dit jaar goede voornemens?
‘Mijn belangrijkste goeie voornemen was om in 2023 heel veel te gaan genieten.'
BB Wat is daar na twee weken van over?
‘Ik had enorm veel zin in deze baan en dat heb ik nog steeds. Het is ontzettend boeiend om te werken aan de belangrijkste opgaven van deze tijd. En het gevoel te hebben dat je er een kleine steen aan kunt bijdragen. Ik ben door collega’s zeer hartelijk ontvangen. Heb meteen al belangrijke overleggen gehad. Er is veel te doen, ook met de verkiezingen op komst. Ik had me geen beter moment kunnen wensen om hiernaartoe te gaan.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.