Het OV toegankelijker maken, kost bijna 800 miljoen euro

Het gaat de provincies en gemeenten die een OV-autoriteit zijn ongeveer 800 miljoen euro kosten, tussen nu en 2032, om het openbaar vervoer toegankelijker te maken. Dat blijkt uit een onderzoek naar de financiële gevolgen van het feit dat deze overheden vorig jaar een handtekening hebben gezet onder het Bestuursakkoord toegankelijkheid openbaar vervoer 2022-2032.

Drie taken in dat Bestuursakkoord gaan de twaalf betrokken provincies, evenals de Vervoerregio Amsterdam, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en het OV Bureau Groningen Drenthe, veel geld kosten. Het gaat om het toegankelijker maken van bus- en tramhaltes voor mensen met visuele en/of motorische beperkingen, om het garanderen in de provincie Gelderland van een toilet in treinen en om het organiseren van reisassistentie op treinstations die niet van de NS zijn.

In de beslisnota bij de Kamerbrief die staatssecretaris Vivianne Heijnen van IenW maandag verzond, staat: ‘Weliswaar leidt het Bestuursakkoord tot extra activiteiten, maar die zouden er ook zijn geweest omdat ook decentrale ov-autoriteiten het VN Verdrag Handicap moeten naleven.’ Dit verdrag geldt sinds 2016, en wordt gehandhaafd door het College voor de Rechten van de Mens.

24.000 bushaltes aanpassen

Vivianne Heinen wil graag dat de decentrale OV-autoriteiten uiterlijk 1 februari 2024 hun regionale uitvoeringsprogramma’s indienen. Dan kan ze als tegemoetkoming 30 miljoen euro over hen verdelen. Daarvan is 20 miljoen beschikbaar gekomen dankzij een amendement van CU-Kamerlid Stieneke van der Graaf. Overigens bestond er tussen 2008 en 2015 ook een regeling, met een budget van 87 miljoen euro, om bushaltes toegankelijker te maken.

Het toegankelijker maken van bus- en tramhaltes zal het gros van het geld opslokken. Dan gaat het onder andere om het aanpassen van perronbreedtes en -hoogtes, en om het aanbrengen van geleidelijnen en instapmarkeringen. Het doel is om driekwart van de bushaltes aan te passen, oftewel 24.000 locaties.

Volgens één van de decentrale overheden die in het financiële onderzoek worden aangehaald, kan de aanpassing van een zogenaamde bermhalte 200.000 euro gaan kosten. Los hiervan kijkt de provincie Gelderland naar het inbouwen van toiletten in 33 dieseltreinen, wat ongeveer 18 miljoen euro zal vergen. Met deze treinen wordt gereden door de regionale vervoerders Arriva en Hermes.