Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Help, burgers met een eigen energieplan

Inbreng van burgers is cruciaal om de energietransitie te laten slagen. Maar spontane plannen van bewoners lopen niet altijd parallel met de energieaanpak van de gemeente. Twee voorbeelden uit Haarlem en Twente. 

08 maart 2019

Hoe gemeenten omgaan met initiatief van onderop

Eelco Fortuijn is een drukke zzp’er met een gezin in de Haarlemse wijk Ramplaankwartier. Ruim vijf jaar geleden nam hij met gelijkgestemden het initiatief om het dak van een tennishal te voorzien van zonnepanelen. Het was een van de eerste succesvolle ‘postcoderoos’-projecten in Nederland. Sinds 2017 werkt Fortuijn samen met buurtgenoten én de gemeente aan een zonnewarmteplan voor alle 1.150 woningen in de wijk. ‘Het zijn zogeheten PV-T-panelen: zonnepanelen die zowel stroom als warmte kunnen leveren. De warmte wordt via een warmwaternet verdeeld en in de zomer opgeslagen’, zegt hij.

Het doel is ambitieus. ‘We hopen dit jaar een voorlopig ontwerp te presenteren, volgend jaar deelnemers te werven, het jaar daarop aan te besteden en in 2025 met de hele wijk van het aardgas af te zijn’, aldus Fortuijn. Het plan is niet alleen om te voorzien in lokaal opgewekte, duurzame energie. De woningen moeten ook comfortabeler worden en het plan moet tot lagere woonlasten leiden. Het zonnewarmteplan is een van de vele nieuwe energieplannen in Haarlem. ‘We werken zowel met een top-downbenadering om bijvoorbeeld de vooral sociale huurwoningen in Meerwijk aardgasvrij te maken, als met dit soort bottom-up-projecten in het Ramplaankwartier’, vertelt Eline de Jong, coördinator van het team duurzaamheid van de gemeente.

Opmerkelijk is dat de gemeente Fortuijn voor enkele uren per week betaalt voor zijn uitwerking van het plan. ‘Er zit heel veel kennis en expertise in deze wijk, waardoor ambtenaren en bewoners van elkaar leren’, verklaart de Jong. ‘We zijn het lang niet altijd met elkaar eens, maar we zijn wel bezig met een interessante zoektocht en daar horen discussies bij.’

Want met deze wijk hoopt Haarlem niet alleen een voorbeeld te zijn voor andere buurten in de stad. Het model om al in 2025 aardgasvrij te zijn, kan ook andere buurten in stedelijk gebied in Nederland inspireren. ‘Een standaardaanpak bestaat niet, maar uit verschillende onderzoeken komt wel een beeld voor deze buurt naar voren’, zegt Fortuijn.

Spectaculair idee
Veel van de 1.150 woningen in het Ramplaankwartier, waarvan tweehonderd huur, zijn tussen 1930 en 1950 gebouwd. Ze hebben gemiddeld energielabel F, de één na slechtste score. Dus credo één is het isoleren van gevel (glas), dak en vloer. Minder tocht leidt direct tot meer comfort, plus een snelle terugverdientijd van de investeringen. Spectaculair is het idee om de PV-T-panelen, waarvan er zes volstaan voor een woonoppervlak van 110 vierkante meter, te verwerken in een modulematig gebouwde dakkapel. ‘De bewoners winnen daardoor ook ruimte en licht op zolder.’ Fortuijn denkt dat veel mensen het plan zullen omarmen als over enkele maanden goede Excel-sheets beschikbaar zijn van opties en investeringen per huistype.

Een grote onzekerheidsfactor is echter de aanleg van het buizennet dat de warmte van en naar de afzonderlijke woningen en de opslagpunten distribueert. ‘Zelfs als we kosten besparen door de werkzaamheden te combineren met bijvoorbeeld renovatie van het riool, dan zal dit een prijzige en juridisch ingewikkelde zaak worden’, weet Eelco Fortuijn. ‘Het gemakkelijkste is dat een netbeheerder als Liander zich om aanleg en onderhoud bekommert, net zoals ze nu beheerder van het gasnet zijn. Het warmtenet moet zo worden opgezet dat ook nieuwe bewoners of spijtoptanten van het eerste uur alsnog kunnen aanhaken.’

Windmolens
In Twente boeren Bert en Annemarie Kristen al decennia met respect voor de natuur. De melkveehouders hebben met 32 hectare relatief veel grond voor hun 45 koeien. ‘We kunnen daardoor alle mest op het eigen land verwerken en vrijwel alle veevoer zelf verbouwen’, zegt Bert Kristen. Er staat een Tesla aan het stopcontact, de daken liggen vol zonnepanelen, maar het echt- paar wil meer. In de oksel van de snelwegen A1 en A35 bij knooppunt Buren, wil het echtpaar twee flinke windmolens bouwen in hun weide. ‘Wij hebben het bedrijf van onze ouders overgenomen en onze zoon gaat het van ons overnemen. Door de opstalvergoeding voor de windmolens kunnen we het bedrijf ook in de toekomst grondgebonden en kleinschalig houden’, zegt Annemarie Kristen.

Het idee heet ‘Wind voor Buren’. De ene windmolen wordt gebouwd en geëxploiteerd door energiebedrijf Raedthuys Pure Energie en de andere door stichting Borne Energie die in het pal bij de snelwegen gelegen Borne de coöperatie Buren Energie wil oprichten. Het zullen flinke windmolens worden, met een tiphoogte van 200 meter. ‘Ze leveren samen jaarlijks twintig tot dertig miljoen kWh op, genoeg voor 20 procent van de elektriciteit van de gemeente Hof van Twente of 30 procent van Borne’, zegt Matthijs Oppenhuizen van Raedthuys Pure Energie. Zijn bedrijf heeft overal in Nederland windmolens: zeventig in beheer en dertig in planning.

De initiatiefnemers begonnen in november 2017 hun plan bij omwonenden bekend te maken. ‘We doen hier aan naoberschap’, zegt Annemarie Kristen. ‘We willen niet dat mensen het in de krant lezen als we een vergunningaanvraag voor twee windmolens indienen.’ Ze organiseerden meerdere informatierondes, van aanbellen bij de buren tot een informatiebijeenkomst, brieven naar 2200 adressen in de omgeving en maatschappelijke organisaties en een excursie naar windmolens.

Weerstand
Met een visualisatieprogramma op basis van Google Streetview produceerden ze een beeld van hoe de molens in de omgeving eruit zouden kunnen zien. ‘We ontvingen meteen veel positieve reacties’, zegt Joris van Dijk van Borne Energie. Maar ondanks de zorgvuldige aanpak kwam er, zoals vaker bij windmolenplannen op land, ook tegenstand. ‘Een makelaar uit Borne vertelde dat de waarde van de huizen in Borne met 40 procent zou dalen, een huisarts bracht naar voren dat het geluid van de windmolens kinderen in hun slaap zou storen’, aldus Van Dijk. Uiteindelijk ontstonden er twee actiecomités tegen het initiatief.

‘Wind voor Buren’ heeft bewust nog geen vergunning aangevraagd. Annemarie Kristen: ‘We willen groepen vormen met omwonenden, maatschappelijke organisaties en geïnteresseerden in financiële participatie. Zo ontstaat een concreet plan dat kan uitmonden in een vergunningaanvraag.’ ‘Daarom hebben we in juni vorig jaar aan de gemeente Hof van Twente en aan de gemeente Borne gevraagd of zij niet een onafhankelijke gespreksleider en secretaris wilden leveren om het proces verder te begeleiden’, zegt Oppenhuizen van Raedthuys Pure Energie.

Bij Hof van Twente moet de vergunning worden aangevraagd, terwijl Borne veel dichter bij de molens ligt. Eind november schreef Hof van Twente dat ze hier niet voor voelen vanwege ‘het spanningsveld tussen de betrokken stellingen van voor- en tegenstanders.’ Ook de provincie Overijssel wees het verzoek tot een bestuurlijk experiment voor ‘Wind voor Buren’ af. ‘Heel spijtig dat de politieke moed ontbreekt’, aldus de initiatiefnemers. ‘Het zou een goede casus zijn om uit te werken in de regionale energiestrategie, de vervolgstap van het nationaal klimaatakkoord. Ook zou het passen in de nieuwe werkwijze van de Omgevingswet.’

Flinke sprong
Op het gemeentehuis van de gemeente Hof van Twente in Goor, legt wethouder Duurzaamheid Wim Meulenkamp (VVD) uit dat hij meerdere gesprekken heeft gevoerd, met voor- en tegenstanders. ‘Laat ze hun plan voor de windmolens maar gewoon als principeverzoek indienen. Dan gaan we bekijken of de molens er kunnen komen. Na anderhalf jaar voorbereiding heeft een onafhankelijk voorzitterschap geen zin meer.’ Is het plan van de initiatiefnemers geen uitgelezen kans om een flinke sprong te maken in het streven van Hof van Twente om in 2035 energieneutraal te worden? ‘Zou kunnen’, zegt Meulenkamp, ‘maar bij de beoordeling moeten we op meer zaken letten dan alleen energiedoelen. En we hebben veel meer projecten op stapel staan om dat doel te bereiken. Niet in abstracte, maakbare ambities, zoals in het Nationaal Klimaatakkoord, maar door maatwerk en concrete projecten te omarmen en zelf te initiëren.’

Meulenkamp heeft laten uitrekenen dat Hof van Twente in 2035 energieneutraal is met veertig hectare zonneparken, vier of vijf windmolens en enkele biovergisters. ‘Dat zijn communicerende vaten. Met meer van het één, kun je toe met minder van het ander.’ In een roadshow over duurzaamheid reist hij al weken alle kernen binnen de gemeente af. ‘Inmiddels zijn er vier zonneparken, in totaal veertig hectare zonder bezwaren vergund, na veel koffiedrinken door onze gemeentelijke duurzaamheidaanjaagster. De eerste biovergister staat er en werkt mee om het mestoverschot hier in de regio te beperken en tegelijk tweeduizend huishoudens van groengas te voorzien. Met het overschot aan elektriciteit van de zonneparken kunnen we waterstof maken, waarmee we tankstations kunnen bevoorraden.

We werken aan led-verlichting in lantaarnpalen en manen woningcorporaties tot verduurzaming van hun bezit.’ De gemeente heeft zelf een BV Zuiver Hof van Twente opgericht om eigen projecten te initiëren, onder meer een klein zonnepark van twee hectare. Mikt Meulenkamp dan vooral op zon in plaats van wind? ‘We sluiten windmolens op goede plekken niet uit, nogmaals, laat ze hun plan gewoon indienen.’

Omstreden
Moet de gemeente Hof van Twente veel actiever met bewoners meewerken, zoals in Haarlem? ‘Dat kan, maar wat in Haarlem werkt, hoeft in Twente niet te werken’, zegt Marcel Boogers, hoogleraar regionale bestuurskunde aan de Universiteit Twente. ‘Bovendien geldt als handicap voor ‘Wind voor Buren’ dat windmolens op land per definitie omstreden zijn, terwijl niemand bezwaren zal hebben tegen een extra dakkapel met zonnepanelen.’

Hoe moet de gemeente met de energie-initiatieven omgaan? ‘Het lijkt me dat initiatiefnemers een streepje voor krijgen wanneer ze omwonenden al in een beginstadium bij de planvorming hebben betrokken. Als ze er niet uitkomen, ligt de bal bij de politiek. Dan moet de gemeenteraad beslissen’, zegt Boogers. Energie van onderop is hard nodig om de transitie te laten slagen, aldus de bestuurskundige. ‘Maar het helpt als de overheid heldere kaders en consistente subsidieregelingen treft voor zon, wind, elektrisch vervoer.

En daar ontbreekt het nogal eens aan.’ Verder stoort het Boogers dat het ‘volkomen onduidelijk is wat en wie praten aan die schimmige klimaattafels. Hopelijk wordt dat straks in de regionale energiestrategie duidelijk, en ook waar de nationale energieregie en de regio’s en gemeenten elkaar tegenkomen in de uitwerking van de energieplannen.’ 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie