Gemeenten vinden spaarlamp te duur
Gemeenten besparen minder op hun energiekosten dan de Taskforce Verlichting als doel had gesteld. Overschakelen op energiezuinige lampen vinden ze vooral duur.
Gemeenten noch provincies halen de doelstelling voor energiebesparing bij openbare verlichting, blijkt uit onderzoek van DHV in opdracht van het Agentschap NL. Volgens de Taskforce Verlichting zouden provincies in 2010 minimaal de helft van hun totale inkoopvolume duurzaam moeten inkopen.
Wat betreft de openbare verlichting koopt slechts één op de drie provincies voor meer dan 50 procent duurzaam in. Gemeenten scoren iets beter: vier op de tien koopt voor meer dan 50 procent duurzaam in. Decentrale overheden zouden op jaarbasis 3 procent energie moeten besparen op straatverlichting, volgens de doelstelling van de Taskforce.
In de praktijk blijken gemeenten te blijven steken op jaarlijks gemiddeld 2 procent. Doorgaan op die weg leidt tot een vermindering van 50 kiloton CO2-uitstoot in 2013 op een jaarlijks totaal van 420 kiloton CO2 .
Belangrijkste knelpunt bij duurzaam inkopen van openbare verlichting zijn de kosten. Zowel provincies als gemeenten geven aan dat duurzaam inkopen openbare verlichting duurder maakt. Volgens Taskforcevoorzitter Rob Metz is dat een misvatting.
‘Op termijn verdien je de eenmalige investering ruimschoots terug. In 8 à 10 jaar heb je ‘m eruit. En daarna heb je 30 jaar lang een beter rendement’. In die zin roept hij gemeenteraden op niet al te kortcyclisch te denken, ondanks het feit dat er door de economische crisis fors moet worden bezuinigd. ‘Duurzaam levert juist een bezuiniging op, want de exploitatiekosten gaan op de lange termijn omlaag’, aldus Metz, die tevens wethouder is in Apeldoorn.
Tempo
Zijn eigen gemeente zet om die reden extra vaart achter de grootscheepse vervanging van openbare verlichting. Komend jaar worden in een wijk 5000 van de 30.000 straatlampen door led’s vervangen. Apeldoorn houdt er een dusdanig tempo op na dat de gemeente over 4 à 5 jaar volledig op duurzame verlichting over is. Er zijn volgens Metz gemeenten die net zo hard aan de weg timmeren, maar over het totaal van alle gemeenten moeten nog de nodige slagen worden gemaakt.
Om meer in de lijn van de doelstelling te komen, wordt de komende maanden in iedere regio extra missiewerk verricht. Bestuurders uit zogeheten kopgroepgemeenten zullen hun collega’s in gemeenten die nog niet zover zijn een helpende hand toesteken. Daarbij wordt met name de samenwerking gezocht met de provincies.
‘Die beschikken doorgaans over meer vakinhoudelijke kennis en kunnen een rol spelen om kleine en middelgrote gemeenten op dit specialisme met elkaar in contact te brengen. Gelderland is wat dat betreft erg actief’, zegt hij.
Marktklaar
Wachten op nog betere en goedkopere duurzame verlichting is volgens Metz weinig zinvol. ‘Grote sprongen op het gebied van de led-verlichting worden volgens de markt naar verwachting pas over 6 à 8 jaar gezet. Er zijn telkens wel kleine tussenstapjes, maar die maken het verschil niet. De huidige producten zijn marktklaar,’ aldus Metz. Ter illustratie geeft hij een voorbeeld.
‘Laatst werd ik door een bewoner aangesproken wanneer de verlichting in zijn straat aan de beurt was te worden vervangen. Kon ik hem vertellen dat het al een half jaar geleden was gebeurd. Dat zo iemand het verschil in kwaliteit niet merkt, terwijl het zoveel minder energie kost, dat maakt mij blij.’
Lichtpuntjes
De gemeenten Groningen en Heerenveen en de provincie Gelderland zijn het beste bezig op het gebied van energiebesparing in de openbare verlichting en het terugdringen van lichthinder. Daarvoor ontvingen zij de zogeheten OVL-awards van de Taskforce Openbare Verlichting. Volgens de jury laten Groningen, Heerenveen en Gelderland goed zien wat er mogelijk is als het gaat om energiebesparing in de sfeer van de openbare verlichting.
De gemeente Groningen won in de categorie grote gemeenten. Door verlichting te dimmen heeft de gemeente inmiddels bijna 20 procent energie bespaard ten opzichte van 2007. Bovendien heeft de gemeente een nieuwe dimmer laten ontwikkelen om nog meer energie te kunnen besparen. De dimmer heeft vijf standen en kan op elk moment worden ingeschakeld. Hij is in productie genomen en wordt nu ook door andere gemeenten ingezet.
Heerenveen wint in de categorie gemeenten kleiner dan 80.000 inwoners. De gemeente heeft ook al bijna 20 procent energie bespaard door verlichting te dimmen. Heerenveen is initiatiefnemer van de Light Challenge, een wedstrijd waarin studenten worden uitgedaagd om innovatieve en energiezuinige verlichtingsoplossingen te ontwerpen.
Gelderland won in de categorie provincies omdat de provincie reeds 10 procent energie bespaart op de openbare verlichting langs de provinciale wegen en streeft naar 30 procent. Gelderland is verder zeer actief in de ondersteuning van de eigen gemeenten.
Bestuurders die ‘nu’ kiezen voor energiezuinige verlichting, doen er goed aan de inzameling ‘straks’ goed te borgen, bijvoorbeeld door in hun aanbestedingscriteria expliciet ook het vervangingstraject mee te nemen. Juist op dit vlak is er namelijk nog ontzettend veel terrein te winnen. Ook draagt aandacht voor de verantwoorde verwijdering bij aan de uitvoering van het duurzaamheidsbeleid van gemeenten.