Failliete bouwer kost altijd geld
Een failliet bouwbedrijf betekent per definitie extra kosten. Een slim contract en snel handelen kan geld besparen.
Bouwbedrijven Midreth en Heddes zijn de meest in het oog springende slachtoffers, maar de misère is groot in de bouwwereld. Vorig jaar waren er 829 faillissementen. Een stijging van 20 procent ten opzichte van een jaar eerder. De bouwsector komt maar niet uit de crisis. Daarvan hebben gemeenten als opdrachtgever ook last. Voor gemeenten en andere (semi-) publieke opdrachtgevers brengt een failliet bouwbedrijf extra complicaties met zich mee. Het werk dat de failliete bouwer achterlaat kan niet zomaar worden gegund aan een ander bedrijf. Daarvoor is een nieuwe tijdrovende en dure aanbesteding nodig.
Bij ingewikkelde en prestigieuze projecten zoals het Stedelijk Museum kan er dan een fors hogere prijs uit de bus rollen (zie ook kader op deze pagina).Ook als een andere bouwer het failliete bedrijf overneemt kan de nieuwe partij vaak andere voorwaarden willen. Want niet alle projecten gaan mee in de doorstart.
‘Een faillissement kost je als opdrachtgever áltijd geld’, zegt Ron Voskuilen, directeur gemeentewerken Rotterdam en lid van netwerkorganisatie het Opdrachtgeversforum. ‘Er is vertraging en een faillissement betekent dat je meer mankracht aan een project kwijt bent. Met een nieuwe bouwer krijg je discussie over hoe het verder moet en wat al wel en wat niet is gebeurd.’
De financiële schade kan bij een faillissement snel verder oplopen: als de gemeente bijvoorbeeld met omliggende bedrijven nadeelcompensatie heeft afgesproken die langer moet worden doorbetaald. Of als de failliete bouwer is betaald voor werk dat niet is geleverd. En als onderaannemers spullen weghalen.
Doorstart
‘We stonden op het punt de eerste betaling te doen. Maar het deel waarvoor we zouden betalen was nog niet klaar, dus we hebben even gewacht.’ Wethouder Ronald Louwman van Hoorn deed zaken met bouwbedrijf Heddes dat in Hoorn voor 11 miljoen euro een multifunctionele accommodatie zou neerzetten. De oplevering was voorzien voor januari 2012. Dat wordt nu niet gehaald, ook niet als een andere bouwer het werk snel hervat. ‘Die planning was al optimistisch.’
Louwman kan niet inschatten wat de financiële consequenties voor Hoorn zullen zijn van het faillissement. Hij hoopt op een snelle doorstart, waarschijnlijk met Ballast Nedam. ‘Dat is voor ons het gunstigst. Dan hoef je in ieder geval niet opnieuw aan te besteden.’
Hoorn krijgt nog geld van Heddes. Het won een claim tegen het bedrijf wegens het instorten van de toneeltoren in de Hoornse schouwburg, gebouwd door Heddes. De hoogte van de toegekende claim is nog niet duidelijk, maar er is een bankgarantie van 5 miljoen euro voor gereserveerd. Louwman vindt dat de problemen met de schouwburg in 2001 geen reden waren om Heddes uit te sluiten als bouwer voor de multifunctionele accommodatie. ‘Heddes is een goed bouwbedrijf.’
In Assen ligt het werk aan de sporthal Stadsbroek stil sinds bouwer Midreth failliet is. Het voorlopig ontwerp was goedgekeurd en de bouw zou in april starten. Nu is het afwachten of VolkerWessels het project van 2 miljoen euro overneemt. Projectleider Johan Dreijer verwacht geen al te grote problemen. ‘De vertraging is vervelend, maar de oude hal staat er nog, dus die kunnen we gebruiken. En de nieuwe hal is een standaard onderwijsgymzaal, bouwtechnisch niet zo ingewikkeld.’
Financieel loopt Assen weinig risico. Er was nog geen betaling gedaan en er is een bankgarantie afgesloten waaruit eventuele meerkosten voor de afbouw kunnen worden betaald. Een bankgarantie voor een percentage van de bouwsom (meestal 10 procent) is een van de manieren waarop een opdrachtgever het financiële risico dat een bouwer het werk niet afmaakt contractueel kan afdekken. Dat kan ook met een waarborgsom, een afbouwgarantie of een eerste recht van hypotheek. ‘Een faillissement kun je niet vermijden, maar je kunt je wel zo goed mogelijk indekken tegen de risico’s’, aldus Jeroen Plomp, vastgoedjurist bij onderzoeks- en adviesbureau Ecorys, dat bij bouwprojecten adviseert. ‘Dat kan op veel manieren en zo vergaand als je wilt, maar elke zekerheid kost natuurlijk wel geld.’
Juist daarom is het belangrijk dat de risico’s van een faillissement zo veel mogelijk worden afgedekt. Dat begint bij de aanbesteding. In aanbestedingsland is veel verzet tegen ‘overdreven’ hoge eisen aan inschrijvers op aanbestedingen, maar vanuit risico- overwegingen zijn die scherpe voorwaarden zo gek nog niet. Zeker in een tijd waarin veel bouwbedrijven omvallen. Door hoge eisen te stellen aan omzet, referentieprojecten, solvabiliteit en kredietwaardigheid kunnen kwetsbare bedrijven van inschrijving worden uitgesloten.
Jurist Plomp vindt dat bij de aanbesteding al duidelijk moet zijn welke zekerheden er in het contract worden geëist bij een eventueel faillissement. ‘Zoals je bij trouwen moet regelen wat er gebeurt bij een scheiding, moet je bij een bouwcontract een draaiboek hebben voor een faillissement’, zegt Plomp. Behalve zaken als bankgaranties, moeten in het contract ook goede afspraken worden gemaakt over betaalmomenten.
Plomp: ‘De betaling moet meelopen met het bouwritme. Je moet als opdrachtgever nooit te veel vooruitbetalen. De truc is om te voorkomen dat je een vordering hebt bij een faillissement.’ Volgens Plomp moet ook geregeld worden dat de opdrachtgever het recht heeft om het contract direct te ontbinden in geval van faillissement.
Contracten met speciale project-BV’s en ingewikkelde financieringsconstructies brengen bij een faillissement extra risico met zich mee. Project- BV’s hebben niet de financiële draagkracht van het moederbedrijf: een financiële garantie van het concern kan dan de oplossing zijn. Complexe financiering kan ertoe leiden dat er op verkeerde momenten in het bouwproces geld wordt betaald of juist geld tekort is. En dan kan er bij een faillissement een ongewenste vordering zijn. ‘Hoe complexer het project en de financiering, hoe moeilijker de afhandeling van een faillissement.’
Niet lijdzaam afwachten
Bij een dreigend faillissement moet de opdrachtgever niet lijdzaam afwachten, vindt Plomp. ‘Maar de mogelijkheden voor actie zijn beperkt. Je kunt beslag laten leggen op de bouwlocatie. Daarbij is het van belang van wie de grond is. De eigenaar van de grond is eigenaar van wat erop staat. Maar als je als opdrachtgever in actie komt, kom je al snel in het vaarwater van de curator.’ Directeur Voskuilen van gemeentewerken Rotterdam is ook voorstander van snelle actie. ‘Je ziet een faillissement niet altijd aankomen, maar als je problemen vermoedt, zijn er wel wat instrumenten beschikbaar. Je kunt je eigendommen tijdig van het bouwterrein halen en indien nodig de bouwer in gebreke stellen. Probeer zoveel mogelijk te regelen voordat het faillissement daar is, zodat je snel doorkunt. Je moet er eigenlijk zijn vóór de curator, anders kun je achter aansluiten in de rij.’
Rotterdam stuurt bij een faillissement direct iemand naar de bouwplaats om nauwkeurig op te nemen hoever het werk is gevorderd. Voskuilen: ‘Wat staat er wel en wat staat er niet? Zo plat is het. Je krijgt met de volgende bouwer toch wel discussie, maar je kunt voorkomen dat die gaat over de staat van oplevering.’
Als het faillissement eenmaal een feit is, is de opdrachtgever in eerste instantie afhankelijk van de acties van de curator. De curator probeert de boedel zo positief mogelijk af te sluiten en zal proberen werk dat bijna af is ook af te laten maken door het failliete bedrijf. Als het werk klaar is moet de opdrachtgever betalen en komt er dus geld binnen om het faillissement netjes af te handelen.
De curator gaat op zoek naar een partij die de failliete boedel wil overnemen. Maar een doorstart, zoals bij Midreth en Heddes, wil niet zeggen dat alle projecten van het failliete bouwbedrijf op dezelfde voorwaarden worden afgemaakt. Een bouwbedrijf dat een failliete boedel overneemt, zal elk project zorgvuldig onder de loep nemen. Zeker bij risicovolle projecten zal de bouwer heel voorzichtig zijn. ‘In principe is dan alles onderhandelbaar’, zegt Marie-José Cools, een van de curatoren van Midreth. ‘Als de curator een alternatief vindt in de vorm van een opvolgend aannemer met een goede naam, kan de opdrachtgever weigeren daarmee in zee te gaan, maar hij loopt dan wel het risico dat hij praktische problemen gaat tegenkomen. Hij beschikt bijvoorbeeld niet over de projectadministratie en er is geen werkoverdracht.’
Meerkosten voor de opdrachtgever als gevolg van de doorstart zijn soms verhaalbaar op de bankgarantie bij het failliete bedrijf. Maar een opdrachtgever kan nooit financieel profiteren van een faillissement door de volledige bankgarantie op te eisen. Cools: ‘Je kunt niet meer claimen dan er schade is.’
Bij de huidige malaise in de bouwmarkt is het wel mogelijk dat een opdrachtgever goedkoper uit is bij een nieuwe aanbesteding. Bouwbedrijven staan te springen om werk. Maar dat voordeel zal zelden opwegen tegen de kosten van de nieuwe aanbesteding en de vertraging. Bovendien brengt een lage inschrijving nieuwe risico’s met zich mee. Een bedrijf dat werk zo hard nodig heeft dat het onder de marktprijs werkt, is kwetsbaar voor een faillissement. ‘In deze tijd moet je bij zeer lage inschrijvingen extra kritisch zijn’, zegt Ron Voskuilen
Reeks faillissementen
Behalve Midreth en Heddes gingen recent ook Scholten Bouw, Koppen, Henselmans, GPB Bouw, Variant Bouw, Braam Infra, Arcus Bouw en Roecx wegenbouw over de kop. In 2009 gingen de grote bouwers Hillen & Roosen en Van Hoogevest failliet. Een aantal bedrijven maakte een doorstart.
Stedelijk 4,5 miljoen duurder
De renovatie van het Stedelijk Museum in Amsterdam valt door het faillissement van bouwer Midreth minimaal 4,5 miljoen euro duurder uit als bouwbedrijf Volker- Wessels het afbouwt. Dat maakte Amsterdam deze week bekend. VolkerWessels rekent extra geld omdat het alle risico’s overneemt. Ook zijn er ‘opstartkosten’. Een alternatief is dat het project opnieuw wordt aanbesteed of dat Amsterdam het museum zelf afmaakt. Het Amsterdamse college van B en W heeft een voorkeur voor VolkerWessels als afbouwer van het Stedelijk Museum. De gemeenteraad moet nog een besluit nemen.
Het zal je maar gebeuren. Het bedrijf waar je werkt gaat failliet.
Vervolgens ontstaan de vragen:
• Wie betaalt de loonachterstand
• Hoe staat het met mijn tegoeden uit overwerk,vakantiedagen enz
• Welke rechten en plichten heb je als werknemer
• Zit er een doorstart in
• Heb ik recht op WW
• Moet ik naar het UWV
• Wat is de rol van de curator en de rechtercommissaris
• Wat is de rol van de vakbond
Door de huidige economische crisis gaan er meer bedrijven failliet ‘toch‘ stinkt’ het in ongeveer 4 op de 10 faillissementen.
Wat kun je doen als werknemer
Hoe herken je signalen die duiden op een naderend faillissement
Wij nodigen u uit op18-03-2013 in Zalencentrum “De Nieuwe Kolk” adres; Weiersstraat 1 9401 ET Assen
Het programma van de avond ;19.30 uur – ontvangst in de zaal
19.45 uur – 20.30 uur – eerste deel
20.30 uur- 20.45 – pauze
20.45 – 21.30 uur – tweede deel
21.30 tot max 22.00 uur – uitloop voor vragen