Provincies willen meer tijd en geld voor omgevingsdiensten
De omgevingsdiensten binnen anderhalf jaar op sterkte hebben is volgens de provincies onrealistisch, mede vanwege de krappe arbeidsmarkt.
Er is volgens de provincies structureel onvoldoende geld om het stelsel van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) uiterlijk in 2026 ‘robuust’ te hebben. Aan die eis van het kabinet kunnen de omgevingsdiensten niet voldoen.
Fusiespook
Dat melden de verzamelde provincies – die samen met de gemeenten verantwoordelijk zijn voor het VTH-stelsel – aan de Tweede Kamer. De commissie Infrastructuur en Waterstaat debatteert op 12 november over het stelsel. Versterking van het stelsel is hard nodig, zo oordeelde de commissie Van Aartsen een paar jaar geleden. Het toezicht om de naleving van de milieuregels bleek veel te wensen over te laten. Verantwoordelijk staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) volgt die aanbevelingen en heeft als eis gesteld dat de 28 omgevingsdiensten uiterlijk op 1 april 2026 kunnen aantonen robuuste organisaties te zijn. Lukt ze dat niet, dan staat ze een opgelegde fusie te wachten.
Achterstand
De provincies stellen dat er structureel onvoldoende geld is om het VTH-stelsel te versterken. Zo kunnen sommige omgevingsdiensten daardoor niet investeren in de noodzakelijke digitalisering van hun werkzaamheden. ‘Dat belemmert de dagelijkse werkzaamheden en zet hen gelijk op achterstand in vergelijking met collega’s elders in het land. Het bemoeilijkt het proces om te zorgen dat alle omgevingsdiensten op 1 april 2026 voldoen aan de gestelde robuustheidscriteria’, aldus het Interprovinciaal Overleg (IPO) in een brief aan de Tweede Kamer.
Rijksbijdrage
Provincies en gemeenten dragen volgens het IPO nu 640 miljoen euro per jaar bij aan de omgevingsdiensten. Vanuit het rijk komt er momenteel een aanvulling van 19,4 miljoen euro in 2025, maar die neemt af tot 17,4 miljoen in 2029. Die rijksbijdrage is bedoeld voor de versterking van het VTH-stelsel. ‘Maar hiermee redden we het niet’, aldus het IPO. ‘Willen we de in gang gezette verbeteringen doorzetten én tegelijk de gewenste uniforme kennis- en informatievoorziening opzetten en beheren, dan vraagt dit een eenmalige investering en jaarlijks 30 miljoen (minimumscenario) tot 60 miljoen (robuust stelsel) euro extra van het rijk.’
Onmogelijke opgave
Bovendien maken de provincies zich zorgen over de beperkte tijd die provincies en partners in de gemeenschappelijke regelingen krijgen om samen met de omgevingsdiensten aan de landelijke robuustheidseisen te voldoen. In dat tijdpad moet meer realisme komen om dat te bereiken. ‘Het financiële perspectief van gemeenten, gecombineerd met de krappe arbeidsmarkt zorgt ervoor dat gemeenten en provincie samen met de omgevingsdiensten voor een haast onmogelijke opgave staan om dit alles begin 2026 te hebben gerealiseerd’, aldus het IPO. ‘Daarbij bevinden omgevingsdiensten zich in een krappe arbeidsmarkt. Het werven en opleiden van kwalitatief goed personeel kost tijd.’
Onzekerheid
De provincies wijzen er bovendien op dat de aangekondigde fusiemaatregel voor omgevingsdiensten in 2026 leidt tot een ongewenst effect van deelnemers aan de Gemeenschappelijk Regeling van de omgevingsdiensten: uit onzekerheid besluiten ze om niet op kort termijn te investeren in de omgevingsdiensten.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.