Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

‘Er is iets gebeurd, maar te weinig’

De verbeteringen in ons VTH-stelsel gaan veel te langzaam, aldus Jozias van Aartsen en Winnie Sorgdrager in een review.

29 maart 2024
hoogovens-uitstoot.jpg

Omgevingsdiensten moeten bij de bescherming van onze leefomgeving doortastender opereren. Lukt dat? Jozias van Aartsen en Winnie Sorgdrager beoordeelden het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel. ‘We zijn te voorzichtig geweest.’

Secretaris-directeur

Regio Achterhoek via Geerts & Partners
Secretaris-directeur

Griffier

Gemeente Dronten via Geerts & Partners
Griffier

Te versnipperd

Drie jaar geleden velde de adviescommissie VTH in haar rapport ’Om de leefomgeving’ een niet mis te verstaan oordeel over ons stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Het was te versnipperd van opzet. Daarbij lagen omgevingsdiensten aan de leiband van gemeenten en provincies, waardoor ze in hun toezicht en handhaving vaak niet konden doorbijten. Dat zou de lokale bedrijvigheid maar schaden.

Robuuster

De adviescommissie VTH onder voorzitterschap van Jozias van Aartsen kwam in 2021 met tien noodzakelijke maatregelen die in samenhang dienden te worden opgepakt om onze leefomgeving beter te beschermen. Centraal punt daarin was dat omgevingsdiensten ‘robuuster’ moesten worden en onafhankelijker dienden te opereren van hun opdrachtgever en financier, de gemeente.

IBP

Die conclusie werd in Den Haag breed omarmd. Op 1 juli 2022 ging het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel (IBP VTH) van start dat twee jaar de tijd kreeg om de aanbevelingen door te vertalen naar het werkveld. Lukt het deze keer wel? In een review van het programma buigen commissievoorzitter Van Aartsen en prominent commissielid Winnie Sorgdrager zich over de voortgang ervan.

BB Wat zijn jullie belangrijkste bevindingen?  

Van Aartsen: ‘Er is wel iets gebeurd, de afgelopen twee jaar. Ik heb een tweetal bijeenkomsten bij omgevingsdiensten bijgewoond. Daar zie je dat ons rapport wat heeft losgemaakt en dat er een groot enthousiasme heerst om met de bevindingen aan de slag te gaan. Diezelfde ontwikkeling zie ik bij de vereniging van de directeuren van omgevingsdiensten, ODNL. Dat is echt een landelijk kenniscentrum, een instituut aan het worden.’
Sorgdrager: ‘Wat ik ook goed vind, is dat de omgevingsdiensten zelf een visitatiesysteem hebben opgezet. Dat is voor hen best moeilijk, omdat het kwetsbaarheden en tekortkomingen blootlegt. Maar ze doen het toch maar en publiceren die rapporten op hun eigen website. Dat vind ik een heel positieve ontwikkeling.’

Onze hoofdtoon in de review is kritisch en zorgelijk

BB Toch voel ik een ‘maar’ aankomen.

Sorgdrager: ‘Onze hoofdtoon in de review is kritisch en zorgelijk.’
Van Aartsen: ‘Buiten de positieve ontwikkelingen bij omgevingsdiensten is er verder de afgelopen twee jaar niet veel gebeurd. Als je criteria formuleert voor een robuuste omgevingsdienst, zoals wij hebben gedaan, dan moet je er ook conclusies aan durven verbinden als die niet worden gehaald.  Anders dreigt het gevaar dat iedereen continu roept: we zijn in beweging, maar dat er intussen vrijwel niks verandert en de versnippering en vrijblijvendheid blijft. ’
Sorgdrager: ‘Het grootste probleem is dat voor elke beslissing heel veel instanties nodig zijn, die het allemaal met elkaar eens moeten worden. Daarbij is ook de financiering nog eens een lastig punt. Vroeger was output-financiering bij omgevingsdiensten de norm. Als je zo veel controles deed, kreeg je zo veel geld. Dat betekende in de praktijk vaak lijstjes afvinken, meer niet. Wij vinden dat je een lokale handhavingsstrategie moet hebben, waarbij je per gebied de boosdoeners qua vervuiling in kaart brengt. Daar ga je vervolgens meer aandacht aan besteden. Dat kan betekenen dat gemeenten waar veel van die vervuilers zijn financieel meer moeten bijdragen dan andere en ook dat er gemeenten zullen zijn die handhaving elders mee moeten financieren. Een kwestie van solidariteit. Ik snap dat dat lastig is, gezien alle andere taken die gemeenten ook hebben. Dan moet je milieu en gezondheid afwegen tegen de Wmo, jeugdzorg of cultuur. En dan wordt de vraag: hoe belangrijk vinden wij onze leefomgeving? Ik snap ook dat je daar als gemeente niet alles voor opzij kunt schuiven, maar nu blijkt het vaak een ondergeschoven kindje.’

BB Hoe zouden de omgevingsdiensten zelf robuuster kunnen worden?

Sorgdrager: ‘Ze zijn nu voor hun functioneren in belangrijke mate afhankelijk van het bevoegd gezag. Dat uit zich zowel in hun financiering als in hun zeggenschap. Er is in het kader van het IBP een model mandaat ontworpen voor de directeur van een omgevingsdienst om diens positie te verstevigen ten opzichte van de gemeente. Maar  invoeren van dat mandaat  is nog steeds op basis van vrijwilligheid. Het wordt vast een keer verplicht, maar het duurt allemaal lang.’

Je zou kunnen overwegen om de omgevingsdiensten weg te halen bij gemeenten

BB Jullie wilden mede daarom de invloed van het lokale gezag op de omgevingsdiensten beperken en verlangden een sturender rol van het rijk. Hoe zien jullie dat voor je?

Sorgdrager: ‘Je zou kunnen overwegen om de omgevingsdiensten weg te halen bij gemeenten. Je kunt er een aparte zbo van maken, onder centrale aansturing, die werkt met regionale handhavingsstrategieën. Maar dat betekent een hele omwenteling. In ons rapport hebben we zo ver niet willen gaan, maar als er niets van de grond komt, is dat wel een optie.’
Van Aartsen: ‘In de review suggereren we een constructie zoals bij het veiligheidsberaad, waar de bewindslieden direct contact hebben met de voorzitters van de veiligheidsregio’s. Iets dergelijks zou je kunnen optuigen met de directeuren van de 28 omgevingsdiensten, al zien we er liever een paar minder.’
Sorgdrager: ‘Want ook dat fusieproces van omgevingsdiensten, dat ook bijdraagt aan hun robuustheid, moet nog van de grond komen. Het duurt lang. Er is zelfs nog een omgevingsdienst in Noord-Limburg die al jaren als netwerk van kleine gemeenten opereert en daarmee niet aan de wet voldoet. Zelf zijn ze er echter tevreden over.’

BB Wie zou in dit geval met de vuist op tafel moeten slaan om verandering af te dwingen?

Van Aartsen: ’Mijn persoonlijke mening is dat de staatssecretaris dat moet doen. Zij heeft dat hele interbestuurlijk programma in gang gezet, met daarin ook de robuustheidscriteria voor omgevingsdiensten. Als zij het niet doet, wie dan wel?’
Sorgdrager: ‘Ik hoop dat er in het nieuwe kabinet een minister van Milieu komt, met bijbehorend instrumentarium. Wettelijke regelingen dus. Want je kunt wel een grote borst opzetten, je moet ook de juridische instrumenten hebben om dingen tot stand te brengen. Dat past niet in het stelsel dat wij nu hebben, waar het lokaal bestuur over de lokale handhaving gaat. Wat mij betreft staat  het Huis van Thorbecke na twee eeuwen op de helling, met de bedoeling het aan te passen aan de tijd.’
Van Aartsen: ‘Dat is ingewikkeld, bleek ook in dit traject. Want dan ga je praten over nieuwe verhoudingen tussen de rijksoverheid en gemeentelijke overheden en dat willen we in dit land al jaren niet. Maar de noodzaak is er om een keer fundamenteel over na te denken, wat mij betreft een taak voor het ministerie van Binnenlandse Zaken.’

 

BB Hadden jullie daar in het rapport uit 2021 dan niet alvast wat stelliger in moeten zijn?

Sorgdrager: ‘Dat had gekund. Maar wij verwachtten dat er in Den Haag weinig draagvlak voor zou zijn, met een gerede kans dat ook onze andere aanbevelingen in een bureaula zouden verdwijnen. Vandaar dat we zeiden: laten we dat maar niet doen.’
Van Aartsen: ‘Als ik heel eerlijk ben, denk ik dat we te voorzichtig zijn geweest.’

Lees het hele interview met Sorgdrager en Van Aartsen deze week in BB06 (inlog). 

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hans Bakker
Kijk goed naar de Nederlandse politieke cultuur. De politiek faciliteert private belangen. Er moet een cultuur komen waarin het algemeen belang voorop staat. Kijk naar Denemarken, daar vindt meer rationele besluitvorming plaats in het algemeen belang. Onderken eerst hoe de Nederlandse cultuur en probeer dan te veranderen.
Hielco Wiersma
De politiek is teveel verweven met en heeft teveel belang bij besluitvorming van de Omgevingsdiensten. Noodzakelijke maatregelen worden daardoor langer dan normaal op achterstand gezet en/of blijven te lang achterwege.
R. D.
Ik deel ook de hoop dat er een ministerie van Milieu komt, of op zijn minst een wederopstanding van VROM waar Milieu een (groot) onderdeel van wordt, maar gezien de huidige samenstelling aan de formatietafel lijkt dat verder weg dan ooit. Die vier partijen hebben nog minder met milieu dan de rest van de tweede kamer, en des te meer met bedrijfsbelangen.
Advertentie