Eensgezindheid partijen woningbouw richting rijk
Onder andere VNG, IPO, Aedes en G40 ondertekenden een Uitvoeringsagenda Wonen.
Met het donderdagmiddag gezamenlijk ondertekenen van een Uitvoeringsagenda Wonen hebben talloze belangengroepen en marktpartijen in de woningbouw een eensgezinde positie ingenomen ten opzichte van de rijksoverheid. Het gaat om de koepelorganisaties Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), om woningcorporatievereniging Aedes en stedennetwerk G40, maar ook om belangenclubs als NEPROM, NVM, de Woonbond, Bouwend Nederland en Vereniging Eigen Huis.
Ze onderschrijven de rijksambitie om elk jaar 100.000 woningen bij te bouwen, maar onderstrepen dat al geëiste randvoorwaarden nog niet op orde zijn.
Een verre horizon
Cruciaal is financiering met een verre horizon. In hun uitvoeringsagenda schrijven de partijen dat de woningbouwproductie inzakte met de invoering van de verhuurdersheffing en het stopzetten van tal van bouwsubsidies. De verhuurdersheffing is weer weg en er zijn nieuwe subsidies, zoals de Woningbouwimpuls en de Startbouwimpuls, en er kan geput worden uit het Mobiliteitsfonds. Maar dit zijn incidentele geldinjecties. Het perspectief moet langjarig zijn, staat in de agenda. ‘De structurele middelen voor het wonen en bouwen, waar we in de Actieagenda Wonen (in 2021, red) om vroegen, zijn uitgebleven. Illustratief voor de noodzaak van financiële ondersteuning vanuit het rijk is ook de forse overvraging van het budget voor de Startbouwimpuls.’
Financiële ademruimte
Wat willen de ondertekenaars in concreto? Een tweede tranche van de Startbouwimpuls met een ‘aanzienlijk budget (minimaal 300 miljoen euro)’. Maar er is veel meer geld nodig. Uit een studie van onderzoeksbureau Rebel bleek dat tot 2030 nog 14 miljard aan onrendabele toppen ongedekt is. Daarnaast is de eis voor 50 procent gemeentelijke co-financiering ‘onmogelijk vol te houden gezien de gemeentelijke begrotingen’. Om ademruimte te scheppen zou de vennootschapsbelasting voor gemeentelijke grondexploitaties geschrapt moeten worden, evenals voor woningcorporaties. Ook zou onder andere de overdrachtsbelasting voor beleggers en ontwikkelaars flink omlaag moeten.
Stikstof, drinkwater, netcongestie
Andere randvoorwaarden die in meer of mindere mate bij het rijk liggen: het stikstofdossier, de netcongestie, de drinkwatervoorziening en het in 2027 behalen van de doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water. De stikstofoverbelasting van beschermde natuurgebieden blijkt een minder groot probleem voor de woningbouw dan eerder gevreesd, maar hindert bouwprojecten alsnog omdat de aanleg van infrastructuur wel degelijk belemmerd wordt.
Netcongestie is een nieuwer maar acuut probleem: ‘In grote delen van het land zijn er nu zelfs stops op de toevoegingen van grote aantallen woningen of dreigen grote delen van de geplande woningbouw geen aansluiting te krijgen.’
En de gevolgen van het feit dat Nederland straks waarschijnlijk niet voldoet aan de Kaderrichtlijn Water, ten aanzien van de kwaliteit van grote Nederlandse waterlichamen, moeten niet onderschat worden. Bouwend Nederland kreeg eind 2022 een onderzoeksrapport binnen, dat stelde dat ‘een groot aantal bouw- en infraprojecten een verhoogd risico lopen om niet vergund te worden’.
Apart woningbouwministerie
Voor de toekomst zouden de ondertekenaars graag een apart woningbouwministerie zien. Ook behulpzaam zou één centrale vergunning zijn voor fabrieksmatige woningen. Vanaf 2026 kunnen er op die manier 100.000 woningen per jaar van de band rollen, wat scheelt in bouwtijd en de hoeveelheid noodzakelijk personeel.
Andere wensen: een snel begin van het lang aangekondigde Nationaal Koopstartfonds, dat starters ondersteunt; minder beroepsmogelijkheden voor mensen die bezwaar maken tegen bouwprojecten; meer geld naar de Raad van State om beroepszaken af te doen; en snellere procedures.
Dit laatste is belangrijk omdat een woningbouwproject gemiddeld tien jaar in beslag neemt, met vooral veel vertraging in de planvorming.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Ook gemeenten doen vrolijk mee. Een gemeente als de gemeente Moerdijk faciliteert particuliere belangen, maar NIET het algemeen belang. De belastingbetaler is degene die voor de kosten van dit feestje op zal draaien. Mensen uit Bulgarije, Polen etc. verlaten huis en haard voor een betere toekomst in Nederland en NIET om hier werkgevers te plezieren. Na verloop van tijd druppelen deze mensen door in de Nederlandse samenleving. Met hun gezin, op zoek naar huisvesting en een betere baan. Of raken werkloos, maar hebben inmiddels na vijf jaar wel een verblijfstitel voor onbepaalde tijd. Als we dit niet ombuigen, dan wordt dit een zware financiële dreun voor Nederland. Private lusten, publieke lasten. Daarnaast moeten landen als Bulgarije zich zelf economisch ontwikkelen. Doen ze dat niet, dan worden deze kansen voorwerp voor Russische propaganda met alle gevolgen van dien.