Duurzame dijk gaat langer mee
Het loont voor overheden om hergebruik op te nemen in de aanbestedingscriteria. Waterschap Rivierenland werkt met regionale aannemers aan een duurzame klimaatdijk. Rijkswaterstaat bespaart jaarlijks miljoenen op nieuw kantoormeubilair.
In de Alblasserwaard verdiept waterschap Rivierenland de komende jaren een zestien kilometer lange watergang van Kinderdijk tot Groot-Ammers. ‘Het water stroomt beter door en de waterstand stijgt minder bij extreem weer. We verkleinen hiermee de kans op een kadedoorbraak en op wateroverlast in het oosten van de Alblasserwaard’, zegt Peter Willems, programmamanager duurzaamheid, innovatie en klimaat bij het waterschap.
‘De daarbij opgegraven veengrond gaan we hergebruiken. Het veen wordt niet, zoals gebruikelijk, op het weiland van een boer gebracht. Daardoor vindt geen oxidatie van het veen plaats, dus ook geen uitstoot van het broeikasgas methaan’, aldus Willems.
Met dit veen legt het waterschap nu een rietmoeras aan in Natura2000-gebied de Hoge Boezem van de Overwaard. Zo verkleint het waterschap niet alleen de kans op wateroverlast, maar verbeteren tegelijk de natuurwaarden en de waterkwaliteit. En dat is nog niet alles. ‘Het scheelt grond- en transportkosten, en vermindert dus tegelijk de geluidsoverlast en verkeershinder voor omwonenden. Met de ingreep schieten zowel mens, plant als dier er dus behoorlijk wat mee op. ‘
Het is zomaar een voorbeeld van de tientallen duurzame innovaties die waterschappen, gemeenten en provincies de laatste tijd uitvoeren. Ze kijken niet langer alleen naar de klus ‘kade moet veilig’, maar onderzoeken hoe andere belangen kunnen meeliften met het project. Een stukje stroomopwaarts langs de Lek wordt in Streefkerk een klimaatdijk aangelegd. ‘Het dorp is op deze manier beter bestand tegen de verwachte verhoogde afvoer van water’, zegt Willems. ‘We verbreden de dijk in de richting van de rivier. Hij wordt enorm breed en hoog, alsof je op een langgerekte terp bent. Er kan zelfs woningbouw op plaatsvinden.’
Goedkoper is het uiteindelijk ook, betoogt de programmamanager. ‘We zijn nu voor de komende honderd jaar klaar in plaats van dat we elke twintig jaar een verstevigingsproject moeten uitvoeren. We werken bovendien zoveel mogelijk met regionale aannemers, zodat de mensen zien dat we bijdragen aan werkgelegenheid in de streek. Dergelijke social return is voor Rivierenland heel belangrijk.’
Bagger
Rivierenland grossiert in projecten waarin zo groen en duurzaam mogelijk wordt aanbesteed. Bagger uit de Linge werd herbestemd, aannemers werden gestimuleerd om een innovatieve stuw te bouwen bij Ommeren die geen energie kost, maar energie opwekt.
In Rivierenland kan bij hoogwater verzwakking van dijken plaatsvinden door het wegspoelen van zand onder in de dijk. Door nu een nieuwe vondst, zogenaamd geotextiel, toe te passen, wordt water doorgelaten en zand tegengehouden en blijft de dijk op sterkte. ‘Daardoor hoeven geen brede bermen achter de dijk te worden aangelegd en wordt de dijkverbetering op termijn een stuk goedkoper, alleen al omdat minder gronden en huizen hoeven te worden aangekocht’, aldus Willems.
Ondanks deze concrete projecten blijft het heel belangrijk om voortdurend aandacht te blijven vragen voor andere belangen als milieu, natuur, verkeer of woningbouw, constateert Willems. ‘We hebben op 10 oktober meegedaan aan de landelijke Dag van de Duurzaamheid, met een duurzaamheidsfestival voor eigen medewerkers. Hierbij werden demonstraties gegeven van concrete duurzame innovaties zoals bijvoorbeeld de Energie- en Grondstoffenfabriek waarin we energie en grondstoffen uit afvalwater halen.’
Dat bewustzijn bij medewerkers is cruciaal. De veranderende zienswijze heeft namelijk consequenties voor het aanbesteden en de contractlegging van het werk. In de aanbestedingswijze volgens emvi (economisch meest voordelige inschrijving) kunnen overheden aan aannemers en subcontracters bonuspunten geven als zij in publieke werken meer rekening houden met natuur of milieu. De aanbesteder kan tal van gunnings- en subgunningscriteria aan de dag leggen, naast louter de prijs-kwaliteitverhouding. Milieukenmerken, duurzaamheid en transport spelen vandaag de dag al steeds meer een rol, maar ook sociale factoren en geluidsoverlast voor de omgeving. De aanbestedende overheid weegt dan deze factoren ten opzichte van de prijs.
Recycled beton
Nijmegen gebruikte als eerste gemeente in Nederland vorig duurzaam beton voor de aanleg van een 300 plaatsen tellend park&ride-terrein bij de Waalsprong. Er is sprake van multifunctioneel ruimtegebruik: het transferium fungeert als overstapplaats voor de bus van en naar het centrum, maar de parkeerplaats wordt ook gebruikt door bezoekers van een nabijgelegen bioscoop en vermoedelijk ook voor evenementen.
Veel van het versleten bestratingsmateriaal binnen de grenzen van de gemeente kan worden hergebruikt in nieuw beton, aldus Nijmegen. De productie van dat nieuwe beton kost tamelijk veel energie. Als de recycling op de P&R-plek bevalt, wil de gemeente op veel meer straten, stoepen en parkeerplaatsen in de openbare ruimte recycled beton gaan toepassen.
Op die manier denkt de gemeente een hoeveelheid energie te besparen die gelijk staat aan honderden huishoudens. In Nijmegen is voor de duurzame aanbesteding van de P&R-plek de beoordelingsrichtlijn ‘Bouwprojecten met duurzaam beton’ toegepast. ‘De richtlijn geeft de opdrachtgever het gereedschap om uniform en eenduidig duurzaam aan te besteden met een combinatie van circulair en CO2- arm beton. Om de duurzame kwaliteit van het project te borgen is een controleprotocol opgezet waarin staat hoe, waar en wanneer gecontroleerd wordt’, aldus het Netwerk Betonketen.
Waar in Nijmegen versleten betonnen stoeptegels voortleven in nieuwe klinkers, zo leeft bij Rijkswaterstaat het besef dat niet elk bureau nieuw hoeft te zijn. ‘Bij het facilitair management ontstaat steeds meer bewustzijn dat door reparatie of een nieuw stofje over de bureaustoel een verlenging van de levensduur ontstaat. Die levert niet alleen een flinke CO2-besparing op, maar brengt ook financiële voordelen met zich mee’, zegt Sabien van der Leij, categoriemanager bij het Inkoop Uitvoeringscentrum Bedrijfsvoering, dat een groot deel van de inkoop voor de rijksoverheid doet.
Zeer kansrijk
‘Kantoormeubilair is zeer kansrijk als het gaat om opnieuw gebruiken van spullen’, zegt Van der Leij, die zich het vuur uit de sloffen loopt om het circulaire denken te promoten bij de inkopers en facilitair managers. Het helpt dat een opnieuw beklede, oude bureaustoel of een tot loungebank omgebouwde archiefkast Rijkswaterstaat jaarlijks een besparing oplevert van twee tot drie miljoen euro.
Uit een onderzoek van bureau Turntoo blijkt dat toepassing van deze werkwijze bij de gehele rijksoverheid acht tot elf miljoen euro bespaart, elk jaar weer. En materiaal genoeg. De flexibilisering van werkplekken, de inkrimping van de rijksoverheid en de digitalisering van de informatievoorziening maakt dat veel kantoor- en kastruimte overschiet.
Belangrijk is dat ook leveranciers als Ahrend, Gispen en Drentea meewerken om de duurzaamheidsdoelen te halen. ‘We kunnen pas echt circulair aan de gang als de hele keten samenwerkt’, aldus Sabien van der Leij. ‘Leveranciers gaan al steeds meer over op nieuwe technieken om bestaand meubilair als grondstof te nemen voor nieuw producten’, zegt Van der Leij. Ze liep ooit rond in een showroom van kantoormeubilair bij Nearly New Office Facilities (NNOF) in België. ‘Alles was van oud meubilair gemaakt, maar ik zag geen verschil met fonkelnieuw materiaal.’
www.waterschaprivierenland.nl/kinderdijk