Provincies: harde maatregelen tegen netcongestie
Volgende week volgt een nieuw commissiedebat over de krapte op het stroomnet.
Iedereen staat op scherp, sinds een kleine twee jaar geleden de beide provincies Limburg en Noord-Brabant plotseling met netcongestie kampten. Onder de vlag van het Landelijk Actieplan Netcongestie zitten sindsdien alle betrokkenen met grote ernst bij elkaar aan tafel: de netbeheerders, het rijk, de provincies, gemeenten en de Autoriteit Consument en Markt. Bovendien kondigde klimaatminister Jetten in een Kamerbrief van afgelopen oktober ‘onorthodoxe maatregelen’ aan.
Maar het duurt nog tot na 2030 voordat Nederland dat woord ‘netcongestie’ niet meer zal horen. Dat bleek woensdag bij een hoorzitting in de Tweede Kamer, aangevraagd door VVD-Kamerlid Silvio Erkens, met bestuursleden van de landelijk netbeheerder Tennet, en de regionale netbeheerders Stedin, Enexis en Liander. De hoorzitting vond plaats ter voorbereiding op het commissiedebat over netcongestie van 24 januari. In de position paper die koepelorganisatie Netbeheer Nederland voorafgaand inleverde, stellen de netbeheerders dat er naar schattting in het jaar 2030 nog een ‘maakbaarheidsgat’ van 25 procent zit tussen het totaal aan aansluitingsverzoeken en wat zij kunnen realiseren.
Hoe kwam het zover?
Hoe heeft het zover kunnen komen in een land dat zich al acht jaar achter het Parijs-akkoord schaart en zich dus verbonden heeft aan een landsbrede energietransitie? Volgens Maarten Abbenhuis van Tennet ligt één reden in de trage verwerkelijking. ‘In 2006 begonnen we met het verzwaren van de hoogspanningsinfrastructuur op basis van scenario’s die we toen hadden’, zei hij. ‘Voor een aantal tracés dat we toen geïdentificeerd hebben, hebben we nog steeds geen vergunning. Die inpassing is ongelooflijk complex. We moeten met elkaar de schouders eronder zetten om dat soort procedures te versnellen.’
Tegelijkertijd: de vergroening van de stroomopwek, evenals de elektrificering van de economie en bijvoorbeeld de verwarming van woningen, gaat sneller dan gedacht. ‘Door de hoge gasprijzen is alle vraag die wij voor 2030 voorzien hadden naar voren gekomen en in 2022 en 2023 in onze portfolio's beland’, stelt Abbenhuis. ‘Normaal gesproken hadden wij veertig tot vijftig klantaansluitingsverzoeken in ons portfolio. Nu hebben wij er meer dan zeshonderd in 2,5 jaar tijd. En de regionale netbeheerders zijn van 1200 naar 7000 verzoeken gegroeid.’
Doorgeschoten
Dat vindt Jeroen Sanders van Enexis niet het volledige verhaal. ‘Ik herken de hausse van Oekraïne’, merkte hij op. ‘Maar we moeten eerlijk zijn dat we in het vorig decennium erg gestuurd hebben op zo laag mogelijke kosten voor de klant en op efficiency. Wij wisten in 2010, 2011 en 2012 dat dit ging gebeuren. Er verschenen toen grote rapporten, met name over smart grids; dat was toen de oplossing. Die dominante sturing op efficiency was logisch, maar ik denk dat we als sector, evenals toezichthouders, wetgevers en klanten, daarin zijn doorgeschoten.’
Vooruitlopend op het commissiedebat hebben ook de koepels VNG en IPO hun position papers ingeleverd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten suggereert dat klimaatminister Jetten te optimistisch was in zijn Kamerbrief van oktober 2023. In tegenstelling tot hij wat zegt worden de laagspanningsnetten, waarop huishoudens aangesloten zijn, al geraakt. ‘Dit speelt in Almere waar de bouw van woningen geblokkeerd dreigt te worden, of in Apeldoorn waar warmtepompen niet worden aangesloten.’
De wensenlijst
De wensenlijst die de VNG bij de Kamerleden inlevert, telt tal van punten: beleid dat groepscontracten voor energy hubs op bedrijventerreinen mogelijk maakt; regelgeving voor het door bedrijven delen van energie; toestemming voor de uitwisseling tussen netbeheerders en gemeenten van data over onder meer ‘energiegebruik van bedrijventerreinen en technische capaciteit van stations’; een soepeler omgang met de afstandsnormen tussen windturbines en bebouwing, zodat opwek en aanbod dichtbij elkaar kunnen blijven; én een snelle behandeling van de twee wetsvoorstellen die de uitrol van warmtenetten mogelijk moeten maken.
Duidelijkheid over de komst van de warmtenetten, is ook een wens van de netbeheerders en provincies. Want woonwijken die collectief verwarmd gaan worden, hebben minder dikke kabels en minder transformatorhuisjes nodig dan een wijk vol elektrische warmtepompen. ‘Welke warmteoplossing komt er nou in welke wijk?’, vroeg David Peters van Stedin zich hardop af tijdens de technische briefing in de Tweede Kamer. ‘Wat is het vooruitzicht de komende jaren? Dat helpt ons om te kunnen kijken waar wij onze capaciteit op richten.’
Complicerende factor is wellicht dat de PVV sinds de laatste parlementsverkiezingen 37 zetels in de Tweede Kamer heeft en tegenstander is van het van het gas halen van woonhuizen.
Verregaande maatregelen
Het Interprovinciaal Overleg blijkt in zijn position paper verregaande maatregelen niet uit te sluiten. De koepel wil dat gekeken wordt naar het zo nodig zonder vergunningen bouwen van netinfrastructuur. Daarnaast moeten gemeenten verplicht worden in hun bestemmingsplannen ruimte vast te leggen voor diezelfde netinfrastructuur. Ook een mogelijkheid is om grondeigenaren te verplichten te werken met één standaard grondprijs. Bovendien kan het goed zijn als het rijk vaker gebruik maakt van zijn doorzettingsmacht.
Tot voor kort bleken provincies en gemeenten verrast te worden door meldingen van netbeheerders dat er in hun gebied netcongestie was. Dat is volgens Jeroen Sanders van Enexis verleden tijd. ‘Ik denk dat de samenwerking tussen Tennet en Enexis onvoldoende was, toen bijvoorbeeld anderhalf jaar geleden de netcongestie in Brabant en Limburg ontstond. Dat ging beter met de congestiemeldingen van het afgelopen half jaar, voor Utrecht, de Noordoostpolder, Den Haag en onlangs Groningen en Overijssel. Vóór de formele congestiemelding hebben we de bestuurders en het ministerie van EZK al geïnformeerd.’
En "een soepeler omgang met de afstandsnormen tussen windturbines en bebouwing", welke burger zit daarop te wachten?
Ga lekker zo door en kijk vooral héél verbaasd als de PVV de 40 zetels passeert.