Minister jaagt gemeenten aan tot bouwen

Alle burgemeesters in Nederland hebben van minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een aanmoedigingsbrief ontvangen vaart te maken met het bouwen van woningen. Voor 1 juni verwacht hij afspraken over het gemeentelijk aandeel in de nationale opgave van 900.000 nieuwbouwwoningen tot 2030.

Het lukt volgens de CDA-bewindsman alleen de woningbouwproductie 80.000 naar 100.000 woningen per jaar te krijgen door als één overheid samen te werken met corporaties en marktpartijen. ‘Dat vereist ook het versterken van de regie’, aldus De Jonge, waarbij iedere partij weet wat zij moet doen om voldoende passende woningen op de juiste plek te bouwen.

Daarom gaat hij samen met de provincie en in overleg gemeenten afspraken maken over voldoende (harde) plancapaciteit voor de bouw van 900.000 woningen en het tempo waarin die te realiseren. Daarnaast moet er oog zijn voor de betaalbaarheid van die woningen en het bouwen voor aandachtsgroepen.

Lokale prestaties

Elke gemeente dient haar ‘fair share’ van die regionale opgave te nemen. Met het oog daarop komen er op provinciaal niveau afspraken over nationale en lokale prestaties van woningcorporaties. Die afspraken kunnen gemeenten vervolgens gebruiken als basis voor lokale prestatieafspraken over onder andere het aantal te bouwen sociale woningen en de verduurzaming van de bestaande voorraad.

Rijksmiddelen

Voor 1 juni moeten er indicatieve afspraken liggen over de nationale opgave – 900.000 nieuwbouwwoningen tot 2030 – het provinciale en het gemeentelijke aandeel daarin in die periode.

Voor  1 oktober wil De Jonge op meerdere fronten een zogeheten reality-check op die plannen uitvoeren, met aansluitend het vastleggen van indicatieve afspraken. Die afspraken worden doorvertaald naar gemeenten. Uiterlijk eind dit jaar moet al die afspraken in woondealregio’s worden vastgelegd, zodat de meeste regio’s dan op 1 januari 2023 een regio-deal hebben. Pas in die laatste fase wil de minister uitsluitsel geven over de inzet van rijksmiddelen bij die woondeals – vanuit onder andere de Woningbouwimpuls, het gebiedsbudget en het Mobiliteitsfonds – en bestuurlijke afspraken maken over investeringen in bereikbaarheid.

Achter de hand heeft minister De Jonge het dwangmiddel van het geven van een aanwijzing aan gemeenten die niet leveren. ‘Maar dat is alleen een laatste redmiddel’, aldus zijn woordvoerder.