De druk op de volkstuin wordt niet minder
De belangstelling voor een volkstuin is al jaren onverminderd hoog, maar heeft door de coronacrisis nog een flinke impuls gekregen. Toch blijft de ruimtelijke druk op tuinparken hoog. De huurbaas, vrijwel altijd de gemeente, ziet soms liever een andere bestemming voor de open plekken op de stadskaart.
De belangstelling voor een volkstuin is al jaren onverminderd hoog, maar heeft door de coronacrisis nog een flinke impuls gekregen. Toch blijft de ruimtelijke druk op tuinparken hoog. De huurbaas, vrijwel altijd de gemeente, ziet soms liever een andere bestemming voor de open plekken op de stadskaart.
Handtekeningen
Woest waren de leden van de Rotterdamse volkstuinvereniging Streven Naar Verbetering. Begin december vorig jaar kregen ze te horen dat het stadsbestuur ging onderzoeken of de vereniging een deel van de volkstuinen moest afstaan om een extra veld voor een voetbalclub mogelijk te maken. De tuinders lieten het niet over hun kant gaan: ze haalden meer dan 5000 handtekeningen op en spraken in tijdens de raadsvergadering. Met succes: het plan van het stadsbestuur kon niet op een raadsmeerderheid rekenen, en het plan ging, althans voorlopig, van tafel.
Ingekleurd
Streven Naar Verbetering is niet het enige volkstuincomplex dat wordt bedreigd in de Maasstad. Rotterdam kent maar liefst 42 tuinparken, en een andere bestemming – meestal woningbouw- bedreigt complexen met tot de verbeelding sprekende namen als Kweeklust en Tot Nut en Genoegen. En niet alleen in Rotterdam staan tuinen onder druk. Ook in andere steden zijn de volkstuincomplexen voor ambitieuze stadbestuurders een open plek op de kaart, klaar om rood ingekleurd te worden.
Vrijplaatsen
Het geval van Streven Naar Verbetering toont ook aan dat omwonenden en inwoners niet zomaar bereid zijn om dit soort vrijplaatsen op te geven. Toen de Amsterdamse wethouder Marieke van Doorninck het plan opvatte om de huur van volkstuinen drastisch te verhogen, kwam er een breed protest. Met de stijgende huizenprijzen wordt de hoofdstad al een domein van hoge inkomens. Wordt de armere Amsterdammer straks ook nog uit de volkstuin gejaagd? Na een week ophef haalde Van Doorninck bakzeil: de huurverhoging was voorlopig van de baan.
Wachtlijsten
Aan de ene kant is de druk op de tuincomplexen begrijpelijk: veel gemeenten hebben een grote woningbouwopgave en willen vooral binnenstedelijk uitbreiden. Maar aan de andere kant neemt de vraag om meer groen en mogelijkheden om laagdrempelig en in de buurt te recreëren alleen maar toe. De coronacrisis heeft dat proces enorm versneld. En dat merken de volkstuincomplexen, die zich de laatste jaren toch al kunnen verheugen om meer belangstelling. ‘We zien overal, maar vooral in de Randstad, dat het aantal mensen op de wachtlijsten fors is toegenomen sinds de coronacrisis’, zegt woordvoerder Herman Vroklage van de AVVN, de koepel van volkstuinverenigingen. ‘Maar tot een toename van volkstuinverenigingen leidt dat nog niet. We zien wel dat er een toename is van groepen die samen een moestuin willen starten, zoals een buurtmoestuin.’
Tijdelijk
De AVVN ondersteunt die initiatieven om buurtmoestuinen te starten, maar juist die wijkinitiatieven zijn vaak van tijdelijke aard: vaak gevestigd op plekken die tijdelijk vrij zijn doordat een bouwplan niet doorgaat. Maar daardoor extra gevoelig als de economie aantrekt. Als er al een huurovereenkomst is, dan geldt die voor een korte tijd. Als er gebouwd moet worden, dan zijn de huurders eenvoudig weg te krijgen.
Toegevoegde waarde
Die huurovereenkomsten met de gemeente zijn vaak ook de zwakke schakel in het bestaan van reguliere volkstuinverenigingen, ziet Vroklage. ‘Vaak gaat het om huurovereenkomsten van niet meer dan tien jaar. Als zo’n contract afloopt en de gemeente andere plannen heeft met de grond, dan moet je van goeden huize komen om daar iets tegenin te brengen.’ Maar verenigingen kunnen wel meer doen om sterker te staan tegenover de bouwwoede van gemeenten. ‘In de beleving van veel bewoners, en dus ook raadsleden en bestuurders, zijn tuinparken nog steeds afgesloten delen van de gemeente, waar alleen de tuinders zelf komen. Ik heb het vaker gezien als politici een rondleiding krijgen over een tuinpark. Dan hoor je ineens: ‘Goh, ik was hier nog nooit geweest, maar wat een mooi plekje!’ Die onbekendheid met het terrein door anderen is wel iets dat de tuinders zich moeten aantrekken. Tuinparken kunnen een belangrijke rol spelen, een toegevoegde waarde zijn in de groenbeleving en de leefbaarheid van de buurt. Maar dan moeten ze er ook voor open staan, en de deur wijd open zetten.’
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Kortom, volkstuinen wil men niet kennen - en (hout)wonen in echte en gezonde boomgroensetting "is te duur". Bah, verkeerde dadendrang.............